151
subsidie van 30 dier hoogere kosten, tot een bedrag van
3657.van gemeentewege worde tegemoet gekomen.
Wij geven U mitsdien in overweging:
a. afwijzend te beschikken op de hierachter afgedrukte ver
zoeken van de vereeniging de Ambachtsschool te Leiden, van de
afdeeling Leiden van den Nederlandschen Roomsch Katholieken
Volksbond en van de ve<eeniging Vakschool voor Meisjes
voor Leiden en Omstreken, om verhooging der subsidiën over
1920, voorzooveel deze verzoeken verband houden met de
door den Minister van Onderwijs op 24 December 1920 vast
gestelde nieuwe salarisregeling voor het vakonderwijs;
b. aan de vereeniging Vakschool voor Meisjes voor Leiden
en Omstreken over 1920 alsnog eene subsidieverhooging toe
te kennen ten bedrage van 3657.en dit bedrag, aan
gezien de dienst 1920 is atgesloten, door vaststelling van
nevensgaanden staat van af- en overschrijving, dienst 1921,
beschikbaar te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uit
gaven, waarvan het bedrag moet worden afgeschreven is nog
101365 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden.
Leiden, 26 Januari 1921.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur
der Vereeniging »de Ambachtschool te Leiden", dat de nieuwe
definitieve salarisregeling voor het personeel der Nijverheids
scholen, vastgesteld door Z. Ex. den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, op den lsten Januari 1920 in
werking is getreden.
Van de uit deze salarisregeling voortvloeiende meerdere
kosten wordt, voor zoover het jaar 1920 betreft, 50% ten
laste van het Rijk genomen.
In de circulaire van 24 Dec. 1920 deelt de Minister mede,
dat de overige 50% door verhooging van de andere bronnen
van inkomsten gevonden moeten worden.
Het Bestuur heeft daarom de eer U beleefd te verzoeken
aan de Vereeniging »de Ambachtschool te Leiden" voor haar
Ambachtschool (dagcursus) 30% dier meerdere uitgaven te
verstrekken.
De verhooging' der Salarissen over het jaar 1920 bedraagt
15211.84, waarvan 30% ƒ4563.
Het Bestuur voornoemd,
A. M. Touw, Voorzitter,
W. de Clercq, Secretaris.
Leiden, 26 Januari 1921.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur
der Vereeniging »de Ambachtschool te Leiden", dat de nieuwe
definitieve salarisregeling voor het personeel der Nijverheids
scholen, vastgesteld door Z. Ex. den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen op den lsten Januari 1920 in
werking is getreden.
Van de uit deze salarisregeling voortvloeiende meerdere
kosten wordt, voor zoover het jaar 1920 betreft, 50 ten
laste van het Rijk genomen.
In de circulaire van 24 Dec. 1920 deelt de Minister mede,
dat de overige 50 door verhooging der andere bronnen
van inkomsten gevonden moeten worden.
Het Bestuur heeft daarom de eer U beleefd te verzoeken
aan de Vereeniging «de Ambachtsschool te Leiden" vóórhaar
Avondschool voor Volwassenen 30 °/o dier meerdere uitgaven
te verstrekken.
De verhooging der Salarissen over het jaar 1920 bedraagt
1876,99, waarvan 30% 563.—.
Het Bestuur voornoemd,
A. M. Touw, Voorzitter.
W. de Clercq, Secretaris.
Leiden, 11 Juli 1921.
EdelAchtbare Heeren.
Geeft eerbiedig te kennen
Het Bestuur van den Nederlandschen Roomsch Katholieken
Volksbond afdeeling Leiden en Omstreken, goedgekeurd bij
Koninklijk besluit van 17 Februari 1897 en van 2 Februari
1915, dat door zijne Excellentie den Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen de salarissen van de leeraren
aan de Teekenschool van bovengenoemde vereeniging voor
het boekjaar 1919 bij schrijven van 20 Augustus 1920, No.
8414, afdeeling N.H.O., zijn vastgesteld tot een totaal bedrag
van drie duizend vijf en zestig gulden 63 cents (ƒ3065.63);
dat door zijne Excellentie den Minister in zijne circulaire
van 24 December 1920, No. 13388, afdeeling N.H.O., is mede
gedeeld, dat de salarisseu aan de leeraren vanaf 1 Januari 1920
berekend moesten worden, zooals deze in den daarbij gevoegden
leidraad aangegeven zijn, waardoor deze salarissen voor het
jaar 1920 stijgen tot vierduizend zeven en zeventig gulden
48 cents 4077.48);
dat 50 procent van het verschil in [de salarissen tusschen
die van 1919 en die van 1920 door het Rijk wordt gedragen,
en Zijne Excellentie aanraadde de overige 50 procent aan te
vragen bij de andere subsidie verleenende organen
dat door Zijne Excellentie den Minister in zijne circulaire
van 2 Maart 1921, No. 3939 afdeeling N.H.O. is bepaald, dat
aan salarisverhooging uitsluitend mag worden uitgekeerd, wat
daarvoor van Rijk, Provincie en Gemeente zal worden ont
vangen
dat door ons aan het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland
is verzocht 20 procent van het verschil te willen bijdragen;
redenen waarom wij IJ verzoeken de subsidie voor het jaar
1920 ten dienste van onze Teekenschool te willen verhoogen
met 30 procent van een duizend elf gulden 85 cent (ƒ1011.85)
zijnde driehonderd drie gulden 55 cent (ƒ303.55) en te willen
brengen van dertienhonderd vijftig gulden (ƒ1350.—op één
duizend zeshonderd drie en vijftig gu'den 55 cent (ƒ1653.55).
't Welk doende enz.
Het Bestuur van den Nederlandschen Roomsch
Katholieken Volksbond afdeeling Leiden en
Omstreken
P. Heemskerk, Voorzitter.
J. W. v. Kesteren, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Leiden, 30 November 1920.
Aan den Raad der Gemeente Leiden,
De ondergeteekenden, J. üvervoordeGordon, Voorzitster
en M. KluyverHonigh, Seeretares der Vereeniging «Vak
school voor Meisjes voor Leiden en Omstreken", hebben de
eer, zich namens bovengenoemde Vereeniging, tot Uw College
te wenden met het verzoek, haar een extra-subsidie over 1920,
groot 4548.te willen verleenen boven het reeds toege
stane subsidie.
Zij gronden het verzoek op de volgende redenen. Volgens
de nieuwe Nijverheiuswet zijn alle salarissen der leeraressen
door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen vastgesteld, belangrijk hooger dan in vroeger jaren. In
1919 werd door onze Vereeniging reeds een extra-subsidie
van het Rijk ontvangen, groot 5,685,zijnde de helft van
de verhoogde salarissen; de overige helft werd met veel moeite
onzerzijds grootendeels door particulieren bijeengebracht. Voor
1920 wordt ons door het Rijk opnieuw de helft van de ver
hoogde salarissen toegezegd, maar ons wordt opgelegd, de
andere helft als extra-subsidie aan Gemeente en Provincie
aan te vragen.
Zij verzoeken Uw College met den meesten aandrang aan
onze Vereeniging bovengenoemd extra-subsidie van ƒ4548.
te willen schenken.
Hetwelk doende, enz.
J. OvervoordeGordon, Voorzits'er.
M. KluyverHonigh, Seeretares.
Leiden, 5 Februari 1921.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
De ondergeteekenden, J. Overvoorde—Gordon, Voorzitster
en M. Kluyver—Honigh, Seeretares der Vereeniging «Vak
school voor Meisjes voor Leiden en Omstreken" hebben de
eer zich namens bovengenoemde Vereeniging tot Uw College
te wenden met een nieuwe aanvrage tot hooger subsidie
over 1920.
Uit nevensgaanden leidraad, onlangs ontvangen blijkt,
dat aan salarissen der leraressen over 1920 moet worden
uitbetaald 33,586,
en dat volgens onze eerste begrooting in Mei 1919 toege
zonden, gerekend was op 16,703,aan salarissen, volgens
de toen bestaande regeling,
dat in December 1920 door het Bestuur een extra subsidie
voor de verhooging van de salarissen, groot 4548.was
aangevraagd, maar dat thans blijkt, dat dit bedrag nog te
gering is, en volgens dezen leidraad over 1920 moet zijn
30% van het hoogere bedrag aan salarissen 16,883,(n.l.
33,586,16,703,—) is 5064,90.
t