124
heeft eene overschrijding van de voor jaarwedden
uitgetrokken som van ƒ28618.met ƒ9662.13
tengevolge gehad. Door eenige kleine overschotten
op andere onderdeelen van dit artikel kan even
wel met eene verhooging van den post met
ƒ9568.34 worden volstaan. (Zie de verhooging van
volgn. 42 der ontvangsten).
Volgn. 153. Toelagen en bijdragen tot opleiding
van onderwijzers 983.37
In verband met de herziening van de salarissen
der leeraren en leeraressen aan de afdeeling B
der kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen, waartoe in de Raadszitting van 27
December 1920 besloten werd, moet de voor jaar-
wedden op dezen post uitgetrokken som van
5749.22 met 1302.44 worden verhoogd.
Tengevolge van een overschot op de »voor
toelagen aan kweekelingen" beschikbaar gestelde
som kan evenwel met eene verhooging van het
artikel met f 983.37 worden volstaan.
Volgn. 154. Kosten van het herhalingsonderwijs.
b. overige kosten220.99
De uitgaven voor schoolbibliotheken en school
behoeften ten behoeve van de Herhalingsschool
voor Jongens en die voor Meisjes zullen over 1920
ƒ895.99 bedragen. Aanvulling van de beschikbaar
gestelde som van 675.met 220.99 is dien
tengevolge noodig.
Volgn. 157. Kosten van het aanschaffen en
onderhouden van schoolmeubelen1214.92
De uitgaven op dit artikel zullen bedragen
f 15087.92; zij waren geraamd op f 13873.
Eenige buitengewone uitgaven voor aanschaffing
van eenige kasten voor de herhalingsschool voor
meisjes en van een rijwielhek, banken en vlonders
voor de school aan den Maresingel hebben de over
schrijding van dit artikel veroorzaakt.
Volgn. 158. Kosten van het aanschaffen en onder
houden der schoolboeken, leermiddelen en school-
behoeften8361.875
Nog steeds zijn de, prijzen der schoolboeken en
leermiddelen in vergelijking met die van voor den
oorlog enorm hoog; hoewel op de begrooting voor
1920 de voor de verschillende scholen voor leer
middelen uitgetrokken sommen hooger zijn dan
op de begrooting voor 1919 is het, niettegenstaande
de grootst mogelijke zuinigheid is betracht, aan
niet één hoofd der schooi mogen gelukken met de
beschikbaar gestelde som toe te komen.
De uitgaven zullen over 1920 bedragen ƒ22731,87®;
een bedrag van 14370.was beschikbaar gesteld.
Volgn. 159. Kosten van verlichting, verwarming
en van het schoonhouden der schoollokalen. 19231.046
De kosten van verlichting en verwarming der
openbare lagere schoolgebouwen, waarvoor een
bedrag van 17210.was beschikbaar gesteld,
hebben over 1920 34267.05®, d. i. 17057.05®
meer bedragen, die voor het schoonhouden der
lokalen, geraamd op 8880.—, 11053.99, d. i.
2173.99 meer. In verband met een| en ander
dient het artikel met ƒ17057.05* -f- 2173.99
19231.04® te worden verhoogd.
De overschrijding van de voor schoonhouden
beschikbaar gestelde som is in hoofdzaak een
gevolg van de verhooging van het uurloon der
schoonmaaksters.
Volgn. 162. Kosten van examens en proeflessen
der onderwijzers337.21
De uitgaven op dit artikel bedragen 687.21,
zij waren geraamd op 350.
Volgn. 164. Kosten van belooningen en eereblijken 187.45
De uitreiking van belooningen en eereblijken
aan de leerlingen der scholen 3e klasse vereischte
over 1920 eene uitgaaf van 1187.45, zoodat
aanvulling van dp beschikbaar gestelde som van
1000.— met 187.45 noodig is.
Volgn. 165. Kosten van advertentiën 87.25
De kosten van advertentiën voor de oproeping
van sollicitanten naar de betrekking van onder
wijzer aan verschillende openbare lagere scholen
vereischen over 1920 eene uitgaaf van 387.25.
Een bedrag van ƒ300.was beschikbaar ge
steld.
Volgn. 167. Kosten voor de middelbare scholen.
a. Jaarwedden der leeraren en onderwijzers 7887.12
Bij den aanvang van den nieuwen cursus der
Hoogere Burgerschool voor Jongens weid de 4e
klasse in plaats van in twee in drie afdeelingen
gesplitst, waardoor het aantal lesuren van eenige
leeraren steeg, hetgeen eene hoogere uitgaaf van
1707.91 tengevolge had.
Vervolgens is bij Raadsbesluit van 27 December
1920, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1920,
een nieuwe salarisregeling voor de leeraressen aan
de Hoogere Burgerschool voor Meisjes vastgesteld,
waardoor aanvulling van de voor «Jaarwedden"
uitgetrokken som van 29075.met 6179.21
noodig blijkt. Verhooging van den post met ƒ1707.91
6179.21 ƒ7887.12 is dientengevolge noodig.
b. Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften. f 870.84
De kosten van aanschaffing van schoolbehoeften
en die van drukwerk ten behoeve van de Hoogere
Burgerschool voor Jongens bedragen 2221.49,
die voor de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
949.35. Beschikbaar gesteld was respectievelijk
ƒ1450.en 850.De post moet derhalve met
ƒ771.49 -f- 99.35 is ƒ870.84 worden verhoogd.
De belangrijke overschrijding van de voor de
Hoogere Burgerschool voor Jongens beschikbaar
gestelde som is hoofdzakelijk een gevolg van de
kosten van aankoop 551.85) van een precissions-
draaibank ten behoeve van het onderwijs in de
natuur- en scheikunde, ter vervanging van een
oude versleten draaibank. Met het oog op de
hooge kosten was de aanschaffing reeds eenige
jaren uitgesteld.
c. Vuur en licht in de scholen2186.
De kosten van verlichting en verwarming van
de Hoogere Burgerschool voor Jongens bedragen
4819.35, die van de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes 1566.65. De raming was respectievelijk
ƒ3150.en ƒ1050.Het art. moet derhalve met
f 1669.35 -f- ƒ516.65 ƒ2186.worden verhoogd.
e. Verdere uitgaven306.23
in verband met de oproeping van sollicitanten
naar vacatures aan beide scholen moest de voor
kosten van advertentiën beschikbaar gestelde som
van ƒ125.met 197.23 worden overschreden.
Voorts heeft de verhooging van h< t uurloon der
werkvrouwen eene hoogere uitgave van ƒ109.
tengevolge gehad.
Een aanvulling van den post met ƒ306.23 is
derhalve noodzakelijk.
Volgn. 171. Kosten voor het Gymnasium.
b. Kosten van schoolboeken479.62®
De kosten van drukwerk enz. en die van aan
koop van leermiddelen voor het onderwijs in de
natuur- en scheikunde, waarvoor een bedrag van
890.was uitgetrokken, hebben over 1920
1369.62® bedragen.
De overschrijding wordt in hoofdzaak veroor
zaakt, door de hooge kosten van aanschaffing van
benoodigdheden voor het onderwijs in de schei
kunde, waarvan de aanschaffing reeds meermalen
was uitgesteld, doch waartoe nu noodzakelijk moest
worden overgegaan.
c. Vuur en licht in de scholen641.25
De uitgaven bedragen 1691.25; een bedrag
van 1050.was uitgetrokken.
e. verdere uitgaven59.64
De uitgaven op dit artikel bedragen ƒ2454.64;
zij waren geraamd op ƒ2395.
Volgn. 173. Kosten der bewaarscholen. 1610.70*
De kosten van salarissen bedragen 40952.13
en overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde
som van 39481.met 1471.13, welke over
schrijding een gevolg' is van de vermeerdering
van het aantal onderwijzeressen, krachtens de
verordening van den 19en December 1918 (Gem.-
blad no. 50). In verband hiermede is evenwel
op het onderdeel «Toelagen aan kweekelingen"
763.75 minder uitgegeven. Voorts moesten ook
de voor verlichting en verwarming en leermid
delen toegestane sommen met respectievelijk
1230.95 en 476.15* worden overschreden. Eene
verhooging van het geheele artikel met ƒ3178.23*
zou dus noodig zijn. Tengevolge van eenige over
schotten op andere onderdeelen van dit artikel
o. a. «Toelagen kweekelingen" kan echter met
eene verhooging van 1610.70* worden volstaan.
Volgn. 175. Subsidiën aan bijzondere bewaar
scholen 60.55
Het subsidie, dat, ingevolge de verordening van
10 Februari 1910 (Gem. blad No. 3) laatstelijk
gewijzigd bij de verordening van 21 Aug. 1919
(Gem. blad No. 3) over 1920 aan de bijzondere
bewaarschool aan den Ouden Rijn is toegekend,
bedraagt 3243.88. Aangezien op de begrooting