115
Artikel 20.
De begrooting, die een raming van alle baten en lasten
van het bedrijf, van welken aard ook, bevat, wordt ingericht
in overeenstemming met het Koninklijk besluit van 18 Maart
1921 (Staatsblad No. 592) en van eventueel nader door den
Minister van Arbeid of door Burgemeester en Wethouders
te geven voorschriften.
Artikel 21.
De begrooting van het bedrijf wordt door den Raad vóór
de begrooting der plaatselijke inkomsten en uitgaven vast
gesteld en tegelijk met deze aan Gedeputeerde Staten op
gezonden.
Artikel 22.
Burgemeester en Wethouders kunnen op de posten der
begrooting af- of overschrijven, voor zoover de Raad zich
niet het verleenen van machtiging daartoe bij de begrooting
heeft voorbehouden.
Artikel 23.
Buiten de begrooting om kan geene uitgaaf geschieden dan
met afzonderlijke voorafgaande machtiging van den Raad.
In buitengewone gevallen echter van dringenden aard kunnen
Burgemeester en Wethouders tot het doen van zoodanige
uitgaaf besluiten, mits hun daartoe te nemen, met redenen
omkleed besluit, terstond aan den Raad inzendende.
De uitgaaf door den Raad goedgekeurd wordt aan de be
grooting toegevoegd.
Bij weigering van den Raad zijn de leden van het College
van Burgemeester en Wethouders, die tot het besluit hebben
medegewerkt, persoonlijk voor de uitgaaf aansprakelijk.
Artikel 24.
Deze verordening treedt in werking op den dag, waarop
de Warenwet (Staatsblad 1919 No. 581) voor het district
Leiden volledig van kracht wordt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 194. Leiden, 13 Juni 1921.
Zooals wij Uwe Vergadering bij ons voorstel van 10 Juni j.l.
(Ing. St. No. 193) mededeelden, moet door U, ingevolge art. 2,
1°., van het Kon. Besluit van 18 Maart 1921 (Staatsblad
No. 592), ter uitvoering van art. 13 der Warenwet, een af
zonderlijk financieel en administratief beheer voor den Keurings
dienst van Waren in het district Leiden, worden ingesteld.
Ter voldoening aan deze bepaling bieden wij nevens
de bedrijfsverordening, hierbij ook aan de bedrijfsbegrooting
voor den Districts-Keuringsdieust, vergezeld van een toelichtende
memorie.
Deze begrooting is, zooals Uwe Vergadering zal blijken,
opgemaakt voor het geheele jaar 1921, omdat het ons college
niet bekend is wanneer de Warenwet voor onze gemeente in
werking zal treden.
Uit den aard der zaak zal echter slechts, met uitzondering
van eenige posten voor eerste aanschaffing, enz., over een
evenredig deel der toegestane bedragen worden beschikt,
n.l. voor dat gedeelte van het jaar, gedurende welken de
keuringsdienst in werking zal zijn.
Wij verzoeken U thans tot de vaststelling der begrooting
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 195. Leiden, 13 Juni 1921.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
C. Wiskerke bestaat bij ons College geen bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging den heer C. Wiskerke,
op zijn verzoek, te ontheffen van het geven der lessen in de
Staatkundige Aardrijkskunde aan de afdeeling B der Kweek
school voor Onderwijzers en Onderwijzeressen alhier en zulks
met ingang van den len September 1921.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 31 Mei 1921.
Dames en Heeren!
Naar aanleiding van mijne benoeming tot leeraar bij het
Middelbaar Onderwijs te Rotterdam, heb ik de eer met ingang
van 1 September a. s. eervol ontslag te vragen als tijdelijk
leeraar in de Aardrijkskunde aan de Kweekschool voor Onder-
wijzer(s) (essen) alhier.
Met de meeste hoogachting verblijf ik
Uw dw. dr.
C. Wiskerke
Stadhouderslaan 15.
N°. 196. Leiden, 13 Juni 1921.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
C. Wiskerke om eervol ontslag als onderwijzer aan de Buiten
gewone school voor Lager Onderwijs, alhier, bestaat bij ons
College geen bezwaar.
Mitsdien hebben wij de eer Uwe Vergadering in overweging
te geven den heer C. Wiskerke, op zijn verzoek, eervol ont
slag te verleenen als onderwijzer aan de Buitengewone School
voor Lager Onderwijs, alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Mijne Heeren.
Naar aanleiding van mijn benoeming als leeraar bij het
Middelbaar Onderwijs te Rotterdam, heb ik de eer met ingang
van 1 September a.s. eervol ontslag te vragen als onderwijzer
aan de Buitengewone School in Uwe gemeente.
Met de meeste hoogachting verblijf ik
Uw. dw. dr.
C. Wiskerke.
Leiden, 27 Mei 1921.
N°. 197. Leiden, 13 Juni 1921.
Voor den aanleg van de centrale verwarmings- en venti-
latieinrichting in de te bouwen dubbele school op het Schutters
veld zijn aan een zestal firma's aanbiedingen gevraagd. De
meest aannemelijke bleek die van de N. V. Utrechtsche fabriek
van centrale verwarming en constructiewerken v./h. H. Zimmer-
mann en Co. te Utrecht.
Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabri
cage geven wij U daarom in overweging den aanleg van de
centrale verwarmings- en ventilatieinrichting in de te bouwen
dubbele school op het Schuttersveld ondershands op te dragen
aan de N. V. Utrechtsche fabriek van centrale verwarming
en constructiewerken v./h. H. Zimmermann en Co. te Utrecht
voor een totaal bedrag van ƒ9370.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 198. Leiden, 14 Juni 1921.
Ter vervulling van de vacature van leerares inhetFransch
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, ontstaan door het
aan Mej. D. A. E. van Kaathoven verleend eervol ontslag,
bieden wij U de volgende aanbeveling aan:
1°. Mej. D. L. VAN RAALTE, tijdelijk leerares aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier;
2°. Mej. M. A. THIEL, leerares aan de Rijks Hoogere Burger
school te Oud-Beijerland
3°. Mej. W. G. KERNKAMP, leerares aan de Hoogere Burger
school met 5 jarigen cursus te Winschoten.
Wij merken hierbij op, dat wij met de Commissie van
toezicht op- en den inspecteur van het Middelbaar onderwijs,
wier adviezen in de Leeskamer ter inzage liggen, van oordeel
zijn, dat de benoeming voorloopig voor den tijd van één jaar
moet geschieden.
Mitsdien geven wij U in overweging over te gaan tot de
benoeming van eene leerares in het Fransch aan de boven
genoemde inrichting van onderwijs voorloopig voor het tijdvak
van 1 September 1921 tot 1 September 1922.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.