114 van Waren een afzonderlijk finantieel en administratie! beheer instelt. Ter uitvoering van dat voorschrift hebben wij de hieronder afgedrukte verordening betreffende het bedrijf van den Distriets-Keuringsdienst van Waren ontworpen, welke ver ordening wij U hierbij ter vaststelling aanbieden. Zooals uit art. 1 dier verordening blijkt, wordt ook dit bedrijf geheel beheerd door ons college, zulks overeenkomstig het bepaalde bij art. 2 van genoemd Koninklijk besluit. Echter wordt ons college daarin bijgestaan door de Commissie van Bijstand in het beheer der zaken van den Geneeskun digen dienst en den Keuringsdienst van Waren. Verdere toelichting behoeit de verordening niet, aangezien zij op dezelfde leest is geschoeid als de andere bedrijfsveror- deningen, met name die van den Reinigingsdienst, het Open baar Slachthuis, enz. Wij geven U derhalve thans in overweging tot de vast stelling van de navolgende verordening over te gaan: VERORDENING, betreffende het bedrijf van den Distriets- Keuringsdienst van Waren. Artikel 1. Het bedrijf van den Distriets-Keuringsdienst van Waren wordt administratief en financieel beheerd door Burgemeester en Wethouders, daarin bijgestaan door een Commissie van Bijstand. Artikel 2. De inkomsten, ontvangsten en betalingen van het bedrijf worden afgescheiden van de overige inkomsten, ontvangsten en betalingen der gemeente. Artikel 3. De dagelijksche leiding van het bedrijf berust bij een Directeur-Scheikundige, aan wien het geheele personeel onder geschikt is. Artikel 4. De werkkring van den Directeur-Scheikundige wordt nader bij instructie geregeld. Artikel 5. De invordering van alle inkomsten van het bedrijf en het doen van alle betalingen uit de kas van het bedrijf, alsmede het bijhouden van alle boeken betreffende het bedrijf, is opgedragen aan een Boekhouder. Artikel 6. De betalingen van het bedrijf geschieden door den Boek houder op behoorlijke kwijtingsbewijzen, nadat de daarbij behoorende rekeningen, facturen en andere bescheiden door den Directeur-Scheikundige voor accoord zijn geparafeerd én door den daartoe door Burgemeester en Wethouders aange wezen Wethouder voor »fiat betaling" zijn geteekend. Van alle uitgaven boven f 2.moet een behoorlijk geteekend kwijtingsbewijs aanwezig zijn. Artikel 7. De invordering van alle inkomsten en ontvangsten van het bedrijf geschiedt door den Boekhouder tegen doorloopend ge nummerde kwijtingsbewijzen. Artikel 8. De Boekhouder stort tegen kwitantie op den lsten en den 15den van elke maand het aanwezige kasgeld bij den Gemeente- Ontvanger, met dien verstande, dat een bedrag van ten hoogste f 300.in kas aanwezig mag blijven. Ditzelfde geschiedt, zoodra de kas een bedrag van f 3000.— overschrijdt, met het meerdere. Van de gestorte gelden wordt aanteekening gehouden in een register, dat telkens door den Gemeente-Ontvanger en den Boekhouder wordt afgeteekend. Artikel 9. Bij behoefte aan kasgeld neemt de Boekhouder op bevel schrift van Burgemeester en Wethouders het noodige kasgeld op bij den Gemeente-Ontvanger. De Gemeente-Ontvanger geeft van alle verstrekking van kasgeld onmiddellijk kennis aan den Directeur-Scheikundige. Artikel 10. Tusschen de gemeente en het bedrijf wordt voor weder- zijdsche stortingen rente verrekend, tegen een door Burge meester en Wethouders vast te stellen rentevoet. Artikel 11. De Boekhouder geeft aan Burgemeester en Wethouders, of een lid van dit College, en aan den Directeur-Scheikundige zoo dikwijls zij zulks vorderen, inzage van de boeken en van de kas. Het College en de personen in het eerste lid genoemd, zijn bevoegd zich daarbij voor rekening van het bedrijf door een deskundige te doen bijstaan. Artikel 12. Bij schorsing, ontslag of overlijden van den Boekhouder wordt zijn kas door of namens Burgemeester en Wethouders opgenomen en bewaard totdat in den dienst is voorzien. Van een en ander wordt proces-verbaal opgemaakt. Artikel 13. De werkkring van den Boekhouder wordt nader bij in structie geregeld. Artikel 14. De boeken worden volgens het beginsel der dubbele boek houding zoodanig gehouden, dat daaruit de waarde der bezittingen, vorderingen en schulden van het bedrijf en de uitkomsten der verschillende onderdeelen, duidelijk en zoo nauwkeurig mogelijk blijken. Artikel 15. Het opnemen van de boeken en de kas is opgedragen aan Burgemeester en Wethouders of een lid van dat College en aan den Directeur-Scheikundige. Het College en de personen in het voorgaande lid genoemd, zijn bevoegd zich bij de opneming voor rekening van het bedrijf te doen bijstaan door een deskundige. Burgemeester en Wethouders of een lid van hun College nemen de boeken tenminste twee maal in elk kalenderjaar op en de kas zoo dikwijls zij dit noodig achten, doch ten minste vier malen in het jaar. De Directeur-Scheikundige neemt de boeken op zoo dik wijls hij dit noodig oordeelt en de kas tenminste eenmaal per week. Van elke opneming van boeken en kas wordt, behalve als zij door den Directeur-Scheikundige geschiedt, proces-verbaal opgemaakt. Artikel 16. De Directeur-Scheikundige biedt jaarlijks vóór 1 Mei aan Burgemeester en Wethouders in tweevoud aan: a. een balans van de bezittingen en schulden van het bedrijf op 31 December van het afgeloopen jaar; b. een verlies- en winstrekening over het afgeloopen jaar; c. een inventaris der op 31 December van het afgeloopen jaar aanwezige bezittingen en goederen en een kapitaalrekening aangevende de vermeerderingen en verminderingen, welke de verschillende bezittingen door uitbreiding en verbetering eenerzijds en door afschrijving op de waarde en vervreem ding van bezittingen anderzijds, hebben ondergaan en een omschrijving van de financieele verhouding tusschen de gemeente en het bedrijf. De stukken gaan vergezeld van een verklaring van een zelf niet met ontvangsten, betalingen of het bijhouden der boeken van het bedrijf belast deskundige, dat de stukken door hem in overeenstemming met de door hem gecontro leerde boeken en bescheiden zijn bevonden. Artikel 17. Burgemeester en Wethouders stellen de balans en de ver lies- en winstrekening voorloopig vast en zenden alle stukken ter goedkeuring aan den Gemeenteraad. Na de goedkeuring door den Raad, zenden Burgemeester en Wethouders een exemplaar van de balans en de verlies- en winstrekening aan Gedeputeerde Staten. Artikel 18. Het besluit van den Raad, houdende goedkeuring van het besluit van Burgemeester en Wethouders tot voorloopige vaststelling van de balans en verlies- en winstrekening, strekt Burgemeester en Wethouders en den Directeur-Scheikundige tot ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valschheid in bewijsstukken. Artikel 19. Jaarlijks vóór den lsten Juni dient de Directeur-Scheikundige bij Burgemeester en Wethouders de begrooting der lasten en baten voor het volgend dienstjaar in. De begrooting wordt ingericht overeenkomstig door Burgemeester en Wethouders gegeven voorschriften.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 30