113 van resp. 210.—, 225,—, 270—, 300,— of 330 per maand (van 30 dagen)". In lid 5 wordt in plaats van 2,50" gelezen 3,—". Art. 2. Art. 7, lid 1 wordt gelezen als volgt: »De kosten van verpleging in de tweede klasse A bedragen bij verpleging met anderen in één kamer gedurende de eerste twee weken der verpleging 76,50. Gedurende den verderen verpleegtijd wordt men geacht zich telkens voor eene maand verbonden te hebben tegen betaling van 142,50 per maand (van 30 dagen)". Lid 3 wordt gelezen als volgt: «Wanneer het gebruik eener afzonderlijke kamer wordt gewenscht, kan, zoolang de beschikbare ruimte dit toelaat, aan dat verlangen door den Geneesheer-Directeur worden voldaan tegen extra betaling van ƒ55,50, gedurende de eerste 2 weken der verpleging en van ƒ07,50 per maand gedurende den verderen .verpleegtijd". In lid 6 wordt in plaats van 2,gelezen «ƒ2,50". Art. 3. Art. 8, lid 1 wordt gelezen als volgt: «De kosten van verpleging in de 2de klasse B bedragen gedurende de eerste twee weken der verpleging 52, Gedurende den verderen verpleegtijd wordt men geacht zich telkens voor êene maand verbonden te hebben tegen betaling van 90,per maand (van 30 dagen) en voor zoover het ingezetenen der gemeente Leiden betreft, tot ten hoogste 6 plaatsen, tegen betaling van 75,per plaats en per maand (van 30 dagen). Art. 4. Deze verordening treedt in werking op 1 October 1921. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 4/6 Juni 1921. Onder verwijzing naar de motieven, welke ons hebben geleid tot de indiening bij Uw College van het voorstel dd. 3 Juni 1921, in zake de verhooging van het verpleeggeld voor de gestichten «Endegeest" en «Voorgeest", hebben wij de eer U thans te doen toekomen een voorstel tot verhooging van de verpleeggelden voor het sanatorium «Rhijngeest". Ter nadere toelichting diene, dat de voorgestelde verhoo gingen, welke voor de 1ste klasse, 2e klasse A en 2e klasse B respectievelijk bedragen 1,—, 0.75 en 0,50 per dag, iets meer zijn dan de voorgestelde verhooging van het ver pleeggeld voor «Endegeest" en «Voorgeest": wij meenden daartoe gerechtigd te zijn, omdat de thans bestaande verpleeg- kosten voor «Rhijngeest" eenigszins aan den lagen kant zijn. Ook na de eventueele verhooging kunnen de verpleeggelden eene vergelijking met die van andere sanatoria zeer goed doorstaan, waarbij men evenwel in het oog dient te houden, dat de bijzondere omstandigheden, waaronder de exploitatie van «Rhijngeest", vergeleken met andere sanatoria, geschiedt, tot voorzichtigheid met betrekking tot verhooging der ver- pleegkosten aansporen. In verband hiermede komt het ons tevens noodzakelijk voor, dat de jaarlijksche vergoeding van de voor rekening van het Rijk in het sanatorium «Rhijngeest" verpleegd wor dende patiënten wordt verhoogd. Deze vergoeding bedraagt thans voor 20 patiënten 13.500.per jaar of per patiënt ƒ675. Het behoeft naar onze meening weinig betoog, dat deze ver goeding veel te laag mag heeten, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat de verpleging in bet Sanatorium uit den aard der zaak meer kosten medebrengt, dan die in Ende geest en Voorgeest, waarvoor een verpleeggeld van ƒ950, wordt voorgesteld. Het komt ons daarom alleszins billijk voor dat de door het Rijk te betalen vergoeding per patiënt worde gesteld op 950,per jaar, totaal dus op 19000, Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer Uw College beleefd in overweging te geven A. in overleg te treden met Curatoren der Rijks-Univer siteit te Leiden om de jaarlij ksche vergoeding van de 20 voor rekening van het Rijk in het sanatorium «Rhijngeest" verpleegd wordende patiënten te brengen op ƒ19000. B. aan den Raad ter vaststelling aan te bieden de navolgende verordening: TOELICHTING. Artikel 1. De verpleegkosten in het sanatorium «Rhijngeest" 1ste klasse worden per kamer verhoogd met per dag. De prijzen der kamers zijn daardoor: 1 kamer van 7,per dag. 1 7,50 4 9, 2 10, 1 11, terwijl, evenals nu voor de eerste veertien dagen 14,extra wordt berekend als entreegeld. De kosten van voeding en huisvesting voor het afzonderlijk verplegend personeel worden gebracht van 2,50 op ƒ3, per dag. Artikel 2. De verpleegkosten in het sanatorium 2e klasse A worden per dag met ƒ0,75 verhoogd en derhalve gebracht van ƒ4,— op ƒ4,75 per dag of ƒ142,50 per maand (thans ƒ120,-). Voor entreegeld wordt gedurende de eerste veertien dagen 10,meer berekend, zoodat de verpleegkosten in dien tijd bedragen ƒ76,50 (thans 70, Om de verstrekking van een kamer alleen in de 2de klasse A niet al te onvoordeelig te maken, zijn de verpleegkosten in dat geval gebracht op 210,— per maand of ƒ7.per dag, welke prijs overeenkomt met die voor de kleinste kamer in het sanatorium 1ste klasse. De extra bijbetaling voor de eerste veertien dagen is gesteld op 55,50. Ook hier worden de kosten voor voeding en huisvesting van het afzonderlijk verplegend personeel met 50 cents ver hoogd en gebracht van 2,op 2,50. Artikel 3. De verpleegkosten in het sanatorium 2de klasse B worden verhoogd met 0,50 per dag en dus van 2,50 ge bracht op 3,per dag of 90,per maand (thans 75, en voor de eerste veertien dagen 52,— (thans 45,—). De gunstige bepaling voor Leidsche ingezetenen werd be houden, echter in dien zin, dat zij voortaan betalen 75, (thans 62,50) per maand, het tegenwoordige tarief der B klasse voor niet-Leidenaars. De Commissie van Beheer over de Gestichten «Endegeest", «Voorgeest" en «Rhijngeest", W. Pera, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. N#. 192. Leiden, 10 Juni 1921. In verband met de vrij spoedig te verwachten volledige in werking treding van de Warenwet, althans voor zooveel het Keuringsdistrict Leiden betreft, zal thans door Uwe Ver gadering moeten worden overgegaan tot de benoeming van een Directeur-Scheikundige van den Districts-Keuringsdienst van Waren. Zooals als het ware van zelf spreekt bevelen wij daartoe aan den heer Dr. J. J. van Eek, Directeur-Scheikundige van den tegenwoordigen Gemeentelijken Keuringsdienst. De bezoldiging van den te benoemen titularis is reeds door Uwe Vergadering vastgesteld in de zitting van 30 Mei j.l. en wel op 6500.met 2 tweejaarlijksche verhoogingen van 500.tot een maximum vari 7500. Het komt ons voor dat aan den heer van Eek bij diens benoeming het maximum-salaris moet worden toegekend. Immers de heer van Eek geniet reeds thans een bezoldiging van 6500.heeft een diensttijd van ruim 14 jaren en komt aan het hoofd te staan van een diensttak, die behalve de ge meente Leiden, nog een 35 tal gemeenten omvat. Wij geven Uwe Vergadering derhalve thans in overweging: 1° Dr. J. J. van Eek, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, te benoemen tot Directeur-Schei kundige van den District-Keuringsdienst van Waren; 2° diens jaarwedde, met toekenning van twee periodieke verhoogingen, te bepalen op 7500. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N9. 193. Leiden, 10 Juni 1921. Het zal Uwe Vergadering wellicht bekend zijn dat het nieuwe Koninklijk besluit van 18 Maart j.l. (Staatsblad no. 592), ter uitvoering van art. 13 der Warenwet, in art. 2, sub 1°, voor schrijft dat de Raad der centrale gemeente, met toepassing van art. 114bis der Gemeentewet, voor den Keuringsdienst

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 29