168
MAANDAG
9 MEI 1921.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik geef in overweging de
motie van den heer Dubbeldeman te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders ten fine van praeadvies. Anders
komt er nooit een eind aan. Wij zouden nu waarschijnlijk
een verwarde stemming krijgen.
De heer de Lange. M. d. V. Ik kan mij met het denkbeeld
van den heer van der Lip wel vereenigen, als de Raad maar
de gevraagde gelden voteert.
De heer van der Lip. Het eene gedeelte wordt aangehouden,
maar de twee andere gedeelten kunnen doorgaan.
De Voorzitter. Ik stel voor het gewijzigd voorstel van
den heer Dubbeldeman in handen van Burgemeester en Wet
houders te stellen om praeadvies.
Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
De Voorzitter. In verband hiermede nemen Burgemeester
en Wethouders terug het gedeelte van hun voorstel betreffende
het beschikbaar stellen van gelden voor het tot winkel- en
woonhuis inrichten van het perceel Nieuwe Rijn 22; het aan
gevraagde bedrag van ƒ10100.wordt derhalve teruggebracht
tot f 2600.voor het herstellen van de bovenverdiepingen
van de perceelen Vischmarkt 11 en 18.
De beraadslaging wordt gesloten en het gewijzigd voorstel
van Burgemeester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Aan de orde is thans de voortzetting van de beraadslaging
over punt VIII der agenda.
VIII. Voorstel tot verhuring van de bovenwoning van het
gebouw Garenmarkt No. 2a, aan J. Neisingh.
(Zie Ing. St. No. 124.)
De heer Sijtsma. M. d. V. Het lijkt mij eigenaardig toe,
dat de heer Neisingh in deze bovenwoning moet en de heer
Tib'ooel, die de oudste rechten op die woning heeft, op den
Nieuwen Rijn moet gaan wonen. Ik zou willen weten, welke
redenen er zijn om den heer Neisingh in deze te stellen in
de plaats van den heer Tibboel.
De heer Bots. M. d. V. Ik wensch den heer Sijtsma even
te antwoorden, dat de woning boven de Arbeidsbeurs eventueel
bestemd is voor den Directeur van de Arbeidsbeurs. Als de
heer Tibboel nu op die woning komt, zal die later weer moeten
verhuizen om plaats te maken voor den Directeur van de
Arbeidsbeurs. Men merkt daar op, dat dit ook geldt voor den
heer Neisingh, maar deze zit in Katwijk zonder woning en
voor hem is het dringend noodzakelijk dat hij hier komt
wonen; hij heeft daarom minder bezwaar tegen verhuizing
dan de heer Tibboel.
De heer Kuivenhoven. M. d. V. Ik ben er niet voor den
heer Neisingh in deze woning te plaatsen. Waarschijnlijk zal
over twee maanden de Arbeidsbeurs klaar zijn en nu wordt
er wel gezegd, dat de woning per maand wordt verhuurd,
maar dat argument zou alleen waarde hebben, indien er geen
woningnood bestond en de heer Neisingh zeker was spoedig
een andere woning te vinden. Als de Directeur van de
Arbeidsbeurs die woning moet betrekken, dan zal deze moeten
worden ontruimd, maar dan zit de heer Neisingh er in en
zal het niet zoo gemakkelijk zijn hem er uit te krijgen. Ik
acht het daarom veel beter voor den heer Neisingh een woning
op den Nieuwen Rijn te reserveeren.
De heer Bots. M. d. V. Bij den heer Neisingh is de nood
zakelijkheid om te verhuizen zeer dringend, omdat hij te
Katwijk in een pension zit, waar hij zich erg moet behelpen
en waar zijn inboedel nog niet eens is uitgepakt. Heeft hij te
Leiden een voorloopig onderdak, dan heeft hij daar beter de
gelegenheid een andere woning te vinden. Tevens is er een
kans, dat hij op deze bovenwoning kan blijven wonen, althans
gedurende eenigen tijd, voor het geval namelijk dat tot Directeur
van de Arbeidsbeurs iemand wordt benoemd, die te Leiden woont.
De heer Kuivenhoven. Het bezwaar voor den heer Neisingh
is niet zoo groot. De zomer is bovendien op handen.
De heer Bots. Ik moet even opmerken, dat tegen het seizoen
te Katwijk de prijzen van de pensions sterk worden opge
dreven, zoodat het wonen daar voor den heer Neisingh in den
zomer veel duurder wordt.
Het zijn nu eenmaal abnormale omstandigheden. Ik kan er
ook niets aan doen.
De heer van Stralen. M. d. V. Ik kan mij met het voorstel
van Burgemeester en Wethouders om deze woning aan den
heer Neisingh te verhuren wel vereenigen, als door Burge
meester en Wethouders de pertinente toezegging gedaan wordt
liefst dat de woning in de Burchtsteeg No. 2 voor den heer
Tibboel beschikbaar is.
Ik zeg dit met eenige reden. Als dergelijke pertinente toe
zegging door Burgemeester en Wethouders niet gedaan wordt,
dan zal de heer Tibboel voor het perceel Garenmarkt waar
schijnlijk 6 maanden uitstel van de Huurcommissie krijgen.
Eigenlijk is die beslissing reeds genomen; maar het is zoo
goed als zeker dat, als hij de toezegging krijgt, welke ik vraag,
hij dan direct zijn verzoek ten aanzien van het perceel Garen
markt zal intrekken, waardoor de woning zal vrij komen voor
den heer Neisingh.
Ik hoop dus, dat van de zijde van Burgemeester en Wet
houders die toezegging komen zal. De heer Tibboel heeft er
eenigszins recht op, want bij de behandeling der zaak is komen
vast te staan, dat hij inderdaad huurrecht heeft op de woning
aan de Garenmarkt. Als de gemeente in haar belang in het
belang van een harer ambtenaren de woning aan de Garen
markt liever niet aan den heer Tibboel afstaat, laat zij dan
aan dezen deze concessie doen. Dan is voor mij de zaak van
de baan.
De heer Bots. M. d. V. Dergelijke toezegging kunnen wij
onmogelijk doen, omdat wij niet kunnen onderzoeken of die
woningen vrij kunnen komen. Wij moeten eerst zekerheid
hebben, dat die woningen opgeknapt worden, maar daarom
weet ik nog niet of de bewoner van perceel Burchtsteeg 2
bereid is te verhuizen. Als wij dien de huur opzeggen, dan
gaat hij misschien naar de Huurcommissie en dan zitten wij
weder vast.
De heer Mulder. M. d. V. Kunnen wij niet eindigen met
dat ellendig klein gedoe? Men wordt er naar van. Zoodoende
moet de geheele boel stranden. Als iedereen zich gaat bemoeien
met die kleine nesterijen, dan komt er niets van terecht.
Is de heer van Stralen en is de geheele Raad niet van
overtuiging dat voor Tibboel alles gedaau wordt wat maar
mogelijk is om hem huisvesting te geven? In de Fabricage-
commissie hebben wij met aller toestemming al het mogelijke
er aan gedaan en dat is in het College van Burgemeester en
Wethouders volmondig geaccepteerd.
Tibboel heeft feitelijk geen recht, maar wij gevoelen zeer
goed, dat er ten slotte ook een zekere verplichting is en dat
wordt hier in aanmerking genomen.
Er wordt gesproken van de Huurcommissie, maar daarmede
hebben wij, wat dit punt betreft, niets te maken.
Men moet overtuigd zijn, dat het er niet om te doen is
Tibboel met een kluitje in het riet te sturen en te zeggen:
ga heen en wordt warm, doch dat voor hem gedaan wordt
wat kan.
Laten wij met die nesterijen eindigeD.
De heer van Stralen. M. d. V. Kunnen Burgemeester en
Wethouders toezeggen dat Tibboel krijgt een van die woningen
Anders stem ik tegen dit voorstel. Het gaat niet aan een
voorstel tot verhuring te behandelen, terwijl vaststaat dat de
Huurcommissie aan iemand anders recht op die woning heeft
gegeven.
De heer de Lange. Wat hebben wij hier toch met die
Huurcommissie te maken
De heer van der lip. M. d. V. Het spijt mij, dat ik het
debat moet rekken, maar ik wensch toch even te protesteeren
tegen de houding, welke de heer van Stralen aanneemt. Hij
is lid van de Huurcommissie en nu zegt hijde Huurcommissie
heeft een bepaald besluit genomen voor het geval de Raad
niet dit of dat doet. Hij gebruikt dus zijn lidmaatschap van
de Huurcommissie om den Raadsleden dreigementen voor te
houden. Ik zou zeggen: wij hebben daarmede niets te maken.
Bovendien maken die dreigementen op mij niet zoo erg veel
indruk, omdat er van de beslissingen van de Huurcommissie
altijd nog beroep bestaat bij den kantonrechter. In elk geval
keur ik de houding van den heer van Stralen in deze af.
De heer Bots. M. d. V. Ik heb reeds in de vorige vergadering
gezegd, dat het de bedoeling van Burgemeester en Wethouders
is om, als deze huizen in orde zijn gemaakt, een daarvan aan
den heer Tibboel aan te bieden, maar om er nu precies een
uit te pikken en te zeggen, dat hij dat zal krijgen, kan
ik niet.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik stel voor dit debat te sluiten.
De Voorzitter. Door den heer Sijtsma wordt voorgesteld
dit debat te sluiten.
De heer van Stralen. M. d. V. Ik vraag het woord.