95 stilzwijgend met vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaar vóór 31 December 1931 of van een vijfjaarlijkschen verleugingstermijn deze overeenkomst schriftelijk opzegt. Leiden is tevens bevoegd deze overeenkomst te doen eindigen, indien de provincie Zuid-Holland van haar recht tot geheele of gedeeltelijke naasting van de voor de drie gemeenten dienende hoogspanningslijnen gebruik maakt. Bij het eindigen dezer overeenkomst vóór 31 December ■19-46 blijven de drie gemeenten niettemin verplicht tot 31 December 1946 jaarlijks een bedrag als bedoeld in art. 8 sub a aan Leiden te voldoen. Bij het eindigen dezer overeenkomst behoudt Leiden de noodige vergunningen, genoemd in art. 3 voor zoover en zoolang deze noodig zijn aan hare dan loopende verplichtingen tot stroomlevering aan derden of andere gemeenten te voldoen. Indien de drie gemeenten overeenkomstig de regelen in de bovenstaande alinea's omschreven, de overeenkomst opzeggen, zullen zij na afloop dezer overeenkomst dat gedeelte van het door Leiden gelegde leidingnet met toebehooren, dat niet tevens dienst doet voor de electriciteitsvoorziening in andere gemeenten, overnemen tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te stellen. Mocht dit gemeenschappelijk overleg niet tot overeenstem ming omtrent taxatie leiden, dan zal de taxatie in hoogste ressort geschieden door drie deskundigen, benoemd op de wijze als in art 16 voor scheidsrechters aangegeven. Artikel 16. Arbitrage. Alle geschillen tusschen Leiden en de drie gemeenten, uit óf naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande, ook die betreffende de voorwaarden, waarop verhooging van vermogen, als bedoeld in art. 7, le al. eventueel zal plaats vinden, zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheidsmannen, behoudens maatregelen van conservatoiren aard of in kort geding voor den President van de rechtbank. Elk der partijen zal een scheidsman benoemen, terwijl de aldus benoemden in gemeen overleg een derde zullen aan wijzen. Mocht een der partijen in gebreke blijven tot benoe ming van een scheidsman over te gaan, na daartoe door de wederpartij schriftelijk te zijn aangemaand, of kunnen de beide benoemde arbiters niet tot overeenstemming geraken omtrent den derden scheidsman, dan geschiedt de benoeming der drie arbiters door den bevoegden rechter op verzoek van de meest gereede partij. De scheidsmannen zullen als goede mannen naar billijkheid rechtspreken en zelf de regelen der procedure vaststellen. Artikel 17. Overgang der overeenkomst op een naamlooze vennootschap. Indien door de drie gemeenten een naamlooze vennootschap wordt opgericht tot exploitatie van haar electrisch bedrijf, zal, indien de N.V. daartoe haar wensch te kennen geeft, Leiden inplaats van aan de drie gemeenten electriciteit aan de N.V. leveren op dezelfde voorwaarden, als waarop volgens deze overeenkomst Leiden aan de drie gemeenten moet leveren, op welke N.V. alsdan alle rechten en verplichtingen uit dit contract voor de drie gemeenten voortvloeiende, overgaan, met dien verstande dat alle bepalingen in dit contract be treffende de door de drie gemeenten aan Leiden te verleenen concessie, betreffende de verplichtingen aan de drie gemeenten opgelegd in art. 3 dezer overeenkomst, betreffende alle door de drie gemeenten aan Leiden te verleenen vergunningen en alle andere rechten en verplichtingen van publiekrechtelijken aard, voor de drie gemeenten blijven gehandhaafd, ook al ge schiedt de levering van electriciteit aan de Naamlooze Ven nootschap. In afwijking van art. 3 zullen de drie gemeenten, elk voor zoover haar aangaat, aan de N. V. indien dit contract op haar overgaat, de benoodigde concessie verleenen tot het leveren van electriciteit en gas in de drie gemeenten en de benoodigde vergunningen voor het leggen, hebben en onder houden van kabels en geleidingen, het een en ander voor den tijd en voor zoover zulks noodig is om de N.V. in staat te stellen de door Leiden geleverde electrische energie onder de aangeslotenen in het gebied van de drie gemeenten te dis- tribueeren. Indien het contract op de N. V. overgaat, neemt het, onver minderd de bevoegdheid van Leiden tot opzegging in de gevallen, omschreven in art. 15, een einde, indien of de drie gemeenten of de N. V. overeenkomstig en met inachtneming van de bepalingen van art. 15 opzegging doen, welke opzeg ging bij overgang op de N.V. ook door de drie gemeenten kan geschieden. De drie gemeenten stellen zich gezamenlijk borg voor alle Verplichtingen der N, V. tegenover Leiden, en wel elke ge meente voor een deel, evenredig aan het nominale bedrag, waarvoor zij in het kapitaal der N. V. zal hebben deel genomen. Mocht na overgang van dit contract op de N. V. deze een einde nemen, ontbonden worden of, om welke reden ook, ophouden te bestaan, dan worden vanaf het oogenblik van het niet meer bestaan der N. V. de drie gemeenten weder als contractanten aangemerkt en herleven dus voor haar alle verplichtingen en rechten als zoodanig. Leiden, 17 Mei 1921. Wij hebben de eer Uw College hierbij te doen toekomen een concept overeenkomst, in zake de levericg van electri citeit aan de gemeenten Sassenheim, Lisse en Hillegom. Nu de vaststelling der overeenkomsten met Ter Aar, Nieuw- veen, Nieuwkoop eu Zevenhoven, met welke dit concept contract groote overeenkomst vertoont, eerst zeer onlangs heeft plaats gehad, kan onze toelichting kort zijn en zich bepalen tot het aanwijzen van de voornaamste punten van verschil. In de eerste plaats uit zich dit verschil in de wijze van exploitatie van de laagspanningsnetten en de levering va'ri den stroom; terwijl de gemeenten Ter Aar, Nieuwveen, Nieuwkoop en Zevenhoven elk op zich zelf voor die exploi tatie en levering zorgen, zal dit ten aanzien van Sassenheim, Lisse en Hillegom geschieden door een door deze gemeenten daartoe op te richten naamlooze vennootschap, op welke het contract overgaat en voor welke de gemeenten borg blijven met betrekking tot de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. In verband hiermede is in het concept-contract art. 17 opgenomen, dat zoowel de rechten en verplichtingen van Leiden tegenover de naamlooze vennootschap en de drie ge meenten, als van deze laatsten tot Leiden eii de naamlooze vennootschap regelt. In de kosten van aanleg van den hoogspanningskabel, die geraamd worden op f 95.000.voorts in de kosten van rente, afschrijving en onderhoud van den kabel zal door de gemeenten gedurende 25 jaren een vaste som van f 5500. per jaar worden bijgedragen. In verband hiermede is het tarief iets lager gesteld dan dat van de onlangs vastgestelde overeenkomsten. De jaarlij ksche opbrengst aan gele verden stroom aan de gemeenten voor licht en kracht wordt in volle exploitatie °P i f 50.000.per jaar geschat, terwijl Leiden zich het recht heeft voorbehouden, aan groot-afnemers, die jaarlijks een verbruik van meer dan 20.000 K.W.U. garandeeren, zelf rechtstreeks te leveren. Indien Uw College zich met bijgaande voorwaarden kan vereenigen, verzoeken wij U den Raad voor te stellen zijne goedkeuring aan deze levering te hechten en machtiging te verleenen tot het aangaan van eene overeenkomst als hierbij gevoegd en tot uitbreiding van het hoogspanningskabelnet voor dit doel tot een bedrag van ƒ95.000.waarvan f 15.000. voor inrichting van het hoogspanningsstation en f 80.000. voor den eigenlijken kabel. Het kapitaal der fabrieken behoeft voor dit doel niet te worden aangevuld, aangezien de kosten uit de aanwezige gelden kunnen worden bestreden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. C. W. v. d. Pot Bzn., Voorzitter. J. A. v. d. Stok, lo Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 162. Leiden, 20 Mei 1921. Ons volkomen vereenigende met nevensgaand voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in zake verlaging van den gasprijs met 2 cent per M3., geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten, dat met ingang van de meteropneming in het begin der maand Juni 1921, de prijs van het gas voor de gewone verbruikers te Leiden 15 cent per Ms. en voor de muntmeter-verbruikers te Leiden 16 cent per M3. zal bedragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 18 Mei 1921. Wij hebben de eer U te berichten, dat een nader met den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit gepleegd overleg ons er toe leidt, U thans in overweging ta geven om aan den Raad voor te stellen te besluiten tot ver- f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 38