MAANDAG 9 MEI 1921. 193 De artikelen 1 tot en met 7 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXVII. Voorstel tot vaststelling van do verordening houdende wijziging van de verordening van 3 Mei 1920 (Gem. blad No. 18), regelende de heffing van eene belasting onder den naam van »Havengeld" in de gemeente Leiden, naar aanleiding van het ingekomen adres van de Leidsche Stoomboot maatschappij »de Volharding" e. a. (Zie Ing. St. No. 152.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 en 2 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming wordt vastgesteld. XXVIII. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1919/1920 en 1920/21. (Zie Ing. St. No. 136.) De beraadslaging wordt geopend. De heer F. Elkerbout. M. d. V. Het is mij bekend, dat er wederom dwangbevelen worden uitgevaardigd tegen personen, die over 1919/'20 te veel belasting hebben betaald en terug betaling zullen krijgen. Ik zou gaarne weten hoeveel reclame's nog te wachten zijn en of deze spoedig tegemoet gezien kunnen worden. De heer Wilmer. M. d. V. Ik kan het juiste aantal niet noemen. Het vorige jaar zijn het er velen geweest. De heer Eikerbout kan echter zien, dat er elke raadsvergadering een heele lijst komt van beslissingen ten aanzien van reclames. Vlugger afhandelen is niet doenlijk. Hoevelen het betreft wil ik wel informeeren en het in de volgende vergadering mededeelen. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt beschikt op diverse bezwaarschriften, belastingjaren 1919/1920 en 1920/1921 overeenkomstig het advies van de met het onderzoek daarvan belaste Commissie. De Voorzitter. Heeft een der leden thans nog iets in het belang der gemeente in het midden te brengen? De heer Knuttel. M. de V. Het wordt in den laatsten tijd gewoonte om houten gebouwen te gaan plaatsen en er dan later toestemming voor te vragen. Dat zag ik nog onlangs in een tuin aan den Witten Singel, bij de Rembrandtstraat, waar men een zeer ontsierend gebouwtje heeft geplaatst. Ik zou wenschen dat Gemeentewerken aan dit wanbedrijf paal en perk stelt. De heer Bots. Ik zal het onderzoeken. De heer A. Elkerbout. M. d. V. Het vorige jaar is er een adres ingekomen van verschillende ambtenarenorganisaties, waarin een vacantietoeslag werd gevraagd. Dit is gezonden naar de commissie voor het georganiseerd overleg, die een voorstel aan Burgemeester en Wethouders heeft gezonden om praeadvies. Ik zou willen vragen of dat praeadvies spoedig komt. De Voorzitter. Wij zijn er nog niet aan toegekomen. Ik weet er niets anders op dit oogenblik op te antwoorden dan dat wij er zoo spoedig mogelijk mede voor den dag zullen komen. Wij worden voortdurend overladen met werk en het is moeilijk er doorheen te komen. De heer A. Elkerbout. Het duurt reeds een jaar; het wordt dus langzamerhand tijd dat een praeadvies den Raad bereikt. Wij zitten bijna in de vacantie en de menschen rekenen er op, dat zij er wat van zullen hooren. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik zou den Wethouder van de Volkshuisvesting willen vragen, of wij spoedig kunnen tegemoetzien het praeadvies naar aanleiding van de twee verzoeken, welke aan den Raad zijn gedaan door de woriing- bouwvereeniging »De Eendracht", dd. 5 April en 12 April 1921. Ik vraag het daarom, omdat wij allen weten hoe lang het duurt eer de toestemming in den Haag verkregen is en ook omdat de zomer de gunstigste tijd is om te bouwen. Hoe vlugger wij ermede zijn hoe vlugger wij ook het antwoord van den Minister kunnen te gemoetzien en hoe spoediger de woningbouwvereeniging aan den gang kan gaan. Het heeft altijd veel nadeel om in den winter te bouwen. Het gaat over de 9 woningen en over die 115 woningen met 2 winkelhuizen. De heer van der Pot. Ik tracht den loop van die zaak te bespoedigen; het ligt niet aan mij. Ik hoop, dat men het plan van die 9 woningen zal beschouwen als een aanvulling van het reeds bestaande plan. Wij hebben nog niet gekregen de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op den aankoop van dien grondde beslissing is verdaagd men schijnt het wat veel te vinden. Daarop moet het wachten. De heer van Stralen. Verschillende organisaties hebben aangedrongen op het houden van een vergadering van het georganiseerd overleg. Sinds 1 December 1920, dat is dus ruim 5 maanden geleden, heeft geen vergadering plaats gehad, terwijl toch verschillende punten op behandeling wachten. De organisaties stellen er grooten prijs op dat eindelijk een vergadering plaats heeft en ik zou er ten sterkste op willen aandringen dat daaraan gevolg gegeven wordt. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 33