GEMEENTERAAD VAN LEDEN.
I
65
IKOEKOIIKÜ STUKKEN.
N°. 110. Leiden, 7 April 1921.
Wij hebben de eer Li hierbij ter vaststelling aan te bieden
het le Suppletoir Kohier der plaatselijke directe belasting
naar het inkomen, belastingjaar 1920/21.
Bij onveranderde vaststelling zal het belastbaar inkomen
bedragen 1062150.—.
De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden toe
gezonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 111.
Leiden, 7 April 1921.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting naar het
inkomen, belastingjaar 1920/21, met een belastbaar inkomen
van ƒ4114084.
De proefdrukken van dit kohier zijn aan de Raadsleden
toegezonden.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
No. 112.
Leiden, 7 April 1921.
Het is ons College gebleken, dat in de U ter vaststelling
aangeboden verordening regelende de heffing van school
gelden aan het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool voor
Jongens en de Hoogere Burgerschool voor Meisjes te Leiden
(Ingek. Stukken No. 95) een leemte voorkomt.
In de tabel, opgenomen in artikel 5, is toch niet geregeld
het schoolgeld, dat door den schoolgeldplichtige moet worden
betaald, indien bij de vaststelling van diens belastbaar inkomen
met geen enkel kind rekening wordt gehouden.
Wij geven U daarom alsnog in overweging boven kolom 1
van de tabel te lezen: «Bij een zuiver inkomen van de school
geldplichtige van": en boven kolom 2 in plaats van «één":
«geen of één".
Op deze wijze is tevens tegemoet gekomen aan het bezwaar,
dat bij uw medelid, den heer de Lange, blijkens een zijner
ingediende amendementen tegen artikel 5 bestaat.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 113. Leiden, 11 April 1921.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burge
meester en Wethouders tot aankoop van de perceelen teel-
land, benoorden den Heerensingel nabij de Lusthoflaan, kad.
bekend Sectie K nis 333 en 1836, tezamen groot 7617 M2.,
noch tegen de daarbij behoorende begrootingsregeiing. (Ing.
Stukken No. 106.)
Zij stelt U derhalve voor tot dien aankoop en tot goed
keuring van den desbetreffenden begrootingsstaat te besluiten.
Evenmin heett de Commissie, indien de Raad overeenkomstig
het betrekkelijke voorstel besluit, bezwaar tegen de supple-
toire begrootingsregeiing tot beschikbaarstelling van gelden
voor de stichting van een 2-1 al schoolgebouwen voor gewoon
lager onderwijs, op terreinen gelegen respect, aan de Verlengde
Stadhouderslaan en aan de Lusthoflaan, (Ingek. Stukken No.
109), weshalve zij U voorstelt tot goedkeuring van den be
grootingsstaat te besluiten.
Ten slotte deelt de Commissie U nog mede, dat de voor
gestelde verordening tot regeling van de heffing van school
gelden aan het Gymnasium en de beide Hoogere Burgerscholen
(Ing. Stukken No. 95) bij haar geen bezwaar ontmoet.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
N«. 114.
Leiden, 12 April 1921
de ter zake door het College van
Met verwijzing naar
Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der Gym
nasia uitgebrachte adviezen, geven wij Uwe Vergadering in
overweging Dr. G. M. Rutten, op zijn verzoek, eervol ontslag
te verleenen uit zijne betrekking van leeraar in de scheikunde
aan het Gymnasium, alhier, en dat ontslag te doen ingaan
op 1 September 1921.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 7 Maart 1921.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
ündergeteekende Dr. Gerardus Marie Rutten, leeraar aan
de H.B.S. en het Gymnasium te Leiden verzoekt Uwen
Raad met verschuldigden eerbied, hem ontslag te willen
verleenen uit zijne betrekking van leeraar aan het Gymnasium,
zulks met ingang van 1 Sept. 1921, aangezien het aantal
lessen in scheikunde dat aan de beide bovengenoemde inrich
tingen in den aanstaanden cursus zal moeten worden gegeven,
zeer waarschijnlijk zal bedragen: 30 aan de H.B.S. en 9 aan
het Gymnasium, welk aantal niet door één leeraar gegeven
kan worden.
G. M. Rutten.
N*. 115.
Leiden, 12 April 1921.
Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van
den heer P. Sneeuw bij ons College geen bezwaar bestaat,
geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer
P. Sneeuw, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen uit
zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere
school der 3e klasse No. 4, alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 30 Maart 1921.
Aan het College van Burgemeester en
Wethouders te Leiden.
Ondergeteekende, Sneeuw, Pieter, onderwijzer aan de school
3e klasse No. 4, heeft de eer UEdelachtbaar College te ver
zoeken hem eervol ontslag te verleenen tegen 1 Juli 1921
wegens zijn benoeming tot Leeraar aan de Rijkslandbouw-
winterschool te Veendam.
Hoogachtend
Uw dw. dr.
P. Sneeuw.
N#. 116.
Leiden, 14 April 1921.
In nevensgaand adres verzoekt het bestuur van de Ver-
eeniging tot aanleggen en onderhouden van Volkstuintjes «Ons
Belang" eene subsidie van de gemeente te mogeri ontvangen
ten bedrage van haar te kort over het jaar 1920.
Tot recht verstand van dit verzoek zij het ons vergund aan
de hand van het desbetreffend rapport van den Directeur van
Gemeentewerken het navolgende onder Uwe aandacht te
brengen.
De vereeniging «Ons Belang" werd opgericht in 1918, toen
de voedselnood hoog gestegen was en ailerwege, ook door het
Gemeentebestuur van Leiden, gronden aan de bevolking
werden uitgegeven om door deze te worden bewerkt en met
voedingsgewassen te worden beplant.
«Ons Belang" huurde voor dit doel van de heeren W. Bink
en cons, de perceelen in den grooten Stadspolder Sectie N,
nis 190, 191 en 152, gro'>t 3.1450 H.A., gelegen tusschen de
spoorbaan en de Slaagh- of Stinksloot voor een tijdvak van
5 jaren, d. i. tot ultimo December 1923 voor 1550.—per jaar
d.i. ƒ493.per H.A. Er werden aangelegd ongeveer 200 tuintjes,
ter oppervlakte van 130 tot 200 M2., die voor 6 cent per M2.
aan de leden der vereeniging werden verhuurd.
Gedurende het eerste jaar der exploitatie waren alle gronden
in gebruik, doch daar het verkavelen en scheuren van het
terrein (perceel No. 190 was w-iland) belangrijke uitgaven
vorderden, sloot dit jaar met een nadeelig saldo van ƒ97.811.
In 1920 kwamen 29 tuintjes ten gevolge van het bedanken
van verschillende leden open en ging het bestuur op des
kundig advies er toe over dezen grond met suikerbieten te
beplanten, hetgeen tot groote teleurstelling leidde, daar het