34 MAANDAG 7 FEBRUARI 4921, Met 22 stemmen wordt besloten mevr. M. van der Hoeven Fraai weder voor den tijd van drie jaren, ingaande 5 Februari 1921, in hare betrekking van Stadsvroedvrouw te bestendigen; 1 biljet was in blanco. (De heer Kuivenhoven was inmiddels ter vergadering ge komen.) 111. Voorstel: a. om een gedelegeerde uit den Gemeenteraad te doen zitting nemen in het Bestuur der vereeniging »School- kindervoeding en -kleeding". (Zie Ing. St. No. 40.) De beraadslaging wordt geopend. De heer van Eck. M. d. V. Indien de Raad er toe overgaat in het Bestuur van deze vereeniging een gedelegeerde te benoemen, is het dunkt mij wel wenschelijk, dat daarvoor een deskundige wordt aangewezen, en, met alle respect voor de kundigheden van de mannen op dit gebied, komt het mij zeer aanbevelenswaardig voor een vrouw aan te wijzen. Ik vestig dan ook de aandacht op mevr. DubbeldemanTrago. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. III. b. Benoeming van een gedelegeerde in het Bestuur der sub a genoemde vereeniging. (Zie Ing. St. No. 40.) Bij de eerste vrije stemming worden uitgebracht op: Mevr. DubbeldemanTrago en den heer Oostdam ieder 5, op den heer Meijnen 4, op Mevr. BaartBraggaar en den heer de Lange ieder 3 stemmen en op de heeren Eerdmans, Wilmer en.van Hamel ieder 1 stem, terwijl 2 biljetten in blanco waren. (De heer Groeneveld en Mevr. Baart—Braggaar waren inmid dels ter vergadering gekomen.) De Voorzitter. Aangezien niemand de volstrekte meerder heid van stemmen op zich vereenigd heeft, moet een tweede vrije stemming plaats hebben. Thans worden uitgebracht op: den heer Meijnen 9, den heer Oostdam (i, op Mevr. DubbeldemanTrago 5, op Mevr. Baart—Braggaar 3 stemmen en op den heer Heemskerk 1 stem, terwijl 1 biljet in blanco was. De Voorzitter. Aangezien wederom niemand de volstrekte meerderheid van stemmen op zich vereenigd heeft, zal een herstemming moeten plaats hebben tusschen de heeren Meijnen en Oostdam. Beide heeren mogen niet aan de stemming deelnemen. Wordt benoemd met 12 stemmen de heer Meijnen; de heer Oostdam verkreeg 8 stemmen, terwijl 4 biljetten in blanco waren. (De heeren Meijnen en Oostdam onthielden zich van mede stemmen, terwijl de heer van Hamel inmiddels ter vergadering was gekomen.) De Voorzitter. Is de heer Meijnen bereid de benoeming aan te nemen? De heer Meijnen. M. d. V. Ik wensch mijne benoeming in beraad te houden. De Voorzitter. Mag ik de leden van het stembureau be danken voor de genomen moeite? IV. Praeadvies op het verzoek van P. J. Mulder om eervol ontslag als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. (Zie Ing. St. No. 41.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Praeadvies op het verzoek van H. J. Hartwijk om eervol ontslag als leeraar in algebra en meetkunde aan de afdeeling A der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 42). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Praeadvies op het verzoek van Mej. H. Pel om eervol ontslag als leerares in de handwerken aan d6 afdeeling B der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen. (Zie Ing. St. No. 43). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Rekening, dienst 1919, van den Armenraad. (Zie Ing. St. No. 415 van 1920.) De beraadslaging wordt geopend. De heer de Lange. M. d. V. Ik wil alleen even opmerken, dat ik met zeer veel instemming uit een missive van den Armenraad heb gezien, dat de kosten van verwarming in 1920 slechts 86.82s hebben bedragen, zoodat de juistheid van mijn opmerking, dat de verwarmingskosten over 1919 buitensporig hoog waren, door den Armenraad zelf zeer duidelijk is aangetoond, aangezien in het jaar, dat volgde, de kosten ongeveer de helft bedroegen. De beraadslaging wordt gesloten en vervolgens zonder hoofdelijke stemming tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heeren Bots en van der Lip hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) De Voorzitter. Ik kan den heeren mededeelen, dat de rekening is goedgekeurd en daaraan van een enkele zijde de opmerking is toegevoegd, dat de laatste opgave van de kosten van verwarming zoo verbazend veel gunstiger is dan over 1919 het geval was. VIII. Begrooting, dienst 1921, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. No. 37.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze begrooting besloten. IX. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1920, van het College van Vrouwen-Kraammoeders. (Zie Ing. St. No. 37). Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van dezen staat van af-en overschrijving besloten. X. Begrooting, dienst 1921, van het College van Vrouwen- Kraammoeders. (Zie Ing. St. No. 37.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze begrooting besloten. XI. Rekening, dienst 1920, van de Plaatselijke School commissie. (Zie Ing. St. No. 37.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De voorzitter en de heeren van Hamel en Meijnen hadden tijdens de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten, terwijl de heer Bots in dien tijd het voorzitterschap waarnam.) XII. a. Herstemming over de motie-Oostdam, in zake be schikbaarstelling van een bedrag van f 1000.als gezamen lijke subsidie voor Bureaux voor juridische en sociale adviezen ten behoeve van on- en minvermogenden. (Zie Ing. St. No. 7.) Met 14 tegen 12 stemmen wordt de motie van den heer Oostdam verworpen. Tegen stemmen: de heeren Sijtsma, Rotteveel, de Lange, Eerdmans, Bots, van der Lip, van der Pot, Mulder, Splinter, Wilbrink, Kuivenhoven, Meijnen, van Hamel en de Voorzitter. Vóór stemmende heeren Dubbeldeman, van Eck, Heemskerk, Oostdam, Eikerbout, Wilmer, Sanders, van Stralen, Groeneveld, Mevr. Baart—Braggaar en de heeren Bisschop en Schoneveld. XII. b. Praeadvies op het verzoek van den Christelijken Besturenbond en het Plaatselijk Comité voor de Katholieke Sociale Actie, om toekenning van eene subsidie, ten behoeve van hun Bureau voor Rechtskundige en Sociale Adviezen, over de jaren 1919 en volgende. (Zie Ing. St. No. 7.) De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders dringen er bij den Raad op aan om ook dit verzoek af te wijzen, aan gezien het heelemaal op niets gelijkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 2