MAANDAG 7 FERRARI 1921.
55
was Jan de prijs, die gevraagd werd van de Leidsche inge
zetenen, die de parelcokes aan de gasfabriek komen afhalen.
Dezen moeten betalen ƒ1,80 per H.L., terwijl aan dien grooten
afnemer de parelcokes geleverd is tegen ƒ1,40 per H.L.
Dat leek mij een oogenblik vreemd, wanneer ik uitging
van het idee dat die cokes voor ƒ1,40 te leveren was; en ik
kon eenigszins begrijpen, dat de heer Dubbeldeman zeide:
als die cokes voor ƒ1,40 zonder verlies te leveren is, waarom
kunnen dan ook niet Leidsche ingezetenen daarvan profiteeren
Nader is mij echter gebleken dat de quaestie aldus zit.
Die cokes wordt op het oogenblik verkocht met zeer groot
verlies, doordat de cokes gemaakt wordt van kolen, die nog
zoo aanmerkelijk duurder waren dan tegenwoordig het
geval is.
De gewone cokes zouden op het oogenblik moeten opbrengen
om geen verlies te geven ƒ4.de parelcokes wordt ge
woonlijk iets lager gesteld. Maar de prijs van ƒ3,50, waarop
de gewone cokes aanvankelijk gestaan heeft, was reeds lager
dan de prijs van ƒ4.—, die noodig was; en de omstandigheid,
dat de cokesprijs op de markt in eens zoo geweldig daalde,
heeft zelfs gemaakt, dat die prijs van ƒ3.50 niet te hand
haven was: deze prijs is in eens omlaag moeten gaan tot
ƒ2.50, en zelfs de prijs van de parelcokes tot ƒ1.80.
Die cokes wordt dus verkocht met verlies.
Nu komt er nog een andere factor bij n.l. dat het voor de
Gasfabriek van buitengewoon groot belang is dat de cokes
geregeld, in groote quanta, naarmate zij wordt geproduceerd,
wordt weggenomen. Het levert voor de Gasfabriek een aan
merkelijke vermeerdering van verlies op, als de cokes daar
langer moet blijven liggen, als zij hooger moet worden opge
stapeld, verder weggevoerd, enz. Er is een groot belang aan
verbonden, dat men de cokes telkens tijdig opruimt. Dit is
de reden van de daardoor zeer begrijpelijke gedragslijn, dat
aan groote afnemers, die zich verbinden een zeer groot quantum
af te nemen, en dat ook binnen zeer korten termijn van de
fabriek weg te voeren, een lagere prijs wordt geboden.
Dit is geschied en zoo is die parelcokes, die overigens tegen
ƒ1.80 geleverd werd, tegen ƒ1.40 afgestaan, onder de voor
waarde van spoedig wegvoeren, die veel gewicht in de schaal
legt: ook voor de gewone cokes is onder dezelfde omstandig
heden de prijs lager gesteld moeten worden.
Dit is slechts noodgedrongen geschied. Men werkt niet
gaarne met verlies, maar het was noodig om een noggrooter
verlies te voorkomen. Ik meen hiermede duidelijk te hebben
gemaakt wat op zich zelf vreemd zou aangedaan kunnen
hebben.
De heer Dubbeldeman. Wat de Wethouder verteld heeft,
is voor mij duidelijk, doch niet duidelijk is mij waarom, als
de Gasfabriek die cokes toch met verlies.van de hand doet,
dan de ingezetenen van Leiden, speciaal de menschen, die de
dure brandstof het minst gemakkelijk kunnen koopen, van
dat verlies niet mogen profiteeren. Waarvoor moet diegoedkoope
cokes naar buiten de stad gaan Waarom moeten de ingezetenen
20 cent meer betalen dan door de fabriek gevraagd wordt
aan die afnemers van elders?
Ons werd een hoeveelheid van 200 H.L. cokes aangeboden
tegen ƒ1.50. Dat wil dus zeggen, dat die koopman niets anders
te doen had dan die 200 H.L. over te doen en hij zou dan
slapende verdiend hebben 200 X ƒ0.10.
Nu zeg ik: als het noodzakelijk is dat de fabriek die cokes
opruimt tegen een minderen prijs dan aanvankelijk hier
vastgesteld was, waarom dan niet de ingezetenen in de
gelegenheid gesteld die cokes tegen dien goedkoopen prijs weg
te halen? Ik geef den Wethouder de verzekering, als het
Leidsche publiek geweten had dat het die cokes tegen dien
prijs had kunnen weghalen, dan was het weggevlogendan
was de directie van de fabriek verzekerd geweest dat er geen
groote hoop cokes was blijven liggen. Die was weggehaald
geworden, niet alleen door de mindergegoeden, maar ook door
de meergegoeden. Dat hadden zij liever gedaan dan voor de
cokes, thuis gebracht, ƒ1.90 per H.L. betalen. Ik geef u de
verzekering, dat bij groote hoeveelheden die cokes wel tegen
10 cent per H.L. is rond te brengen.
Van het verlies, dat op die cokes werd geleden, hadden in
de eerste plaats de ingezetenen moeten profiteeren en dat
was mogelijk geweest, indien de Directeur van de Gasfabriek
een advertentie had geplaatst, dat de cokes tegen ƒ1.40 per
H.L. kon worden afgehaald. Of die cokes naar het station
werd gebracht dan wel werd afgehaald, kon geen verschil
maken, want zij werd aan die handelaren buiten de stad
geleverd franco station. Daarvoor moesten toch ook eenige
werkzaamheden worden verricht, zooais wegen, laden enz.
Datzellde had men voor de ingezetenen kunnen doen, dan
had het aan de fabriek geen cent meer gekost. Had men dan
ten slotte nog cokes over gehad en had men die dan aan
vreemde afnemers verkocht, dan zou ik gezegd hebben: fiat!,
maar thans hebben alleen de groothandelaren van deze
noodzakelijk geworden aanbieding geprofiteerd.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik geloof, dat de heer
Dubbeldeman de zaak zoo niet heel juist stelt. Hij zegt, dat,
als men die cokes voor den prijs van f1.40 per H.L. ter be
schikking van de ingezetenen had gesteld, zij vlug zou zijn
weggehaald, maar ik kan dat niet toegeven, omdat de opgedane
ervaring zulks niet heeft geleerd. Er is een geweldige daling
van prijzen, welke een groote vermindering van de afname
van cokes tengevolge heeft. Dus ook al had men den prijs
40 cent lager gesteld, dan zou dat naar mijn meening niet
tengevolge hebben gehad, dat de cokes vlot wegging. Door
die sterke vermindering van de afname van cokes zitten de
brandstoffenhandelaren volgepropt. Er is een overproductie van
cokes en de fabriek was dol blij, dat zij iemand van buiten
kon vinden, die ze weghaalde.
De heer Dubbeldeman. Dat zouden de ingezetenen ook
hebben gedaan.
De heer van der Pot. Neen, de daling Van den prijs met
ƒ1.per H. L. heeft in 't geheel niet tengevolge gehad, dat
de cokes zooveel sneller werd afgenomen.
De heer Dubbeldeman. Men had die cokes voor denzelfden
prijs als waarvoor men ze aan die handelaren leverde aan
de ingezetenen kunnen geven.
De heer van der Pot. Omdat de cokes goedkooper wordt,
laat iemand toch niet langer zijn kachel branden. Er is een
overproductie van cokes en te veel brandstof voor de behoefte
van ons land. Daar komt bij, dat wij geen strengen winter
hebben, zoodat de meening, dat men voor den prijs van
ƒ1.40 per H. L. den geheelen voorraad aan de ingezetenen
gemakkelijk zou zijn kwijt geraakt, door mij niet kan worden
onderschreven. Men zou ze dan wel mondjesmaat kwijt zijn
geraakt, maar zekerheid, dat men alles zou hebben kunnen
afleveren, bestond niet, wel echter als men ze verkocht aan
groothandelaren, die fabrieken en dergelijke onder hun afnemers
hebben.
Nu zegt de heer Dubbeldeman, dat de ingezetenen ook van
het verlies, dat op die cokes werd geleden, hadden kunnen
profiteeren, maar dan kan men evengoed vragen: waarom
levert men niet altijd maar met verlies?
De heer Dubbeldeman. Dat zal ik niet voorstellen.
De heer van der Pot. Ik heb den indruk gekregen, dat de
heer Dubbeldeman meende, dat de cokes voor ƒ1.40 zonder
verlies kon worden geleverd, maar dat is het geval niet en
dat verlies werd niet grooter doordat men de cokes aan
groothandelaren buiten de stad leverde.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Het staat zoo, dat de inge
zetenen op dit oogenblik de cokes koopen voor 1.80 per H.L.
en, als men nu morgen aan den dag 200 H.L. van die afnemers
buiten de stad kan krijgen tegen ƒ1.50 per H.L., dan kan
men die aan de ingezetenen thuisgebracht leveren tegen 1.60
per H.L. en dan bereikt men toch ook, dat de brandstoffen-
handelaren, die vol zitten met die cokes, daarmede blijven
zitten. Niemand betaalt ƒ1.80 per mud, als hij ze voor 1.00
kan bekomen bij de coöperatie «Vooruit". Ik denk, dat er
wel Raadsleden zouden zijn, die van zulk een goedkoope
gelegenheid zouden gebruik maken. De kwestie is, dat die
cokes toch moest worden verkocht tegen lageni prijs en nu
had men dunkt mij in de eerste plaats daarvan de ingezetenen
moeten laten profiteeren. Wij moeten in dit geval maling
hebben aan die tien of twaalf handelaren; het publiek gaat
voor. Laten die handelaren dan maar een tijd lang met hun voor
raad blij ven zitten. Ik houd vol, dat, als een advertentie was ge
plaatst, dat de cokes tegen ƒ1.40 per H.L. kon worden weg
gehaald, ze weggevlogen zou zijn, om lat de menschen gemak
kelijker ƒ1.40 kunnen betalen dan ƒ1.80.
Nu zegt de Wethouder: dan was het verlies misschien nog
grooter geweest. Dat zal de Directeur moeten aantoonen. Of
hij de cokes inlaadt, in een wagon franco station dan wel dat
hij ze laat inladen voor de menschen, die ze hier laten weg
halen, is precies hetzelfde.
De heer van der Pot. M. d. V. De heer Dubbeldeman weet
evenals ik, dat een verkoop bij kleine hoeveelheden duurder
is dan wanneer men in eens een groote hoeveelheid af
levert.
Wat de heer Dubbeldeman nu zegt is wat anders. Hij sprak
van de coöperatie «Vooruit". Wanneer de coöperatie een
groot quantum, eenige honderden hectoliters tegelijk, wil
afnemen, dan is er, naar ik vermoed, geen bezwaar daarvoor
ook diezelfde gunstige bepaling te treffen. Maar dat is geheel
iets anders dan dat iematid met een handwagen of kinder
wagen aan de gasfabriek komt om een half mudje cokes. Bij
grootere hoeveelheden kan een lagere prijs gevraagd worden.