GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
269
DIGEK4MEII STUKKE».
N°. 411. Leiden, 20 December 1920.
De door Burgemeester en Wethouders voorgestelde wijzi
ging van de verordening, regelende de heffing van opcen
ten op de hoofdsom der Grondbelasting (Ingek. St. No. 410),
zoomede het voorstel van Burgemeester en Wethouders
inzake de verhooging van het bouwvoorschot ten behoeve
van de Woningbouwvereeniging »de Eendracht" voor den bouw
van een volksbadhuis (Ingek. St. No. 406), ontmoeten bij de
Commissie van Financiën geene bedenkingen.
Zij geeft U derhalve in overweging overeenkomstig die
voordrachten te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 412. Leiden, 20 December 1920.
Met verwijzing naar nevensgaande aanbeveling van de Com
missie voor de Bewaarscholen, bieden wij U de volgende
voordracht aan voor de benoeming van een lid dier Commissie,
ter voorziening in de vacature, welke den laatsten December
van dit jaar zal ontstaan door de periodieke aftreding van
den heer Dr. J. C. M. Timmermans.
1°. Dr. J. C. M. TIMMERMANS;
2°. Dr. C. J. A. VAN ITERSON.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 16 December 1920.
Volgens art. 3 der Verordening van 13 Mei 1869, Gem.blad
No. 6 treedt jaarlijks een lid van de Commissie voor de Be
waarscholen af en is terstond herkiesbaar. De benoeming der
leden geschiedt door den Gemeenteraad, op voordracht van
Burgemeester en Wethouders.
Volgens art. 15 harer Instructie (van 15 November 1869)
zendt de Commissie bij Burgemeester en Wethouders eene
aanbeveling in van twee personen, die in aanmerking kunnen
komen bij de vervanging van het aftredend lid.
Art. 3 der Verordening van 13 Mei 1869 bovengenoemd
houdt ook nog in, dat één der Commissieleden geneeskundige
moet zijn.
Dit geneeskundig lid, Dr. J. C. M. Timmermans, is dit jaar
aan de beurt van aftreding.
Ter voorziening in de vacature heeft de Commissie voor
de Bewaarscholen de eer, de volgende aanbeveling bij U in
te zenden
1°. Dr. J. C. M. TIMMERMANS, aftredend lid;
2°. Dr. C. J. A. VAN ITERSON.
De Commissie voornoemd,
J. A. van Hamel, Voorzitter.
M. van Wamelen, Secretaris.
N°. 413. Leiden, 20 December 1920.
Wij hebben de eer LI de volgende voordrachten aan te
bieden voor de benoeming van
1°. een onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse,
No. 1, ter voorziening in de vacature, ontstaan door de
benoeming van den heer A. de la Rie tot onderwijzer aan
de O. L. school der 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 4,
aan den Maresingel alhier;
2°. een onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e
klasse, No. 3, ter vervanging van den heer G. Gesirik, aan
wien met ingang van den len September j.l. eervol ontslag
werd verleend;
3°. een onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e
klasse, No. 9, ter vervanging van den heer H. Teunissen, die
met ingang van '1 Juli 1920 benoemd werd tot onderwijzer-
plaatsvervangend hoofd aan de O. L. school der 2e klasse
voor jongens en meisjes, No. 4.
School 3e klasse No. 1.
1°. R. DIETERS, onderwijzer te Leeuwarden;
2°. L. ROGGEVEEN, onderwijzer te 's Gravenzande;
3°. A. J. SCHNEIDERS, onderwijzer te Amersfoort.
School 3e klasse No. 3.
1°. L. ROGGEVEEN, onderwijzer te 's Gravenzande;
2°. R. DIETERS, onderwijzer te Leeuwarden;
3°. S. GROEN, onderwijzer te Houtigehage.
School 3e klasse No. 9.
1°. A. J. SCHNEIDERS, onderwijzer te Amersfoort;
2°. R. DIETERS, onderwijzer te Leeuwarden;
3°. L. ROGGEVEEN, onderwijzer te 's Gravenzande.
Onder mededeeling, dat het advies van den Arrondissements-
Schoolopziener en de berichten van de hoofden der betrokken
scholen in de Leeskamer ter inzage liggen, geven wij U in
overweging tot de benoemingen over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 414. Leiden, 20 December 1920.
Wij hebben de eer U in overweging te geven gunstig te
beschikken op bijgaand verzoek van den heer C. F. H. Dumont,
om ontslag uit zijne betrekking van leeraar aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens, alhier en hem dat ontslag eervol
te verleenen met ingang van 22 Januari 1921.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan het College van Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende heeft de eer Uw college mede te deelen,
dat de Minister van Koloniën hem benoemd heeft tot leeraar
bij het Middelbaar Onderwijs in Nederlandsch-Indië.
In verband hiermede verzoekt hij U, met ingang van den
22sten Januari 1921, den vertrekdatum van het stoomschip,
waarmede hij de reis naar Indië zal aanvaarden, hem een
eervol ontslag te verleenen als leeraar aan de Hoogere Burger
school voor jongens alhier.
Leiden, 22 November 1920. Ch. Dumont.
N°. 415. Leiden, 21 December 1920.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geen bezwaar heeft tegen de rekening van den Armen
raad voor de gemeente Leiden, dienst 1919.
Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van die rekening
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.