MAANDAG 15 NOVEMBER 1920.
573
De Voorzitter. Ik wensch aan het gesprokene door den
heer Pera iets toe te voegen en wel over den ernst, waarvan
de heer van Eek sprak. Ik ben hier reeds geruimen tijd
burgemeester en bijna altijd hebben Burgemeester en Wet
houders op adressen, waarin saiarisverhooging werd gevraagd,
praeadvies uitgebracht. Ik zou willen vragen ol het van ernst
getuigt om thans weder op saiarisverhooging aan te dringen,
waar wij half Mei een aanzienlijke saiarisverhooging hebben
toegestaan, waarop destijds niet is beknibbeld, welke bijna
absoluut overeenkomstig de voorstellen van de ambtenaren-
vereenigingen en werkliedenvereenigingen is tot stand gekomen
ik schakel alleen het premievrij pensioen uit terwijl wij
bovendien weten, dat in het algemeen na 17 Mei de duurte
niet is toegenomen hoogstens voor een paar artikelen
en zelfs in den groothandel een neiging tot prijsdaling valt
te constateeren. Indien Burgemeester en Wethouders een
praeadvies uitbrengen en wij daarover een groot debat krijgen,
kunnen wij over drie maanden wederom de zaak gaan be
handelen. Er moeten ernstige redenen zijn om zulk een zaak
opnieuw ter hand te nemen en dan zijn Burgemeester en
Wethouders altijd bereid den Raad van praeadvies te dienen,
maar ik zie niet in, dat de huidige toestanden met die van
17 Mei zoozeer verschillen, dat er eenige.reden zou zijn om
met voorstellen tot saiarisverhooging te komen.
Dit is de reden waarom Burgemeester en Wethouders
voorstellen dit adres ter visie te leggen. De Raadsleden krijgen
daardoor de gelegenheid fnet eventueele voorstellen te komen.
Wanneer het noodig blijkt, dan kan daaromtrent door
Burgemeester en Wethouders praeadvies uitgebracht worden.
Wij kunnen echter niet aan den gang blijven en eeuwigdurend
dezelfde werkzaamheden blijven verrichtep.
De heer Van Eck. M. d. V. Het spreekt vanzelf, dat deze
zaak aan de orde komt bij de behandeling der begrooting.
Is het nu niet veel beter, dat Burgemeester en Wethouders
zich daarop voorbereiden door praeadvies uit te brengen?
Ik zeg niet in het algemeen, dat Burgemeester en Wet
houders de zaken niet ernstig behandelen, maar ik acht het
niet in overeenstemming met den ernst der zaak, dat na
een korte toespraak van den heer Pera de zaak afgedaan
wordt.
Het lijkt mij niet goed om de zaak op dergelijke onregel
matige wijze te behandelen. Het is ook slechts uitstel van
executie.
Er heerscht bij het gemeentepersoneel en bij een belang
rijk deel van den Raad de overtuiging, dat de groote massa
van de menschen, die in dienst van de gemeente werken,
onvoldoende loon krijgen. Burgemeester en Wethouders kun
nen dat bestrijden; laten zij daarvoor argumenten aanvoeren,
maar men moet niet eenvoudig deze zaak in den doofpot
duwen en zeggenals een Raadslid de zaak ter sprake wil
brengen, dan zal hij dat kunnen doen.
Ik zal dus stemmen tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
De heer Sijtsma. M. d. V. In het algemeen ben ik er voor
dat, wanneer hier ernstige verzoeken inkomen, daarover
praeadvies uitgebracht wordt; maar in dit geval schaar ik mij
aan de zijde van Burgemeester en Wethouders. Wij weten
reeds uit de woorden van den heer Pera, dat er een afwijzend
praeadvies zou komen en op welke gronden.
Het ware iets anders, wanneer Burgemeester en Wethouders
voorstelden het stuk voor kennisgeving aan te nemen; dan
was het van de baanmaar zij stellen voor het ter visie in
de Leeskamer te leggende Raadsleden kunnen daar het
si uk bestudeeren en als zij meenen dat de werklieden en
ambtenaren een te laag salaris hebben, dan kunnen zij een
voorstel doen om daarin verbetering te brengen. Besluit de
Raad naar aanleiding daarvan dat over dergelijk voorstel
praeadvies uitgebracht moet worden, dan zal er ook een
praeadvies komen.
De heer van Eck zegt: de zaak komt bij de begrooting
aan de orde en Burgemeester en Wethouders dienen zich
daartoe voor te bereiden door het uitbrengen van praeadvies.
Ik zou zeggen.: als de heer van Eck denkt dat Burgemeester
en Wethouders, van wie hij zelf getuigt dat zij het zeer druk
hebben, vóór de behandeling der begrooting een uitvoerig
praeadvies over dit adres uitgebracht zouden hebben, dan
bedriegt hij zich. Dat gaat niet en het kan hun ook niet
kwalijk genomen worden.
Als de zaak bij de begrooting aan de orde komt, zullen
voor- en tegenstanders zich met elkander kunnen meten,
en dan eerst kan er voor Raadsleden ernstig aanleiding zijn
om met eeriig voorstel te komen.
De heer Schoneveld. M. d. V. Als ik mij niet vergis is de
adresseerende vereeniging ook in de Commissie voor het ge
organiseerd overleg vertegenwoordigd. Nu meen ik dat, om
het georganiseerd overleg te doen beantwoorden aan het doel
waarvoor het ingesteld is, dat voorstellen zooals door adressante
zijn ingediend, ook in die commissie worden behandeld. Daar
kan dan blijken, of al dan niet die verzoeken ingewilligd
kunnen worden.
Ik vind het feitelijk het georganiseerd overleg een klap in
het aangezicht geven als men buiten de Commissie om aan
den Raad gaat adresseeren om verhooging van het loon. Dat
lijkt mij niet juist.
Wij moeten trachten het georganiseerd overleg zoo uit te
bouwen, dat als het ware in den Raad alleen gevoteerd wordt
een som voor de verschillende salarissen en dat door de orga
nisaties en Burgemeester en Wethouders onderling de zaak
voor elkander gebracht wordt. Die richting gaat het toch
op dit oogenblik uit bij alle gemeenten en ook bij het Rijk,
dat zooveel mogelijk tegengegaan wordt een debat over de
loonen in besturende colleges.
De heer van Stralen. M. d. V. De heer Schoneveld komt
tot een absoluut verkeerde conclusie. Juist krijgt de Commissie
voor het georganiseerd overleg een klap in het aangezicht,
als goedgekeurd wordt wat Burgemeester en Wethouders voor
stellen, want, zooals de heer Schoneveld weet, is niet de be
doeling, dat de organisaties van ambtenaren en werklieden
haar wenschen in eerste instantie in de Commissie voor het
georganiseerd overleg gaan bespreken. Het is juist omgekeerd,
de zaak moet op organisatorische wijze behandeld worden;
zij moet eeist in den Raad ter sprake komen; Burgemeester
en Wethouders stellen dan voor het verzoek van de organi
saties te renvoyeeren naar de Commissie voor georganiseerd
overleg en langs die schijven krijgen wij een praeadvies van
Burgemeester en Wethouders. Zoo zie ik de zaak, maar, zoo
als de heer Schoneveld het zegt, gebeurt het niet, want wat
baat het of de organisaties met haar wenschen in de Commissie
voor georganiseerd overleg komen? Daar zit als Voorzitter
een Wethouder, die zooeven zijn meening reeds heeft gezegd;
dan hoeren wij er nooit meer iets van en wordt daar de
zaak gesmoord.
Het is daarom beter, dat dergelijke adressen via Burge
meester en Wethouders in de Commissie voor georganiseerd
overleg komen. Dat is een veel betere wegl De heer Scho
neveld, als leider van een vakorganisatie, zal dat moeten toe
geven. De Commissie brengt advies uit aan Burgemeester en
Wethouders endezen komen bij den Raad met een praeadvies.
De heer Pera. M. d. V. Volgens den heer van Eck zou in
•deze het volgen van het advies van Burgemeester en Wet
houders een uitstel van executie zijn. Volgens Burgemeester
en Wethouders is hier geen reden om tot een executie te
komen, zooals ik straks duidelijk heb uiteengezet.
Wat het georganiseerd overleg aangaat, waarover de heer
Schoneveld sprak, zooeven heb ik er reeds op gewezen, dat
Burgemeester en Wethouders voortdurend adressen krijgen
met verzoek om dit en om dat te wijzigen. Zoo is deze week
in het College nog de zaak van een nieuwe verhoogde salaris
regeling ter sprake gekomen, maar nu moeten de heeren
zich eens indenken in den toestand, waarin Burgemeester en
Wethouders verkeeren. Burgemeester eri Wethouders nemen
het gezonde standpunt in, durf ik zeggen, dat wij rekening
houden met de belangen van de geheele burgerij en niet de
belangen van den een bij die van den ander voortrekken.
Wat is het standpunt van de organisaties daarbij?
Dat heb ik deze week nog ondervonden; het is, dat men
zegt, dat men met de gemeentefinanciën geen rekening houdt
en dat wij eenvoudig hebben te luisteren naar de eischen
men verzoekt niet meer, maar eischt; dat is tegenwoordig
de manier van doen welke de organisaties stellen. Niet,
dat Burgemeester en Wethouders heerschappij willen voeren,
integendeel, zooals ik meermalen heb gezegd, zijn wij dienaren,
maar wij moeten rekening houden met den algemeenen toe
stand en dan hebben wij deze positie in te nemen, dat wij
vragenkan het, ja of neen En dan constateeren Burge
meester en Wethouders, dat zij niet anders kunnen doen dan
blijven bij hetgeen zij hebben gezegd, namelijk dat er geen
reden is om tot verhooging der salarissen en loonen over te
gaan, omdat het niet verantwoord zou zijn een groot deel der
burgerij, dat nog veel minder inkomen heeft dan het laagste
inkomen van de gemeenteambtenaren en gemeentewerklieden
bedraagt, voor die verhooging te laten betalen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt in
stemming gebracht en met 18 tegen 5 stemmen aangenomen.
Vóór stemmende heeren Heemskerk, Schoneveld, de Lange,
van der Pot, Oostdam, Bisschop, Rotteveel, Sijtsma, Mulder,
Eerdmans, Kuivenhoven, Sanders, Wilbrink, van Hamel,
Pera, Bots, van der Lip en Meijnen,
Tegen stemmen de heeren van Stralen, Groeneveld, Mevrouw
BaartBraggaar, de heeren van Eck en Dubbeldeman.