586
MAANDAG 15 NOVEMBER 1920.
De Voorzitter. Ik weet niet, of de heer Knuttel gevolgd
heeft, welk genoegen men met de Schoonheidscommissie in
den Haag gehad heeft: als men dat gevolgd heeft, dan moet
men erkennen dat men er daar niet zoo mede ingenomen is.
Hetzelfde heeft men in andere plaatsen ondervonden.
De. heer Knuttel heeft zoo even tot de juiste proporties
teruggebracht wat een Schoonheidscommissie behoort te zijn.
Wij kunnen niet zelf apodictisch gaan verklaren, dat iets
mooi ot leelijk is, maar wij kunnen wel objectief van iets
zeggen, dat het bepaald leelijk is; het is meer een negatief
oordeel.
Moet men nu daarvoor hebben een commissie? Wie
garandeert ons, dat juist in die commissie mannen van smaak
komen te zitten? Waar zal men die personen vandaan halen
en zal men geene moeilijkheden krijgen? Als zich daarvoor
personen beschikbaar stellen, dan zal men, gelijk ook elders
gebleken is, krijgen menschen die hun eigen smaak hebben
en dien willen doen doordringen. Dan zal men één van beiden
krijgen: öf menschen, die allerlei nieuwe stijlen weren, die
de kunst willen laten verstarren; of menschen, die alleen
nieuwerwetsche stijlen willen hebben, zooals onlangs in den
Haag gebleken is, waar de Schoonheidscommissie afgekeurd
heeft het ontwerp van een gebouw in Oud-Hollandschen stijl.
Dergelijk werk kan toch goed zijn en behoeft niet a priori
geweigerd te worden.
Ik meen, dat in het algemeen de zaken vlotter loopen als
men de beoordeeling der bouwplannen gewoon opdraagt aan
den daarvoor aangestelden ambtenaar, en deze moet zoo ver
standig zijn om in gevallen dat de beslissing van meer gewicht
is, de zaak onder de aandacht van Burgemeester en Wet
houders te brengen.
Ik ben doodsbenauwd, dat een Schoonheidscommissie hier
dezelfde moeite zal veroorzaken als in andere gemeenten
ondervonden is. Vooral als zoo'n commissie gaat tyranniseeren
en een van de beide soorten van kunstuitingen, welke ik
noemde, gaat belemmeren, kan men tot allerlei moeilijkheden
komen en daarom raad ik aan om niet over te gaan tot
instelling van zoodanige commissie.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 21 tegen 7 stemmen wordt besloten niet aan te nemen
het voorstel van de heeren üostdam, Sijtsma en Knuttel, tot
het instellen van een zoogenaamde Schoonheidscommissie.
Vóór stemmen: de heeren Heemskerk, Schonevell, de Lange,
van der Pot, van Stralen, Eikerbout, Wilmer, Stijnman,
Splinter, Bisschop, Rotteveel, Mulder, Eerdmans, Kuivenhoven,
Sanders, Wilbrink, van Hamel, Pera, Bots, van der Lip en
Meijnen.
Tegen stemmen: de heer Groeneveld, Mevr. Baart—.Braggaar,
de heeren Oostdam, Knuttel, Sijtsma, van Eek en Dubbeldeman.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten de
Commissie voor de Strafverordeningen uit te noodigen een
aanvulling van de verordening op het Bouwen en Sloopen in
den in Ingekomen Stuk N°. 371 aangegeven en door de
Commissie van Fabricage voorgestelden zin bij den Raad
aanhangig te maken.
De Voorzitter. Heeft thans nog iemand iets in het belang
van de gemeente in het midden te brengen?
De heer Heemskerk. M. d. V. Ik zou aan Burgemeester en
Wethouders willen vragen of zij reeds plannen hebben ge
vormd om over te gaan tot den verkoop in de gemeente van
de gebruikte militaire dekens.
De Voorzitter. Reeds eenigen tijd geleden is moeite gedaan
om die militaire dekens te verkrijgen. Ik heb toen speciaal
iemand naar Woerden gestuurd om die dekens te bekijken,
maar deze kreeg er geen gunstigen indruk van. Eenigen tijd
later zijn die dekens weer geannonceerd en toen heb ik er
weer iemand naartoe gestuurd. Men zou denken, dat het
mooie wollen dekens waren, maar zij zijn van kunstwol of
van molton en hebben meestal een donkere kleur; zij zijn
wel schoon gemaakt en gestopt, maar niet iedereen heeft
gaarne donkere dekens op zijn bed.
Wij zullen er een kleine bestelling van doen, al was het
alleen maar, omdat die dekens in elk geval verknipt kunnen
worden tot dweilen. Burgemeester en Wethouders zullen er
dus een proef mede nemen, maar veel durven wij er niet
te nemen, omdat wij niet weten of die dekens van goed
materiaal vervaardigd zijn.
De heer Heemskerk. M. d. V. Het doet mij genoegen, dat
Burgemeester en Wethouders hun aandacht aan deze materie
hebben gewijd. Voor mij stond, na hetgeen mij ter oore was
gekomen, niet vast, dat die dekens goed waren en daarom
deed het mij pleizier, dat ik dat antwoord kreeg.
De Voorzitter. Ik zeg alleen, dat men niet moet denken,
dat het «ebruikte wollen dekens zijn, zooals men zich die
gewoonlijk voorstelt: witte met roode of blauwe strepen. Men
kan voor een schijntje goed bruikbare dekens krijgen en
sommige menschen zijn er misschien zeer op gesteld, maar
hier betreft het donker gekleurde dekens en zij zijn gestopt. Voor
dweilen zijn zij in elk geval geschikt. Het is geenszins mijn
bedoeling die dekens af te breken, anders zou men zeggen,
dat het niet aangaat goed bruikbare dekens af te keuren,
maar, zooals ik zeide, heb ik willen voorkomen, dat de menschen
zouden denken, dat zij in het algemeen kregen wat men
noemt wollen dekens, zooals men ze gewoonlijk ziet. met
roode en blauwe strepen.
De heer Heemskerk. M. d. V. Het doet mij genoegen, dat
gij slechts een kleine bestelling hebt gedaan want als de
moltonnen dekens goed zijn. kunnen de menschen, als zij
willen, gebruik maken van de aanbieding, welke de gemeente
doet en kunt gij later zien of er voor het doen van verdere
bestellingen aanleiding is.
De heer van Stralen. M. d. V. Ik meen te weten, dat
besloten is die dekens niet aan te schatten..
De Voorzitter. Voorzoover ik weet, was het plan er eenige
bij wijze van proef te laten komen en dan te zien of zij
gekocht werden door het publiek.
De heer van Stralen. Ik kan uit ervaring spreken. Ik heb
den heer Eskens gevraagd of er kans bestond, dat de gemeente
die dekens liet komen, omdat vanuit onze organisatie mij
talrijke aanvragen om dekens bereikten. De heer Eskens heeft
een bezoek gebracht aan Woerden en heeft beslist afgeraden
die dekens aan te schatten.
Dat er nu een proef zal komen, geschiedt alleen maar op
mijn verzoek, omdat ik mij ervan overtuigen wil hoe de
dekens eruit zien.
De Voorzitter. Ik kan mededeelen, dat ik zelf gezegd heb:
wij moeten ons niet vergaloppeerenwij moeten weten wat
wij koopen. Op zicht bestellen kan niet; men moet koopen
en de dekens nemen, en reclame is er niet. Daarom heb ik
gezegdlaten wij voor f 50.van die dekens koopen.
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik ben niet op de hoogte van
de zaak, maar ik heb verleden jaar gelezen dat er te Amers
foort was een centraal dekenkantoor en dat tal van zieken
huizen zich daar van dekens voorzien hebben. Het bestegoed
zal er dus al lang uit zijn en wat er over is zal niet veel zijn.
De Voorzitter. Ik kan den heer Eerdmans mededeelen,
dat indertijd in de Waag vanwege de gemeente verkocht zijn
ook donkergekleurde dekens, maar goede en nieuwe; die
waren heel wat beter.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.