232 dat hij ontslag verzoekt als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in Uwe Gemeente. 't Welk doende enz. P. E. Biukt. Leiden, 5 October 1920. No. 353. Leiden, 20 October 1920. Blijkens nevensgaand adres verzoekt de Leidsche Exploi tatie Maatschappij van Onroerende Goederen, om wijziging van het uitbreidingsplan op het perceel Sectie P No. 96 ter plaatse van den hoek RijnsburgerwegWarmonderweg. Het is de bedoeling der maatschappij, om door een voor- deeliger bebouwing van het terrein den bouw van een vrij groot aantal eenvoudige middenstandswoningen financieel mo gelijk te maken. Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bestaat tegen wijziging van bet indertijd door de gemeente Oegstgeest vastgestelde uitbreidingsplan bezwaar, mits het bestaande in rood aangeduide plan, wordt gewijzigd, zooals op de situatie met blauwe lijnen is aangegeven. Zooals uit de teekening blijkt, betreft de wijziging in hoofd zaak het laten vervallen van de gebogen straatbegrenzingen en het inlasschen van een tweede 12 M. breede dwarsstraat. Door den aanleg van voortuintjes'zal het landelijk karakter der streek zooveel doenlijk behouden blijven, terwijl het terrein overigens bijzonder geschikt is voor middenstandswoningen, waarvan er reeds een zestal (nis 590 t/m 595) in aanbouw zijn. Onder mededeeling, dat na de ter visie ligging ingevolge artikel 28 der Woningwet geene bezwaren zijn ingediend en dat ook de Gezondheidscommissie adviseert gunstig op het verzoek te beschikken, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging tot vaststelling van het op de situatie aangegeven ontwerp tot herziening van het uitbreidingsplan der gemeente ter plaatse van den hoek RijnsburgerwegWarmonderweg, gelijk dit ontwerp op de secretarie ter inzage heeft gelegen, over te gaan, en de rooilijnen en straatlijnen, zooals die op de situatie zijn aangeduid, vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 12 Maart 1920. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Namens de Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen te Leiden, komt ondergeteekende met verzoek tot U.Eds. College om eene wijziging te brengen in het straten plan, aangegeven op het uitbreidingsplan Kads. Sectie P. No. 96 Leidsche straatweg en Warmonderweg te Leiden. Gaarne zag ondergeteekende de wijziging zoo aangebracht als bijgaande teekening dit aangeeft. Vertrouwende U.Eds. College aan mijn verzoek zult willen voldoen. Met verschuldigde eerbied en UEd. dwn. L. van der Laan. Hoogachting N°. 354. Leiden, 20 October 1920. Nog een andere wijziging van het uitbreidingsplan meenen wij bij U aanhangig te moeten maken. Gebr. Verboog, eige naren van het perceel Sectie K No. 2075, verzoeken om de over een deel van het perceel Sectie K No. 2075 ontworpen 10 M. breede verbinding tusschen de Haarlemmertrekvaartweg en de Hansenstraat te laten vervallen. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat aan deze dwarsstraat ook in de toekomst geene behoefte zal bestaan. De onderlinge afstand tusschen de Groenoordstraat en de Raamstraat bedraagt slechts 200 M. Een tusscben- verbinding is geenszins noodzakelijk, ook dan niet, indien te eenigertijd de ontworpen brug over de Trekvaart mocht tot stand komen. Ook als verbindingsweg tusschen de Aloëlaan en de Leeuwenhoekstraat achten wij, evenmin als de com missie, de ontworpen straat doelmatig. Bovendien zou de aan leg slechts mogelijk zijn na aankoop of onteigening van een drietal, korten tijd vóór de definitieve vaslstelling van het uitbreidingsplan in 1907, gebouwde panden aan de Hansenstraat de aanleg zou dus bijzonder kostbaar worden. De Gezondheidscommissie is blijkens haar ter visie liggend advies tegen het laten vervallen der straat. Met het oog op eene toekomstige snelle verbinding naar het nieuwe spoor wegstation over de ontworpen brug in het verlengde der Aloëlaan, acht zij de dwarsstraat noodzakelijk. Ons College is echter, zooals uit het bovenstaande volgt, in aansluiting aan het advies der Commissie van Fabricage, van meening, dat de - geprojecteerde straat zonder bezwaar kan vervallen en zulks te eer, waar de kans op tot standkoming van de brug bij de Aloëlaan uiterst gering is. Uit de onlangs te onzer kennis gekomen plannen betreffende het nieuwe spoorwegstation is ons gebleken, dat de ontworpen brug over de vaart tegenover de Mussehenbroekstraat in rechte richting zal leiden naar dat station en dus de aangewezen toegangsweg zal worden voor alle bewoners langs en ten oosten van den Haarlemmertrekvaartweg. De brug tegenover de Aloëlaan leidt daarentegen naar een onbelangrijk punt in den Maredijk en is dus voor doorgaand verkeer niet noodig. Onder mededeeling, dat na de ter visie ligging ingevolge artikel 28 der Woningwet geene bezwaren zijn ingediend, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging het uit breidingsplan der gemeente in dier voege te wijzigen, dat de ten zuiden van de Groenoordstraat geprojecteerde 10 M. breede dwarsstraat tusschen den Haarlemmertrekvaartweg en de Hansenstraat vervalt en de rooilijnen aan de oostzijde van den Haarlemmertrekvaartweg en de westzijde van de Hansen straat vast te stellen, zooals op de situatie is aangegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 2