'205 ingevolge artikel 28 der Woningwet, geene bezwaren zijn ingediend, geven wij als College Uwe Vergadering alsnu in overweging het uitbreidingsplan der gemeente in dier voege te wijzigen, dat de geprojecteerde lü M. breede dwarsstraat tusschen de Witte Rozenstraat en de Gerrit Doustraat vervalt en de rooilijnen aan de oostzijde van de Witte Rozenstraat en de westzijde van de Gerrit Doustraat vast te stellen, zooals op de situatie is aangegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven eerbiedig te kennen: Johannes Hermanus Sundermeijer, en Pieter van Ulden, bouwondernemers, beiden wonende te Leiden; dat verzoekers zijn eigenaars van het terrein kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie M. No. 3425; dat een gedeelte van dit terrein bestemd is voor openbare straat, volgens het uitbreidingsplan der Gemeente Leiden (op bijgevoegde teekening A, zwart gestreept aangeduid); dat sedert Maart 1916, toen op een gelijk verzoek van verzoekers door Uw Raad afwijzend werd beschikt, wel duidelijk gebleken is, dat het verkeer in dit gedeelte der stad niet drukker geworden is, zoodat een verbindingsweg Witte Rozenstraat naar de Gerrit Doustraat niet noodig is; dat deze geprojecteerde verbindingsweg evenmin noodig zal zijn voor een verbinding tusschen Rijn en Schiekade en de binnenstad, omdat niemand om zich naar de binnenstad te begeven, zijn weg zal nemen door de Gerard Doustraat of de Vreewijkstraat; dat toch veeleer een praktische verbindingsweg gemaakt zal moeten worden door een brug van de Rijn en Schiekade naar de Groenhovenstraat, en niet langs een omweg naar de Gerard Doustraat; dat de geprojecteerde verbindingsweg alleen te maken zal zijn na kostbare onteigening van een perceel in de Gerard Doustraat, waarin een bloeiende zaak gevestigd is, en van een kleiner daarnaast gelegen woonhuis; dat dan nog de verbindingsweg niet recht tegenover de Vreewijkstraat zal komen te liggen; dat het argument indertijd door de Gezondheids Commissie aangevoerd, n.l. dat een straat van 290 M. als de Witte Rozenstraat zonder dwarsstraat ongewenscbt is, niet opgaat, omdat de geprojecteerde dwarsstraat bijna aan het einde der straat ligt en slechts 60 M. van de Witte Singel verwijderd is, en dus de afstand naar de Jan van Goyenkade ruim 200 M. is; dat als het verzoek niet wordt ingewilligd daar zal komen, epn doodloopend slop, gelegenheid gevend tot allerlei onge rechtigheid en als de Gemeente de verbinding tot stand mocht brengen een straat van slechts 10 M. breedte met aan weers zijde blinde muuren omdat bouwen aan de straat, ook door het servituut ten behoeve van de Sterrenwacht, vrij wel uit gesloten zal zijn; dat indien het verzoek wordt ingewilligd, verzoekers in de Witte Rozenstraat zullen bouwen vier woonhuizen volgens bijgevoegde teekening B. en daardoor zullen medewerken om den bestaanden woningnood te verminderen; Redenen waarom verzoekers zich wenden tot Uwen Raad met eerbiedig verzoek het uitbreidingsplan van de Gemeente Leiden in dien voege te wijzigen dat de geprojecteerde straat, gedeeltelijk loopende over een gedeelte van voornoemd terrein Leiden Sectie M. No. 3425, vervalt. 't Welk doende enz. J. H. Sundermeijer. P. van Ulden. No 309. Leiden, '11 September 1920. Wij hebben de eer U mede te deelen, dat het toenemend aantal leerlingen der Hoogere Burgerschool voor Jongens alhier in den cursus 1920—1921 een splitsing van de le, 2e, 3e en 4e klasse in drie en van de 5e klasse in twee afdeelingen noodig maakt. In verband hiermede zullen voor het onderwijs in de vakken Nederlandsch, Franscb, Duitsch en geschiedenis tijde lijke leerkrachten moeten worden aangesteld. De Directeur der school geeft bij zijn in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven in overweging, om de dames E. A. W. Broes van Dort en A. E. Revers, leeraressen, resp. in het Duitsch en in de geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier en de heeren F. W. van Wijk, W. Prins en Dr. G! Kloeke, resp. Litt. Doctorandus, leeraar in het Fransch aan de bijzondere Hoogere Burgerschool te Voor schoten en aan de gemeentelijke Kweekschool voor Onder wijzers en Onderwijzeressen alhier en leeraar in het Duitsch aan het Gymnasium hier ter stede, tot tijdelijke leerkrachten te benoemen. Met het voorstel van den Directeur kan ons College zich geheel vereenigen, terwijl daartegen ook bij de Commissie van Toezicht en bij den Inspecteur van het Middelbaar Onder wijs geen bezwaar bestaat. Wij geven U daarom in overweging, om de dames E. A. W. Broes van Dort en A. E. Revers en de heeren F. W. van Wijk, W. Prins en Dr. G. Kloeke voor den cursus 1920 1921 aan te stellen tot leerares (leeraar) resp. in het Duitsch, de geschiedenis, het Nederlandsch, het Fransch en het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 310. Leiden, 11 September 1920. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer H. van Leeuwen, om eervol ontslag als onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse, No. 9, bestaat bij ons College geen bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging aan den heer H. van Leeuwen, op diens verzoek, met ingang van 1 October 1920, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere school der 3e klasse, No. 9, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van loeiden. Leiden, 4 September 1920. Edelachtbare Heeren, Ondergeteekende van Leeuwen, Hendrik, onderwijzer aan de Openbare Lagere School 3e klasse No. 9 (Vrouwenkerksteeg) verzoekt met ingang van 1 October 1920 eervol ontslag uit bovengenoemde betrekking. Hij heeft de eer te zijn Uw dienstwillige dienaar H. v. Leeuwen. Aan den Raad der gemeente J^eiden. N°. 311. Leiden, 13 September 1920. Onder overlegging van het verzoek van H. Brandt Hzn, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vergunning te verleenen om de door hem, op het terrein achter de Pieter van Twistlaan, kad. Sectie O No. 3232, te bouwen loods, dienende tot berging en stalling van vee, van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 5 Augustus 1920. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekende verzoekt beleefd vergunning tot het bouwen van een houten loods op steenen voet en steenen voor en achterwand, gedeeltelijk gedekt met pannen en gedeeltelijk met asphaltpapier, op het terrein achter de Pieter van Twistlaan, Kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie O No. 3232, ter vervanging van bestaande houten schuren. De houten loods zal gebruikt worden voor bergplaats en het stallen van vee. Met de meeste hoogachting UEd. Achtb. dw. dn. H. Brandt Hzn. N°. 312. Leiden, 14 September 1920. Voor de benoeming van een onderwijzer aan de buiten gewone school voor Lager Onderwijs alhier, ter vervulling van de vacature, welke is ontstaan tengevolge van het aan den heer D. M. Kloots met ingang van 1 Mti 1920 verleend eervol ontslag, en voortdurende door het niet aannemen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 3