MAANDAG 23 AUGUSTUS 1920. 475 dergelijke omstandigheden leeft, als men geen tehuis heeft, in ile meest troostlooze omgeving verkeert, geen levensvreugde geniet, onder de bitterste armoede gebukt gaat en niets heeft, dan is niet anders mogelijk dan dat men, als men eenig geld in den zak heeft, dit in jenever omzet. Voor hen bestaat geen andere mogelijkheid en lot opheffing van die menschen doet de Stedelijke Werkinrichting niets. Maar hoe dat zij, in elk geval vind ik dat volstrekt geen reden om die menschen wel harder te laten werken en hun de vruchten van hun arbeid niet te geven. Vindt men het noodig wat ik ten sterkste afkeuren wat mijns inziens niet te pas komt dien menschen slechts 1 per dag loon toe te kennen stel u voor: 1 loon per dag! dan moet men hen gedurende de helft van den tijd laten werken, maar niet zoolang, dat zij feitelijk f 2 per dag voor de Werkinrichting verdienen, en dan van dat loon 50 °/o inhouden. In do derde plaats waren bij mij klachten ingekomen over het eten in de inrichting. Nu was het voor mij verbazend moeilijk om wat dat betreft tot een resultaat te komen, omdat degenen, die daar zaten, over het algemeen hun mond niet wilden openen. Wanneer de menschen zelf daartoe niet medewerken, wat misschien verklaarbaar is, dan is het zeer moeilijk om tot een bepaalde formuleering van klachten te komen. Ik erken, de grondstoffen welke mij getoond zijn maakten geen ongunstigen indrukmaar hoe het eten verder is, daarop kan ik niet ingaan. Een klacht was, dat de aan de verpleegden verstrekte grutten zoo hard waren en niet gaar, wat hieraan geweten werd dat men zulke oude grutten zou koopen. Wie in het algemeen den toestand in dergelijke inrichtingen kent, kau er niet aan twijfelen, of de zorg voor het eten zal daar wat te wenschen overlaten. Aangezien ik wat betreft het eten niet voldoende materiaal heb kunnen verzamelen door gebrek aan medewerking van de verpleegden zelf, heb ik mij dus moeten bepalen tot het feit, dat aan de in deze inrichting werkzame personen, die meerendeels van gevorderden leeftijd zijn, dat harde regeerings- brood gegeven wordt. Er is in het algemeen zekere legende in omloop, dat de voedzaamheid van het bruinbrood grooter zou zijn dan die van het wittebrood. Ik noem dat een legende, omdat in het algemeen die meerdere of mindere voedzaamheid van die beide broodsoorten een individueele quaestie is. Voor den eenen persoon, met een bepaalde spijsvertering, heeft het eene brood eene hoogere voedingswaarde en voor den anderen persoon het andere brood. Nu is het regeeringsbrood zeker een bruinbrood van inferi eure qualiteit; dat mogen wij niet als het type van bet bruin brood nemen. Maar in elk geval is voor de verpleegden daar, over het algemeen ouden van dagen verreweg de meesten hunner zijn over de 60 jaren bruinbrood niet de aange wezen broodsoort en zeer zeker niet het harde regeerings brood hetwelk thans verstrekt wordt. Het Werkhuis heeft ook zijne kosten, maar dat zijn kosten welke komen voor rekening van de maatschappij. En wanneer wij nu zien, dat de inrichting nog op het werk van die per sonen verdient, dan mag dat geld toch zeker wel besteed worden voor het brood. Ik vernam van den Directeur ik heb geen reden om dat te betwijfelen dat door die men schen de brood voeding het meest op prijs gesteld wordt; dat zij aan brood de voorkeur geven boven warm eten; welnu, dan is het ook gewenscht, dat wit brood beschikbaar gesteld wordt. Dan wil ik nog een klacht vermelden, welke ik vergeten heb te noemen en ten aanzien waarvan ik dan ook geen aan spraak kan maken op een antwoord. De klacht betreft de buitengewoon onsmakelijke wijze waarop de koffie wordt opgediend. De koffie wordt in de inrichting opgediend ik heb het zelf gezien in een ouden zinken emmer, en volgens de verpleegden zelf wordt die emmer ook gebruikt voor werkemmer. Ik kan dit laatste niet beoordeelen, maar ik geloof toch wel dat dit laatste niet juist is, want de emmer droeg de sporen van koffie van oudsher en zag er verschrikkelijk koffie-achtig uit, zoodat ik wel moet aannemen dat die emmer speciaal voor de koffie werd gebruikt. Ik moet verklaren, dat ik die koffie niet lusten zou en ook dat ik niet begrijp, waarom het verstrekken van hetgeen noodig is aan menschen, die door de omstandigheden reeds zoo zijn nedergedrukt tot een zeer lage plaats in de maat schappij, altijd moet geschieden op een manier, waardoor hun buitengewoon sterk aan het verstand gebracht wordt dat zij moeten gevoelen, dat zij geen aanspraak hebben op iets wat eenigszins behoorlijk is. Het moge zijn, dat die koffie-emmer niet tevens als werk emmer dienst doet ik weet het niet, ik wil die beschuldi ging niet voor mijne rekening nemen in elk geval mag ik zeggen, dat daar de koffie opgediend wordt op een wijze, die buitengewoon stuitend en ook hoogst onsmakelijk is. De heer Bots. M. d. V. De eerste klacht van den heer Knuttel is, dat in de Gemeentelijke Werkinrichting werk wordt aangenomen tegen een aanmerkelijk lager stukloon dan in het vrije bedrijf, en in dit verband noemde hij het tabak strippen. Nu hebben Burgemeester en Wethouders bij de commissie geïnformeerd en nu moet ik verklaren, dat het niet juist is zooals de heer Knuttel heeft aangegeven. Deze heeft gezegd, dat het strippen van verschillende soorten tabak aangenomen wordt tegen 8 en 10 cent per K.G.dit moet zijn: 10 en 12 cent. Ik kan verder mededeelen, dat zooveel mogelijk door den Directeur er naar gestreefd wordt, dat gerekend worden de prijzen, welke ook in de vrije maatschappij gelden. Het is voor hem zeer moeilijk om er met zekerheid achter te komen wat er in het vrije bedrijf gegeven wordt; de werkgevers ver zekeren, dat daarin niet meer betaald wordt. Nu worden er weleens andere prijzen medegedeeld door de verpleegden, maar bij onderzoek blijken die onjuist te zijn. Het bezwaar zou te ondervangen zijn, indien vanwege de belanghebbende werkliedenorganisaties, welke een arbeids contract afsluiten, kennis gegeven werd van den prijs van werk dat in de Werkinrichting geschiedt. De commissie houdt zich daarvoor aanbevolen, anders weet zij niet wat de juiste prijzen zijn, en moet zij alleen afgaan op de mededeelingen van de werkgevers. Wat betreft de tweede klacht vau den heer Knuttel, be treffende het te weinig uitbetaald loon aan den door hem ge noemden verpleegde, die zaak is aldus. Het ging om het herstellen eener partij oude zakken, ge scheurde wolbalen, van de firma J. J. Krantz Zoon. De Directeur moest een prijs noemen, waarvoor hij dooreenge- nomen die zakken wilde repareeren. Het betrof een groote partij. Nu is er, zooals het met gescheurde balen meer gaat, aan de eene baal weinig te doen en aan de andere baal veel sommige balen waren b.v. uit 2 stukken te maken met één grooten naad; andere balen bestonden uit verschillende frag menten. Toen heeft de Directeur het werk dooréén, per baal, geschat op 3.35. Dat was een gemiddelde prijs voor alle zakken, goede en slechte; de Directeur meende, dat hij daar mede zou uitkomen; maar dat sluit niet in, dat voor eiken zak, die afgeleverd werd, hetzelfde loon betaald zou kunnen worden. De persoon, dien de heer Knuttel op het oog heeft, kreeg al of niet toevallig de goede balen, waaraan weinig te doen was, maar andere personen, die er aan gewerkt hebben, had den de handen vol om de helft te doen van wat die bewuste persoon deed. Verder moest van de f 3.35 nog betaald wor den het transport, (het halen en brengen), en de fournituren, als garen, naalden, enz. Zoodoende kwam de Directeur tot de conclusie, dat de juiste prijs uitgekeerd werd. Het moge op een oogenblik schijnen alsof te weinig ge geven werd, het is toch niet zoo. Wat betreft de klacht over het brood, zooals de heer Knuttel wellicht vernomen heeft werd de levering van verschillende levensmiddelen steeds aanbesteed, en zoo is het ook met het brood gegaan. Bij de aanbesteding moet beslist worden wat verstrekt zal worden en in die dagen had men alleen over kropbrood de beschikking; toch was het usance die brood soort te verstrekken, onder anderen omdat er in de Werk inrichting verscheidene verpleegden zijn die bruinbrood prefe- reeren boven wittebrood. Het kan zeer zeker zijn nut hebben, dat er over gesproken wordt, want zoo iets kan, als de zaak weder aan de orde komt, onder de oogen gezien worden. Zooals men weet zijn 4 van de 7 leden van de commissie voor de Gemeentelijke WerkinrichHng leden van den Gemeenteraaddie hebben dus kennis kunnen nemen van wat hier in het midden ge bracht is. Wat betreft het opdienen van de koffie, aangezien die zaak niet in de vragen van den heer Knuttel genoemd is, heb ik daarnaar geen onderzoek kunnen instellen. Als er dergelijke dingen voorkomen, dan is het zeer goed dat daarop de aan dacht gevestigd wordt, opdat er verbetering in gebracht kan worden. Die zaak kan alsnog in de commissie besproken worden. De heer Knuttel. M. d. V. Ik heb niet verwacht, dat hier een debat zou ontstaan over de Werkinrichting 'en over de wijze, waarop die in het algemeen wordt beheerd. Ik zal mij dan ook in tweede instantie bepalen tot het bespreken van de punten, welke ik reeds naai' voren heb gebracht. Ik heb mijn inlichtingen over de loonen, welke voor het tabak strippen worden betaald, ingewonnen bij werknemers organisaties en ik heb vernomen, dat de prijzen voor dat werk zijn 12 en 15 cent, zoodat hetgeen de Werkinrichting betaalt daar beneden is. Indien de prijzen, welke besteed worden, ter kennis van de Commissie komen en daardoor dat euvel kan worden opgeheven, twijfel ik niet of de arbeidersorganisaties

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 7