194
Transport 702374.50*
Over 1919 werd een bedrag van f 311642.45
uitgekeerd.
Volgn. 284. Voorschot aan de Vereeniging
tot bevordering van den bouw van werkmans
woningen
a. voor den bouw van een 147-tal arbeiders
woningen en 2 pakhuizen op het z.g. Kooi-
terrein en voor den aankoop van den daarvoor
benoodigden grond48281.27*
Over 1919 werd 298371.12 uitgekeerd.
b. voor den bouw van een 30-tal arbeiders
woningen aan het aan te leggen Volkspark en
den aankoop van den daarvoor benoodigden
grond45104.90®
Over 1919 werd 118495.09* uitgekeerd.
Volgn. 285. Kosten van den aanleg van een
Volkspark op een terrein benoorden de Decima-
en Medusastraten39879,57*
Over '1919 werd verwerkt 3362.92*. Het
restant wordt op den dienst 1920 overgebracht.
Volgn. 287. Kapitaalverstrekking aan de Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit voor
den bouw van een nieuwe moderne stokerij
met bijbehoorende werken voor de Gasfabriek. 900000.—
Een bedrag van 400000.— werd opgenomen.
Het restant wordt op den dienst 1920 over
gebracht.
Volgn. 291. Aankoop van de perceelen bouw
grond Sectie K. no. 726, 705 en Sectie K.
no. 3068 bij de Trompstraat en Sectie M.
no. 1437 enz. aan de Heerenstraat38.12®
Volgn. 293. Aankoop van de perceelen bouw
grond onder de gemeente Zoeterwoude, Sectie
A no. 4579, 4597, 4598 en 45992.50
Volgn. 294. Aankoop van een perceel grond
onder Oegstgeest, aan den Lagen Morschweg,
voor de stichting van éen hoogspanningskabel
huisje 450.
Volgn. 295. Aankoop van de perceelen Lange-
gracht no. 81 en Voorste Zandstraat no. 19 420.
Volgn. 296. Voorschot aan de Woningbouw-
vereeniging »de Eendracht" voor den bouw van
een 124-tal arbeiderswoningen en deD aankoop
van den daarvoor benoodigden grond benoorden
den Lagen Rijndijk
Over 1919 werd 627619.09 uitgekeerd.
Volgn. 297. Kosten van straat-en rioleerings-
werken op het z.g. Kooiterrein (bouwplan 149
woningen) van de Vereeniging tot bevordering
van den bouw van werkmanswoningen
Over 1919 werd een bedrag van 81226.90*
verwerkt. Het restant wordt op den dienst 1920
overgebracht.
189227.91
18773.09*
f 1944551.89
De rekening wijst, blijkens het vorenstaande een lagere
ontvangst aan dan de begrooting vanf 3867647.11
en een lagere uitgaaf van1944551.89
Het verschil off 1923095.22
maakt ook weer uit het verschil tusschen de ontvangsten en
de uitgaven der rekening zooals hierboven is vermeld.
Wij mogen hieruit afleiden, dat de rekening goed is opge
maakt.
Bij de rekening is overgelegd de afzonderlijke verantwoording
van de administratie der Haarlemmertrekvaart, blijkens welke
de uitgaven hebben bedragenf 9348.20®
en de ontvangsten2490.19®
zoodat de administratie een nadeelig slot van f 6858.01
opleverde, welk bedrag op volgn. 219 der gemeenterekening
in uitgaaf is gebracht.
Wij stellen U voor, deze rekening goed te keuren en
vervolgens de geheele gemeenterekening voorloopig vast te
stelien, waartoe U het volgende conceptbesluit hierbij wordt
aangeboden
De Raad der Gemeente Leiden,
Gezien de rekening en verantwoording der ontvangsten en
uitgaven van de gemeente, over het jaar 1919, door Burge
meester en Wethouders, met de hun door den Gemeente
ontvanger aangeboden rekening en bescheiden, ingevolge art.
219 der Gemeentewet, op den 31en Juli 1920 overgelegd;
Overwegende, dat de rekening gedurende 14 dagen ter
Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing heeft ge
legen en algemeen verkrijgbaar is gesteld overeenkomstig
het bepaalde bij bovengenoemd wetsartikel;
Gelet op het rapport der Commissie voor het nazien der
rekeningop art. 220 der Gemeentewet en op het besluit van
Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 23 Mei 1910 No. 77
(Prov. blad No. 45) zooals dit later is gewijzigd
Heeft besloten:
1°. De rekening goed te keuren en voorloo
pig vast te stellen de ontvangsten op veertien
millioen zevenhonderd dertien duizend twee
honderd vier en dertig gulden vijf en twintig
centsf 14713234.25
de uitgaven op zestien millioen zeshonderd
zes en dertig duizend driehonderd negen en
twintig gulden zeven en veertig cents 16636329.47
sluitende alzoo met een nadeelig slot van
een millioen negenhonderd drie en twintig
duizend vijf en negentig gulden twee en twin
tig centsf 1923095.22
28. het bedrag, dat als oninbaar is afge
schreven en voorkomt onder Hoofdstuk IV, afd.
II, art. 1, volgn. 33 vast te stellen op acht en
tachtig duizend vijfhonderd twee en dertig
gulden drie en tachtig cents
f 88532.83
3°. het bedrag van hetgeen nog blijft te
verhalen en in de eerstvolgende rekening be
hoort te worden verantwoord en is opgenomen
onder Hoofdstuk II art. 1, volgn. 1 ad een
duizend vijftig gulden
onder Hoofdstuk IV, afd. II, art. 1 volgn.
33 ad negen en zeventig duizend vierhonderd
twee en dertig gulden acht en twintig cents.
onder Hoofdstuk V, art. 5, volgn. 40 ad
veertien duizend vierhonderd acht gulden zes
en negentig cents
onder Hoofdstuk V, art. 7, volgn. 42 ad twee
honderd acht en zestig gulden vijftig cents
onder Hoofdstuk V, art. 10, volgn. 45, ad
negen en veertig duizend vijfhonderd acht en
twintig gulden zestig en een halven cent
onder Hoofdstuk V, art. 13, volgn. 48 ad negen
duizend zeshonderd zestig gulden acht en
tachtig en een halven cent
onder Hoofdstuk V, art. 14, volgn. 49 ad
zevenhonderd twee en zestig gulden vijftig cents
onder Hoofdstuk VI, art. 2, volgn. 51 ad negen
en twintig duizend tweehonderd twee gulden
zeven en zeventig en een halven cent
onder Hoofdstuk VI, art. 9d, volgn. 58d, ad
een honderd vier en negentig gulden dertig
en een halven cent
onder Hoofdstuk VI, art. 9volgn. 58ad
een duizend vierhonderd zes en zeventig gulden
een en tachtig cents
onder Hoofdstuk Vil, art. 2, volgn. 61, ad
twee en twintig duizend twintig gulden
onder Hoofdstuk VII, art. 17, volgn. 69$, ad
twee en zestig duizend vijf honderd gulden
onder Hoofdstuk VII, art. 21, volgn. 69Zc 1°.
ad vijftig duizend twee honderd zeventien gul
den twee en een halven cent
onder Hoofdstuk VII, art. 21 volgn. 69k 2°.
ad vijf en veertig duizend een honderd vier
gulden negentig en een halven cent
onder Hoofdstuk VII, art. 22, volgn. 697, ad
acht en veertig duizend vijfhonderd gulden
onder Hoofdstuk VII, art. 24, volg. 69n, ad
vierhonderd vijftig gulden
onder Hoofdstuk VII, art. 26, volgn. 69p, ad
eenhonderd negen en tachtig duizend twee
honderd zeven en twintig gulden een en
negentig cents
onder Hoofdstuk VII, art. 26, volgn. Q9q,
ad een honderd duizend gulden
onder Hoofdstuk VII, art. 28, volgn. 69r,
ad dertien duizend twee honderd gulden een
en negentig cents
vast te stellen op zeven honderd zeventien
duizend twee honderd zes gulden zeven en
dertig centsf
1050.—
79432.28
14408.96
268.50
49528.60»
9660.88*
762.50
29202.77®
194.30*
1476.81
22020.—
62500.—
50217.02*
45104.90*
48500.—
450
189227.91
100000.—
13200.91
717206.37
Gedaan ter openbare raadsvergadering
van den 1920.
Als gewoonlijk laten wij hier ten slotte een overzicht volgen,
waaruit blijkt welk bedrag thans voor buitengewone werken
moet worden geleend.
Minder uitgegeven.