198 Transport b voor den bouw van een 30-tal arbeiders woningen aan het aan te leggen "Volkspark 4°. een bedrag van f 48500.wegens van het Rijk te ontvangen voorschot voor den aanleg van een volkspark op een terrein benoorden de Decimastraat en de Medusastraat 5*. de van de Electriciteitsfabriek te ontvangen koopsom van een perceeltje grond aan den Lagen Morschweg voor de stichting van een hoog spanningskabelhuisje 6*. het nog van het Rijk te ontvangen voor schot ten behoeve van de woningbouwvereni ging »de Eendracht" voor den bouw van een 124-tal woningen en den aankoop van den daarvoor benoodigden grond benoorden den Lagen Rijndijk (bouwplan II) 7°. de van de Yereeniging tot Bevordering van den bouw van werkmanswoningen terug te ontvangen kosten van straat- en rioleerings- werken op het z.g. Kooiterrein 8°. de van de woningbouwvereniging »de Eendracht'' terug te ontvangen kosten van op hooging- en rioleeringswerken op het bouw terrein benoorden den Lagen Rijndijk (bouw plan II) Te zamen f 531.220.75. Voor zoover deze ontvangsten niet voldoende zijn om de onder «buitengewoon" over te brengen uitgaven f 1.984.720.35*) te dekken, zal de post »Geld- leening ter voorziening in de kosten van bui tengewone werken" moeten worden verhoogd. Zooals reeds meermalen bij het overbrengen van posten op de volgende begrooting is uiteen gezet, is eene dergelijke verhooging van den post «geldleening" slechts eene administratieve begrootingsregeling. Deze verhooging bedraagt mitsdien 134737.02* 45104.90* 48500.— 450.r- 189227.91 100000. 13200.91 1453499.60* f 1984720.35* Blijkens het bovenstaande moet bij de beoordeeling van de eindcijfers der rekening over 1919 worden inachtgenomen, dat het nadeelig kassaldo der gewone middelen ten bedrage van f 1.541.100.01 moet worden verhoogd met f 70.066.89* voor bij het sluiten van den dienst 1919 onbetaald gebleven vorderingen, doch daarentegen met f 106 553.34 -f- f 692.710.— d. i. met f 799.263.34 moet worden verlaagd in verband met nog te ontvangen gelden, waaronder de 2e uitkeering uit de oorlogswinstbelasting. Hieruit volgt, dat de gewone dienst van 1919 een nadeelig exploitatie-saldo van f 1.611.166.90* 1.541.100.01 70.066.«y*) f 799.263.34 f 811.903.56* heeft opgeleverd, waarin evenwel is begrepen een bedrag van f 707.868.50 f 1.400.578.50 f 692.710.—) als ongedekt ge bleven gedeelte van de crisiskosten en tot dekking waarvan U, zooals wij hierboven reeds mededeelden, bij de begrooting voor '1921 nadere voorstellen zullen worden gedaan. Het eigenlijke tekort van de gewone ontvangsten en uitgaven van den dienst 1919, dus met uitzondering van de ongedekte crisiskosten. bedraagt derhalve f 811.903.56® f 707.868.50 f 104.035.06® en zal eveneens ten laste van den dienst 1921 worden gebracht. Bovenstaand bedrag van f 799.263.34, dat op den dienst 1920 in ontvangst moet worden geboekt, kan na aftrek van de thans op 1920 te betalen som van ƒ70.066 89* (d.i. ƒ729.196.44*) worden bestemd tot gedeeltelijke dekking van het nadeelig saldo van de gewone ontvangsten eh uitgaven van den dienst 1919. Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast stelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootings- staat model C, dienst 1920, en van den mede hierbij ge- voegden staat model A, strekkende tot betaling van de bedragen sub 114, tot een gezamenlijk bedrag van 70066.89* uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van 1920, met welk bedrag deze post, blijkens den staat model C eerst wordt verhoogd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOOM.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 12