GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 173 I»OËKOM£9[ STUKKEW. N». 271. Leiden, 29 Juli 1920. Zooals U bekend zal zijn, heeft de woningbouwvereeniging «Tuinstadwijk" in de laatste vier jaren verschillende bouw plannen bij U ingeiiend. Het eerste plan, beoogende den bouw van een tuinstadwijk met fioancieelen steun der ge meente op een terrein beoosten dë Haarlemmertrekvaart, kon echter in 1916, èn met betrekking tot het plan zelf èn met het oog op den financieelen opzet, de goedkeuring van ons toenmalig College niet verkrijgen. Evenmin had een nog in November 1916 ingediend bouwplan op het terrein van »Zui- derzicht" aan den Zoeterwoudschen Singel onze instemming. Een derde plan, hetgeen de vereeniging blijkens schrijven van November 1918 op een gedeelte van het Raamland wilde uitvoeren, verviel, doordat Uwe Vergadering op 13 Maart 1919 besloot dit terrein niet voor dezen woningbouw af te staan. Het vierde plan, waarover wij U thans onze meening hier onder kenbaar maken, omvat den bouw van 209 woningen en één badhuis op de in de jaren 1918 en 1919 aangekochte terreinen aan en nabij de Heerenstraat. Een gedeelte dier terreinen was door de vroegere eigenaren verhuurd aan den Staat der Nederlanden, teneinde daarop barakken voor de legering van troepen te plaatsen en eerst na langdurige cor respondentie is het ons gelukt dit land op 1 Juli j.l. vrij van huur te krijgen. Voor de uitvoering van haar bouwplannen vraagt de ver-, eenigingeen voorschot van f 1.592.202.30, voorzooveel betreft den aankoop van den grond en de bouwkosten der 209 woningen, en van f 45.000 voor den bouw van het badhuis. Uit technisch oogpunt bestaat tegen de uitvoering in het algemeen geen bezwaar. Enkele gebreken kunnen bij de goed keuring van het bestek nader onder oogen worden gezien. Het uitbreidingsplan beoosten de Heerenstraat is sedert de daarin bij Uw besluit van 23 Februari j.l. (Ingek. Stukken No. 46) gebrachte -wijziging, welke wijziging evenwel nog de goedkeuring van Gedeputeerde Staten behoeft, voor de uit voering van het plan geen beletsel meer, terwijl bij Uw besluit van 10 Mei d. a. v. (Ingek. Stukken No. 148) bereids gelden beschikbaar werden gesteld voor het maken van de ten be hoeve van het bouwplan noodige rioleeringswerken. Ook de aanbesteding en de gunning dier werken voor een bedrag van f 32.999 heeft inmiddels plaats gehad, zoodat de woningen, als ze gereed zijn, direct zullen kunnen worden betrokken en de misère bij de woningen op het Kooiterrein zich niet zal herhalen. De overgelegde bouw- en exploitatierekening, moest, zooals gewoonlijk bij dergelijke bouwplannen het geval is, verschil lende wijzigingen ondergaan. Een dezerzijds opgemaakte, ge wijzigde bouw- en exploitatierekening is daarom hierachter afgedrukt. Als koopprijs voor den grond is, in overeenstemming met het gevoelen van de Commissie voor het Grondbedrijf, geno men f 2.25 per M2., welke prijs ons, ook in verband met den prijs der in andere deelen der stad uit te geven grond, rede lijk voorkomt. De prijs is gelijk aan den koopprijs van het gedeelte van den grond, dat in 1919 werd aangekocht, doch hooger dan die van het gedeelte, hetwelk in 1918 eigendom der gemeente werd. Uit den aard der zaak is in verband met een en ander geen bedrag voor renteverlies van de koopsom van den grond uitgetrokken. De terreinophooging, zoowel in de bouwblokken als op den voor straat bestemden grond zal door de vereeniging geschieden. De straatrioleeriog, verharding en wegafwatering echter door de gemeente, doch ten laste van de bouwrekening. Omtrent verdere bijzonderheden en de huurprijzen zij ver wezen naar de gewijzigde exploitatierekening. Uit het bij die rekening medegedeelde blijkt, dat het jaarlijksch tekort wordt geraamd op f 45.715.35, waarvan f of 34.286.515 ten laste van het Rijk en of f 11.428.83® ten laste van de gemeente komt. Op het plan werden, zooals gebruikelijk, de adviezen inge wonnen, behalve van den Directeur van Gemeentewerken en dien van het Bouw- en Woningtoezicht, van de Commissie van Fabricage, de Gezondheidscommissie en de Commissie van Financiën. Eerstgenoemde commissie bepaalt zich tot de opmerking, dat het aanbeveling zou verdienen, indien er een maximum van het gemiddeld bedrag, dat per woning als bijdrage in de huuropbrengst wordt gegeven, werd vastgesteld. De bijge voegde berekening doet zien, dat, om het tekort overeenkomstig den door het Rijk gestelden eisch tot gemiddeld f 204.35 te doen dalen, voor deze woningen huren van f ^-65 tot f 8.zullen moeten worden betaald Verder zouden wij thans niet willen gaan, daar wij vreezen, dat nog hoogere huren de draagkracht van de leden dezer vereeniging zouden te boven gaan. Dj adviezen der Commissie van Fabricage en de Gezond heidscommissie, gevoegd bij dat van den Directeur van Gemeentewerken hebben ons doen afzien van een in den boezem van ons College geopperd denkbeeld, om de breedte van het gedeelte boulevard, dat juist in dit bouwplan ligt, aanmerkelijk te versmallen, bijv. tot 15 M. Wij moeten toe geven, dat de daartegen geopperde bezwaren van gewicht zijn. De kosten van aanleg en bestrating van dit deel boulevard zijn thans geheel in dit bouwplan opgenomen, doch drukken nu daarop wel eenigszins onbillijk, daar het niet aangaat de extra-kosten van een hoofdverkeersweg, die in het belang der geheele gemeente wordt aangelegd, op een bepaald huizen complex te leggen. Met het oog daarop werd dan ook reeds bij raadsbesluit van 9 November 1911 bepaald, dat aan gegadigden voor de bebouwing langs dezen boulevard een bijdrage in de aanlegkosten van /"6500.zou worden gegeven (zie Ingek. Stukken No. 275 van 1911). Er zal dus te zijner tijd een voorstel worden gedaan, om de vereeniging een extra-bijdrage in de betaling van haar annuïteit te verleenen voor het bedrag, waarmede de aanlegkosten van dit stuk boulevard die van een normalen hoofdweg (15 M.) overtreffen. Het bedrag daarvan zal echter het best bepaald kunnen worden, als de werkelijke kosten bekend zijn. De Gezondheidscommissie is in een tweetal rapporten met verschillende bedenkingen gekomen, die ten deele al weerlegd zijn in een memorie van het bestuur der vereeniging, welks gevoelen wij daarover inwonnen. Ook ons komt het voor, dat men den naam der vereeniging, welke haar gegeven is, toen de leden nog geheel andere plannen op dit gebied koesterden, niet tegen haar moet uitspelen, nu zij zich noodgedrongen tot een veel bescheidener bouwplan moet bepalen. De tuinen, die bij de woningen zijn geprojecteerd, zijn niet groot, maar toch voldoende en zullen voor de overgroote meerderheid der aanstaande bewoners ongetwijfeld een belangrijke verbetering brengen. Een (overdekte) kinderspeelplaats achten ook wij wel nuttig, doch wij zouden daarmede in elk geval liever een proef nemen in een eigenlijke arbeiderswijk, zooals die welke bij het Kooi- park in wording is, dan hier. De klacht over het ontbreken van een zoogenaamde brand gang achten wij door het vereenigingsbestuur zeer voldoende weerlegd. De ondervinding leert, dat deze heel vaak de hygiëne allerminst ten goede komen. Wat het uiterlijk aanzien der woningen betreft, men moet in dezen den eenmaal gekozen architect natuurlijk eenige vrijheid laten. Maar wij moeteo er hier met nadruk op wijzen, dat de adviseurs van het Rijk, met wie terecht vooraf over een en ander voeling is gehouden, in den laatsten tijd zoo groot mogelijken eenvoud eischen. Naar het ons wil voor komen, heeft deze aan het aspect der woningen niet al te zeer afbreuk gedaan. Thans nog een enkel woord over het hierachter afgedrukt advies der Commissie van Financiën, dat een anderen geest ademt dan de rapporten, welke wij van deze commissie ten aanzien van woningbouwplannen in den laatsten tijd mochten ontvangen. De commissie wijst in de eerste plaats op het belangrijke tekort, dat de exploitatierekening oplevert. Ofschoon dit na de onzerzijds aangebrachte correcties niet f 57148.—, doch f 45715.— bedraagt, zullen wij geenszins ontkennen, dat dit een hoog cijfer is en evenmin, dat de mogelijkheid bestaat, dat de aanbesteding tot nog ongunstiger resultaat zal voeren. Wat dit laatste betreft, het is Uwen Raad bekend, dat steeds vóór de gunning een nadere beslissing wordt gevraagd, wan neer de inschrijvingen de raming belangrijk overtreffen. Overigens moet naast het hooge cijfer niet uit het oog worden verloren bet enorm groote belang, dat het getal woningen van deze categorie met niet minder dan 209 stijgen zal. De behoefte toch aan dergelijke woningen is buitengewoon groot, zooals blijkt uit het telkens zich voordoende verschijnsel, dat ambtenaren hier ondanks alle moeite geen woning kunnen krijgen, of bij opzegging van een bestaande huurovereenkomst in de grootste verlegenheid geraken. Wil men hieraan tege moet komen en het ontstaan van de meest ongewenschte be woningstoestanden voorkomen, dan moet er voorloopig nog worden doorgebouwd, hetgeen onder de tegenwoordige om standigheden zonder belangrijke offers uit de overheidskassen nog niet mogelijk is. Dat het daarom nog geen «woningbouw a outrance" of «met sneltreinvaart" zal worden, kan ter ge ruststelling van de Commissie van Financiën hier veilig worden verklaard. Wij hoorden van andere zijde wel eens van een slakkengang spreken. De waarheid is, dat de plannen steeds behoorlijk worden onderzocht,doch dat daarmede en met de verder nu eenmaal voorgeschreven formaliteiten noodwendig veel tijd verloren gaat, terwijl tot dusver nog steeds is gebleken de geringe teruggang in de materiaalprijzen in de eerste

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 1