157 Te Haarlem bedraagt dit tarief (echter met inbegrip van het vrije gebruik van het koelhuis) eveneens 8. Worden de nieuwe tarieven ongewijzigd aangenomen, dan kunnen de meerdere ontvangsten, welke daarvan het gevolg zijn, als volgt worden geraamd: aan slachtloonen f 40.000. aan stalgelden f 1500.aan weeggelden f 1000.—, aan keur- loonen f 1000.—, aan diverse andere rechten f 1000.geeft te zamen f 44.500.—, waardoor de uitgaven nagenoeg geheel gedekt worden. Ten slotte vestigt de Directeur de aandacht onzer Commissie op het feit, dat de slagers, bij het inwerking treden van de thans voorgestelde vei hoogde tarieven, niet zullen nalaten, de meerdere kosten daarvan op de consumenten te verhalen. Tegen dit standpunt valt z. i. weinig in te brengen; bij voorbaat stelt hij reeds vast, dat bij een verhooging der vleeschprijzen met lj a 2 cent per pond, de meerdere kosten voor de slagers volkomen zullen worden gedekt. Op grond van het bovenstaande geven wij U thans beleefd in overweging liefst zoo spoedig mogelijkaan den Raad ter vaststelling aan te bieden de navolgende: De Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis: W. Pera, Voorzitter. J. A. van der Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 246. Leiden, 20 Juli 1920. Voor het maken van den gewapend betonkelder in het te bouwen volks- en scboolbadhuis in de van der Werfstraat zijn aan eenige speciale firma's aanbiedingen gevraagd. De laagste offerten werden gedaan door de N. V. Wernink's Betonfabriek alhier en door een elders gevestigde firma; beide schreven in voor 16.500. Onder deze omstandigheden dient, ook naar het oordeel der Commissie van Fabricage, aan de Leidsche firma de voor keur te worden gegeven. Overeenkomstig het advies dier Commissie geven wij U daarom in overweging de gewapend betonwerken voor het volks- en schoolbadhuis in de van der Werfstraat onders hands op te dragen aan de N. V. Wernink's Betonfarbriek alhier voor f 16.500. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 247. Leiden, 20 Juli 1920. Omtrent nevensgaand verzoek van de Leidsche Teeken- vereeniging »De kunst om de kunst om in het genot te worden gesteld van eene gemeentelijke subsidie van ƒ150.— 'sjaars, hebben wij het advies ingewonnen van den Directeur van het Stedelijk Museum »de Lakenhal". Hoewel het ons, mede met het oog op den toestand der «mmeentefinanciënvoorkomt, dat aan het toekennen van allerlei subsidiën zoo weinig mogelijk uitbreiding moet worden gegeven, gelooven wij op grond van de inlichtingen, door den Directeur in zijn mede hierachter afgedrukt rapport ver strekt, dat er wel termen zijn, om de adresseerende vereeni- ging, die thans niet meer, zooals vroeger, kosteloos de beschik king heeft over een verwarmd en verlicht lokaal en waarvan de Ted en niet kapitaalkrachtig zijn, eenige steun te verleenen. Wij geven mitsdien in overweging aan de Leidsche Teeken vereeniging »De kunst om de kunst" te beginnen met het jaar '1920 tot wederopzeggens eene jaarlijksche subsidie te verleenen, onder de navolgende voorwaarden: 1°. dat elk jaar vóór 1 Juni een aischrift van de rekening benevens een verslag over het afgeloopen jaar en een concept- be°TOoting voor het eerstvolgend dienstjaar worden overgelegd, 2®. dat onbemiddelden, die volgens het bestuur der veree- niging rijp voor de studie geacht kunnen worden, in de gelegenheid worden .gesteld, om kosteloos van de teeken avonden gebruik te maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden Leiden, 9 December 1919. Gelijk reeds in het request van »De Kunst om de Kunst" wordt aangegeven, werd deze vereeniging den 8 November 1896 opgericht om gelegenheid te geven tot het teekenen naar gekleed en ongekleed model, waartoe de behoelte werd gevoeld sinds hiertoe door de vereeniging Ars Aemula Naturae geen gelegenheid meer werd geboden. Sinds de oprichting werd steeds door een aantal personen, gemiddeld 25, van deze gelegenheid tot studie gebruik ge maakt, waaronder bekende kunstschilders, jonge kunstgeleerden en kunstnij veren, wier namen in het request vermeld worden. De vereeniging bleek in eene behoefte te voorzien en was in staat om hare uitgaven uit de contributies te dekken, daar zij zonder bezoldigde leiding werkte en dank zij de mede werking van Ars Aemula Naturae, die kosteloos lokaal, vuur en licht beschikbaar stelde. Thans dwingen de geldzorgen Ars om dezen steun te be perken. De brandstoffen kunnen niet meer kosteloos verstrekt worden en voor andere diensten moet eene bescheiden ver goeding gevorderd worden. De hierdoor ontstane verhooging van het budget van Kunst o. d. K. kan niet gevonden worden uit verhooging van contributie of uitbreiding van het aantal leden en het genootschap zag zich dit jaar reeds genoodzaakt om ter besparing van kosten het teekenen naar model tijde lijk te staken. Daarmede vervalt echter ook de aanleiding tot toetreding en hierdoor wordt het bestaan der vereeniging bedreigd. Vandaar het beroep op de Gemeente om eene subsidie van 150 gulden per jaar. Verhooging der contributie is uitgesloten wegens de geringe draagkracht der leden en eene belang rijke uitbreiding .van het ledenaantal wordt bemoeilijkt door de terecht door het bestuur voor de toelating gestelde eischen van rijpheid voor de studie. Toelating van nog ongeoefende krachten zoude slechts hinderlijk werken voor de studie der meergevorderden. De noodtoestand der vereeniging, welke nog verhoogd wordt doordat de kosten voor modelhuur ongeveer zijn verdubbeld, is hierdoor voldoendé aangetoond. Er blijft nu de vraag, in hoeverre de Gemeente hier geroepen is om steun te verleenen. De waarde van het teekenen naar naakt model voor de jonge schilders spreekt zoozeer voor zichzelf, dat het onnoodig is om hierop nader de aandacht te vestigen. Reeds op grond hiervan zoude het verleenen van eene bescheiden subsidie in alle opzichten te billijken zijn. De beroemdheid, welke Leiden naast hare industrie en hare hoogeschool aan de Leidsche schilderschool dankt stelt ook hier eenige verplichting en dit werd zelfs reeds in 1701 gevoeld, toen op verzoek van Ars Aemula Naturae eene jaarlijksche subsidie van 75 gulden werd verleend, die met korte onderbrekingen gedurende meer dan twre eeuwen is uitgekeerd. Ook werd de zaal boven de Rijns- burgsche poort kosteloos ter beschikking gesteld. Niet minder belangrijk is de studie voor de opleiding van verschillende kunstnij veren, voor wie het teekenen naar het naakt model een onmisbaar deel vormt van hunne studie. Mannen als W. C. Brouwer, Zwollo en Loeber maakten een dankbaar gebruik van de door Kunst o. d. K. geboden ge legenheid en onder de jongeren kan gewezen worden op Kesler, chef-teekenaar bij de Rotogravuremaatschappij, Planjer, meubelarchitect, van Dam, illustrator, Valk, ciseleerwerker e. a. Voor hunne ontwikkeling is het modelteekenen van over wegend belang. Rotterdam, 's Gravenhage en andere gemeenten hebben reeds sinds lang hare academies van beeldende kunsten en men mag vragen of ook te Leiden geene aanleiding bestaat tot het oprichten van een dergelijke inrichting, waar de ge legenheid geboden wordt om zich verder te bekwamen in de kunstnijverheid en in de technische kunsten, o. a. door het teekenen naar naakt model. Zoolang dit echter nog tot de toe komstplannen behoort, bestaat er alle aanleiding om den kleinen kring van kunstenaars en kunstnijveren, die thans alleen hier ter stede de gelegenheid biedt om zich te oefenen in het modelteekenen, door eene kleine subsidie van Gemeente wege het voortbestaan van het zoolang geheel uit eigen middelen betaalde werk mogelijk te maken. Ik heb daarom de eer 11 te adviseeren om gunstig op het verzoek te beschikken. Het ware daarbij gewenscht om aan de subsidie de voorwaarde te verbinden, dat onbemiddelden, die volgens het bestuur rijp voor de studie geacht kunnen worden, in de gelegenheid worden gesteld om kosteloos van de teekenavonden gebruik te maken. Reeds het request van 1701 wees er op »dat er onder geringen ambachtsluyden haar kinderen ook fraaye geesten en vernufften gevonden worden, dewelke gaaren van onse openbaar leering wilden bedienen". Het zoude zeer te betreuren zijn, indien deze niet tot volle ontwikkeling konden komen, omdat de van de deelnemers te vragen contributie hen belette van de voor hen zoo noodige gelegenheid tot modelteekenen gebruik te maken. Ik vertrouw,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 9