..ƒ1.- 156 gewicht, paard, ezel, muilezel, muildier) ot gedeelte daarvanif c. voor het vleesch van een stuk klein vee (kalt, varken, schaap, lam, bok, geit) of gedeelte daarvan 0.20 X. Voor het gebruik maken van de vleeschverkoopruimte a. voor het vleesch van een stuk groot vee (stier, os, koe, vaars, pink, kalf zwaarder dan 150 K.G. slachtgewicht, paard, ezel, muilezel, muildier) 5. b. voor het vleesch van een stuk klein vee (kalf, varken, schaap, lam, bok, geit)3 c. voor ander vleesch: het tarief, omschreven onder VIII, letter c. XI. Voor het leveren van stoom en watervoor andere doeleinden dan begrepen in het hiervoor omschrevene: a. voor stoom per uur of gedeelte daarvan 2.— b. voor koud water per 10 Liter of gedeelte daarvan 0.02 c. voor heet water per 10 Liter of gedeelte daarvan 0.05 XII. Voor het keuren van vee, niet voor slachting binnen de gemeente bestemd, en het onderzoeken van levend vee, bedoeld in de eerste alinea van artikel 3 der verordening op den invoer, het vervoer, den doorvoer, de keuring van vee en vleesch en den handel in vleesch in de gemeente Leiden, voor zoover niet begrepen in het hiervoor omschrevene: a. voor een paard, muildier, stier, os, koe, vaars, pink of kalf zwaarder dan 200 K.G. levend gewicht. 1.50 b. voor een kalf, ezel, muilezel, veulen of varken. 1. c. voor een schaap, lam, bok, geit, nuchter kalf of varken niet zwaarder dan 25 K.G. levend gewicht 0.25 XIII. Voor het keuren van vleesch, voor zoover niet begrepen in het hiervoor omschrevene: A. voor geheele dieren, of voor gedeelten grooter dan de helft van: a. een paard, muildier, stier, os, koe, vaars, pink, kalf zwaarder dan 150 K.G. slachtgewicht f 6.50 b. een kalf, ezel, muilezel, veulen of varken 3.50 c. een s haap of lam1.40 d. een bok, geit, nuchterkalf niet zwaarder dan 30 K.G. slachtgewicht, of varken niet zwaarder dan 20 K.G. slachtgewicht0.70 B. voor halve dieren, indien het betreft: de onder a genoemde dieren3.50 b 2. c 0.80 d 0.40 XIV. Voor het keuren van vleesch, niet begrepen onder dat omschreven onder XIII: A. voor versch vleesch, indien het betreft: a. borst- en buikingewanden en koppen per K.G. 0.02 b. ander versch vleesch per K.G0.04 B. toebereid vleesch, indien het betreft: a. toebereid spek per K.G b. toebereide hammen per K.G. c. gerookt rundvleesch per K.G. d. paardenvleesch per K.G.. e. worst en alle andere toebereid vleesch per K.G 0.02 0.04 0.04 0.04 0.04 Bij betaling cent berekend, wordt een onderdeel van een cent voor één XV. Voor toegang tot het koelhuis of het voorkoelhuis op andere dan daarvoor in de verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis vastgestelde tijden: voor elke 10 minuten of gedeelte daarvan XVI. Voor het na sluiting van het Openbaar Slachthuis laten verblijven van voertuigen enz. per nacht: a. voor een motorrijwiel, rijwiel of tweewieligen wagen f 0.05 b. voor een mand, een vat of dergelijk voorwerp. 0.05 c. voor een vierwieligen wagen0.10 XVII. Voor het geven van een af keuringsbewijs 0.10 XVIII. Voor het verzegelen van een huid 0.50 Art. 3. Deze verordening treedt in werking op '1 October 1920. Op dat tijdstip vervalt de verordening van 30 Juli 1914 (Gem. Blad No. 29), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 28 Augustus 1919 (Gem. Blad No. 31). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 26 Juni 1920. Zooals wij reeds bij de aanbieding der concept-begrooting voor 1921 mochten opmerken, zou, bij ongewijzigde hand having der slachthuisrechten, zooals die laatstelijk zijn herzien bij verordening van 28 Augustus 1919 (Gem. Blad No. 31), het tekort over het dienstjaar 1921 f 44.904.80 bedragen. Om dit tekort te dekken, staat, naar onze meening, geen andere weg open dan door opnieuw tot herziening der slacht huisrechten over te gaan. Op ons verzoek stelde de Directeur eene nieuwe ontwerp-verordening samen, welke de goedkeuring onzer Commissie mocht wegdragen. Ter toelichting daarvan diene het volgende. Het zal Uw College bekend zijn, dat de laatste jaren vóór den oorlog de exploitatie van het Openbaar Slachthuis geen of althans een zeer gering nadeelig saldo opleverde. Zoo bedroeg het tekort in 1912 ƒ817.28 en in 1913 ƒ2880.295, terwijl in 1914, 1915 en 1916 een netto-winst werd gemaakt van respectievelijk f 4897.57®, f 10033.85 en f 3000. Omtrent de financieele resultaten van het bedrijf over de jaren 1917 en '1918 kan, in verband met de vleeschraritsoe- neering, uit den aard der zaak bezwaarlijk een beoordeeling plaats hebben. Het jaar 1919 leverde echter weder een nadeelig saldo van f 36.334.35®. Op grond van de buitengewone stijging der uitgaven, werd in het laatstgenoemd jaar, door den Raad, onder dagteekening van 28 Augustus 1919, eene verordening tot gedeeltelijke herziening der rechten voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis vastgesteld. De bij deze verordening tot stand gekomen verhooging der tarieven van ongeveer 50%, welke op 1 Januari 1920 in werking is getreden, heeft intusschen in den financieelen toe stand van het Openbaar Slachthuis weinig verbetering gebracht. Aan de hand van de cijfers over de eerste 5 maanden van dit jaar verkregen, kan thans reeds worden vastgesteld, dat de ontvangsten over 1920 met vrij groote zekerheid niet meer zullen bedragen dan f 115.000.—, terwijl de uitgaven vermoedelijk zullen beloopen f 161.000.—, zoodat bij de geldende tarieven, een nadeelig saldo kan worden verwacht van ca. f 46.000.terwijl dit voor 1921, zooals hierboven reeds vermeld is, geraamd wordt op f 44.904.80. Als voornaamste oorzaken van den ongunstigen financieelen toestand van het Slachthuisbedrijf moeten worden genoemd: 1°. de hooge prijzen van steenkolen en electriciteit als drijf kracht van de machines; 2°. de hooge prijzen van andere grondstoffen en materialen 3°. de aanzienlijke stijging der salarissen en loonen; 4°. de invoering van den verkorten arbeidsdag. De in bijgaand ontwerp aangegeven nieuwe tarieven, be hoeven slechts weinig toelichting; de thans voorgestelde rechten beteekenen een verhooging met ongeveer 100% van de vóór 1 Januari 1920 geldende, nog niet herziene tarieven. Eenige tarieven, die reeds bij de vorige herziening met 100% zijn verhoogd, zijn thans onveranderd gelaten. Bovendien moest voor het gebruikmaken van het koelhuis een afwijkende regeling worden voorgesteld. De ervaring toch heeft geleerd, dat de exploitatie van het koelhuit, tengevolge van de geringe vergoeding, welke voor het gebruik daarvan door de slagers wordt betaald, groote financieele offers van de gemeente eischt. Aangenomen mag zelfs worden, dat de exploitatie-kosten bij de thans geldende slachtloonen, waarin de rechten voor het gebruik van het koelhuis zijn begrepen, voor niet meer dan 25% worden gedekt. Ook in andere gemeenten werd hierop reeds de aandacht gevestigd. Zoo werd door Burgemeester en Wethouders van Utrecht bij hun voorstel aan den Gemeenteraad, tot herziening der slachthuisrechten er op gewezen, dat de prijs voor het gebruik van koelcellen, tenminste f 80.per M2. zou moeten bedragen, om de kosten van exploitatie daarvan te dekken. Houdt men nu,rekening met het feit, dat thans door de slagers alhier van het koelhuis wordt gebruik gemaakt op den grondslag van een huurprijs van f 20.per M2. koelcel oppervlakte, dan behoeft het geen betoog, dat de heffing voor het gebruik van het koelhuis aanzienlijk moest worden ver hoogd, waardoor noodzakelijk ook de slachtloonen (waaronder het vrije gebruik van het koelhuis is inbegrepen) tot een hooger cijfer moesten worden opgevoerd, dan anders het geval zoude zijn geweest. Vergelijkt men de in het hieronder volgend ontwerp, voor komende slachtrechten met die van andere gemeenten, dan blijkt dat het slacht- en keurloon, met inbegrip van het recht voor het gebruik van het koelhuis, voor Leiden is bepaald o.a. voor een rund op ƒ10.(thans ƒ5.50), wat overeenkomt met f 6.zonder het gebruik van het koelhuis, terwijl dit cijfer zonder koelhuis voor Alkmaar bedraagt 10.voor 's-Gravenhage en Utrecht 6.voor Arnhem 7.—, voor Nijmegen f 5.en f 6.— en voor 's-Hertogenbosch f 8.—. 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 8