153
staat "van at- en overschrijving een bedrag van 17280.te
onzer beschikking te stellen voor de verbetering van den
Rijnsburgerweg tusscheu Posthof en Warrnondervveg. Op den
post voor Onvoorziene Uitgaven is, na aanneming van onze
vorige voorstellen, nog f 71.783.83 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth.
van Leiden,
N°. 241. Leiden, 19 Juli 1920.
Voor de benoeming van een concierge aan de Kweekschool
voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, voor welke betrekking
sollicitanten zijn opgeroepen, in verband met het aan J. van
Kan, met ingang van 1 September e. k. verleend eervol ontslag,
hebben wij de eer U de navolgende personen aan te bevelen:
1°. A. P. CHAUDRON, te Leiden, magazijnmeester bij de
heeren Gebrs. van Wijk Sc Co.;
2°. J. OUWERKERK, te Leiden, kapper.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 242.
Leiden, 19 Juli 1920.
Voor tie Gasfabriek
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den
heer
J. J. Kamermans, om eervol ontslag als onderwijzer aan de
openbare lagere school der 2e klasse voor Jongens en Meisjes,
No. 4 alhier, bestaat bij ons College geen bezwaar.
Wij geven U mitsdien in overweging, aan den heer J. J.
Kamermans, op diens verzoek, eervol ontslag te verleenen
uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere
school der 2e klasse voor Jongens en Meisjes, No. 4, en dat
ontslag te doen ingaan op 1 September 1920.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden
geeft met verschuldigden eerbied te kermen, ondergeteekende
Johannes Jacobus Kamermans onderwijzer bij het openbaar
onderwijs te Leiden
dat hij is benoemd tot onderwijzer bij het openbaar onderwijs
in de gemeente Rijswijk dat hij daarom den Raad beleeld
verzoekt hem, met ingang van 1' Sept. 1920, eervol ontslag
te verleenen uit de betrekking van onderwijzer aan de school
der 2e klasse No. 4 a. d. Maresingel alhier.
Leiden 30 Juni '20
Maresingel 32a.
't Welk doende
J. J. Kamermans.
N°. 243.
Leiden, 19 Juli 1920.
Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van Commis
sarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
geven wij U in overweging
1°. goed te keuren, dat over het jaar 1919 voor normale
uitbreidingen der Gasfabriek 51.000.— en der Electriciteits-
fabriék f 262.000.— is besteed;
2°. in verband met de sub 1° bedoelde uitbreidingen bet
uitbreidingskapitaal der Gasfabriek aan te vullen met ƒ51.000.
en dat der Electriciteitsfabriek met f 262.000.onder be
paling, dat jaarlijks door de fabrieken aan de gemeente zal
worden betaald 6% rente van de door haar geleende kapi
talen en dat te beginnen met het jaar 1920 jaarlijks voor
zooveel betreft het aan de Gasfabriek verstrekte kapitaal 5%
en voor zooveel betreft het aan de Electriciteitsfabriek verstrekte
kapitaal 272 zal worden afgelost;
3°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overge-
legden suppletoiren begrootingsstaat, groot 313.000.—.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Wetb. van Leiden.
Leiden, 12 Juli 1920.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat de normale uit
breiding van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrici
teit, in° verband met de levering van gas en electriciteit
volgens de bestaande verordening, in 1919 heeft bedragen
alg.
Bouwwerken
dienst
Invent. Bouww.
alg. dienst
Gashouders en toe
stellen
Hoofdhuizen
Dienstleidingen
Muntleidirigen
5.000.-
10.000.-
3.000.-
22.000.-
1.000.-
10.000.-
Yoor de Electr. Centrale
Gebouwen 5 000.-
Mach. inrichting. 10.000.-
H. S. kabelnet L. 22.000.-
Transf. stat. 11.000.-
L. S. kabelnet 29.000.-
L. S. bovengr.
netten 1.000.-
Huisaansluitingen» 41.000.-
Transformatoren 34.000.-
Electr. meters. 100.000.-
Dienstwoningen4.000.-
Inventaris. 5.000.-
Totaal 51.000.-
Totaal 262.000.—
De daarvoor benoodigde sommen zijn voorloopig uit het
kasgeld der Fabrieken bestreden, dat thans aangevuld zal
moeten worden; wij achten het mitsdien noodzakelijk, dat
aan het uitbreidingskapitaal een bedrag van rond ƒ51.000.—
voor de Gasfabriek en rond ƒ262.000.— voorde Electrici
teitsfabriek worde toegevoegd.
Volgens artikel 25 van de Verordening, houdende regle
ment op het beheer en bestuur der Stedelijke Fabrieken (Ge
meenteblad 1914, No. 32), zooals dat luidt ingevolge de ver
ordening van 1 Maart 1917 (Gemeenteblad No. 20), zal de
aflossingstermijn zooveel mogelijk in overeenstemming moeten
worden gebracht met den termijn van alschrijving voor de
daartegen aan te schaffen bezittingen. Het komt ons gewenscht
voor de aflossingssom te bepalen op 5% jaarlijks voor eerst
genoemd kapitaal, op 2x/a jaarlijks voor het laatstgenoemde.
Wij geven U derhalve beleefd in overweging den Raad
voor te stellen te besluiten
a. goed te keuren de bovenomschreven voor normale uit
breidingen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
bestede bedragen over het jaar 1919 van:
51.000.— voor de Gasfabriek;
262.000.voor de Electriciteitsfabriek
'o. het uitbreidingskapitaal der fabrieken aan te vullen met:
51.000.a 6% rente en met 5% jaarlijksche aflossing
voor de Gasfabriek.
262.000.— a 6 rente en met 27a jaarlijksche aflos
sing voor de Electriciteitsfabriek.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteit,
C. W. van der Pot Bzn., Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, L°-Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. '244.
Leiden, 19 Juli 1920.
Met nevensgaand voorstel van de Commissie van Beheer
over de gestichten »Endegeest", »Voorgeest" en »Rhijngeest"
om de verpleegkosten in Endegeest en Voorgeest andermaal te
verhoogen en thans op 875 per jaar te brengen, kan ons
College zich, hoezeer wij het betreuren, dat al weder verhooging
der verpleeggelden noodig is, vereenigen. Zelfs bij de «thans
voorgestelde verhooging is het volgens de Commissie nog maar
juist mogelijk de begrooting voor het volgende dienstjaar
sluitende te maken. Ook in de meeste andere gestichten, alwaar
Zuid-Hollandsche patiënten worden verpleegd, bedraagt het
verpleeggeld, hetzij ongeveer hetzelfde bedrag, als thans voor
Endegeest en Voorgeest wordt voorgesteld, hetzij meer. De
in werking treding der verhooging ware, teneinde een belangrijk
tekort over 1920 zooveel mogelijk te voorkomen, tegen het
einde van het loopende kwartaal, d. i. op I October a. s., te
bepalen.
De in het vierde lid van artikel 11 voorgestelde wijziging
heeft evenzeer onze instemming. Slechts meenen wij U een
eenigszins gewijzigde redactie 1e moeten voorstellen, waarbij
de bedoeling der Commissie nog duidelijker uitkomt, dan bij
de door haar aangegeven redactie.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot
vaststelling van de navolgende verordening over te gaan:
VERORDENING, houdende wijziging van de verordening
van 3 December 1896 (Gem. Blad No. 15), houdende
voorwaarden van opneming en verpleging van lijders
in het Krankzinnigengesticht „Endegeest" en de
afdeeling voor Jeugdige Idioten „Voorgeest" te Oegst-
geest, laatstelijk gewijzigd hij verordening van 29
December 1919 (Gem. Blad No. 52).
Artikel 1.
Het eerste en tweede lid van artikel 7 van bovengenoemde
verordening wordt gelezen als \olgt:
j.cgoLi nivvuiiciu0