159 No. 250. Leiden, 20 Juli 1920. In het afgeloopen jaar richtte de afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers een verzoek tot U, om in beginsel te besluiten tot de inrichting van een school bioscoop, terwijl de afdeeling Leiden van «Volksonderwijs", de afdeeling Leiden van het Nederlandsch Onderwijzers-Ge nootschap en de Lichtbeeldencommissie alhier aan dit verzoek hare instemming betuigden. De Plaatselijke Schoolcommissie, wier gevoelen wij te dezer zake inwonnen, betuigde bij schrijven van 22 December j.l. aan het geopperde denkbeeld haar sympathie en bleek van het nut eener schoolbioscoop overtuigd. Ook ons College is van den aanvang af van meening, dat het alleszins aanbeveling verdient, om de bioscoop dienstbaar te maken aan het onderwijs. Het valt toch niet tegen te spreken, dat op deze wijze, speciaal op het gebied der aardrijks kunde en der natuurkennis, leerrijke en tegelijk aangename lessen gegeven kunnen worden. Door bioscoopvoorstellingen bereikt het aanschouwelijk onderwijs een tot dusver ongekende hoogte. De Bond van Nederlandsche Onderwijzers maakt terecht de opmerking, dat het levendigste woord van den onder wijzer en de prachtigste platen het moeten afleggen tegen de levende beelden van de bioscoop. In deze meening zijn wij nog versterkt na het bijwonen van de vertooning, die de heer D. van Staveren, Directeur der Haagsche Schoolbioscoop, zoo vriendelijk was hier te geven en wij veronderstellen, dat allen, die deze voorstelling hebben bijgewoond, met ons overtuigd zijn geworden, of in de over tuiging zijn bevestigd, dat de bioscoop een leerwijze is, waar van met recht gunstige resultaten verwacht mogen worden. Het oprichten van een schoolbioscoop kunnen wij U echter met 't oog op de daaraan verbonden hooge kosten niet aan raden. Bovendien is hier eene proefneming op haar plaats. Wij hebben daarom naar een andere oplossing gezocht. Uit den aard der zaak ging hier nog al eenigen tijd mede gemoeid. Het resultaat van onze pogingen komt op het volgende neer De directie van het Luxor-theater alhier hebben wij bereid bevonden haar inrichting ter beschikking van de gemeente te stellen en wel op Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zater dag van 9—12 en op Dinsdag en Donderdag bovendien van li—41 uur. De lessen op uur stellend, zullen dus 12 lessen in de \veek gegeven kunnen worden. Neemt men verder aan, dat iedere les door ongeveer 300 kinderen kan worden bij gewoond, dan kunnen alle leerlingen van de vijlde en hoogere klassen der lagere scholen, zoowel openbire als bijzondere, (in het geheel bedraagt het aantal leerlingen dezer klassen pl.m. 3500) één les in.de week krijgen. Wij zouden nu 8 keer in het jaar een lesweek willen geven. Met de leiding dient een onderwijzer te worden belast. Deze zal natuurlijk in de week, waarin de bioscooplessen gegeven worden, verlof moeten hebben. Hij zal verder films moeten uitzoeken en van te voren aan de onderwijzers der leerlingen den inhoud van de door hem te vertoonen films moeten mededeelen, opdat deze hun leerlingen op de vertoo ning kunnen voorbereiden. Ten opzichte van de kosten kunnen wij U mededeelen, dat de directie van het Luxor Theater geneigd is haar bioscoop beschikbaar te stellen vbor 17.50 per les van 1-| uur. Hier onder is alles inbegrepen, verlichting, verwarming, personeel en operateur. Aangezien zij haar apparaat moet doen om bouwen voor het projecteeren van stilstaande beelden uit de films, stelt de directie de zeker niet onbillijke voorwaarde, dat de overeenkomst worde aangegaan voor ten minste 8 les- weken, vallende binnen het tijdvak van één jaar. De uitgaven bedragen dan per jaar: 12 lessen per week a f 17.50 per les, gedurend^S ^veken, Huur van films berekend tegen f 70.— per week, d. i560. Salaris leider 60.per week, d. i480. Drukwerken, reiskosten leider enz. 100.— d. i. in totaal 2820. of in ronde som per jaar3000. Het komt ons voor, dat op deze wijze de bioscoop op gelukkige en niet te kostbare wijze kan worden dienstbaar gemaakt ten behoeve van de school. Het is daarbij onze bedoeling het bijwonen der lessen voor de leerlingen der openbare scholen verplichtend te stellen. De besturen der bijzondere scholen moeten o.i. de leerlingen hunner scholen eveneens van de lessen kunnen doen profi- teeren. Ook voor hen zouden wij dus het bijwonen der lessen, zonder betaling van kosten open willen stellen. Op grond van een en ander geven wij U alsnu in over weging tot de invoering van de bioscooplessen ten behoeve van de leerlingen der openbare en bijzondere scholen in den boven aangegeven geest bij wijze van proef te besluiten en ons Ooilege te, machtigen voor de uitvoering van dit besluit het noodige te verrichten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 251. Leiden, 20 Juli 1920. Naar aanleiding van het in Uwe Vergadering van 29 December j.l. in handen van ons College ten fine van prae- advies gestelde voorstel van Uw medelid, den heer van Stralen, luidende: «De Raad, van oordeel dat de samenstelling van het bestuur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs zoodanig behoort te zijn, dat daarin de verschillende richtingen uit de Leidsche Vakbeweging naar evenredigheid van hunne sterkte zijn vertegenwoordigd, noodigt B. en W. uit alsnog met nieuwe voorstellen betref fende deze samenstelling te komen, waarin deze wenschelijk- heid tot uitdrukking komt" is door ons het gevoelen ingewonnen van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Volgens diens meening zou eene vertegenwoordiging der verschillende richtingen uit de Leidsche vakbeweging in het bestuur der beurs naar evenredigheid van de sterkte dier richtingen, den grondslag, waarop de samenstelling van het bestuur rust, n.l. eene gelijke vertegenwoordiging van zoo mogelijk alle richtingen der Leidsche vakbeweging, ernstig schokken. Bovendien zou de uitbreiding, welke het bestuur bij evenredige vertegenwoordiging moet ondergaan, algezien nog van de min of meer eenzijdige richting, welke het gevolg van een en ander zou zijn, de besprekingen op de vergade ringen en het nemen van besluiten zeer bemoeilijken. Eenparig is het bestuur daarom van meening, dat eene vertegenwoordiging der verschillende richtingen uit de Leidsche vakbeweging naar evenredigheid van ieder's sterkte, in alle opzichten ongewenscht is, terwijl het bestuur eveneens een parig van oordeel is, dat nu het bestuur der beurs na de laatste uitbreiding reeds uit, negen leden, vertegenwoordigende de voornaamste richtingen in de vakbeweging ter dezer stede, bestaat, verdere uitbreiding niet in het belang der openbare arbeidsbemiddeling moet worden geacht. üns vereenigende met het advies van het bestuur der beurs, geven wij U alsnu in overweging het voorstel van den heer van Stralen niet aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 252. Leiden 21 Juli 1920. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het 3e Suppletoir kohier, benevens het 2e Forensenkohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, belastingjaar 1919/20, met een gezamenlijk belastbaar inkomen van f 607688. De proefdrukken van deze kohieren zijn aan de Raads leden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 11