158 dat tegen deze voorwaarde bij de requestranten geen bezwaar zoude bestaan. De directeur van het Stedelijk Museum de Lakenhal, J. C. OVERVOORDE. Leiden, 20 Nov. 1919. Aan den raad der gemeente Leiden, Geven met verschuldigden eerbied te kennen: Frederik, George Verhoef, en Cornelis, Jan van Urk, domi cilie kiezende ten huize van laatstgenoemde, Oude Vest 163, alhier, in hun kwaliteit van Voorzitter en Secretaris der Leidsche teekenvereeniging »De kunst om de kunst" geves tigd te Leiden (statuten goedgekeurd bij K. B. van 7 Maart 1899, staatsblad No. 70), dat deze vereeniging ten doel heeft het teekenen naar het menschelijk model en o. a. is opgericht door de Heeren W. v. d. Nat, W. C. A. Ridderhof en VV. C. Brouwer den 8eu November 1896, aangezien A. E. N. geen gelegenheid meer bood dat teekenen voornoemd te beoefenen. dat zij sinds hare oprichting gevestigd is geweest in het gebouw Pieterskerkgracht no. 9, w aar haar door de Leidsche teekenacademie A. E. N. voornoemd, steeds gastvrijheid is verleend en gratis vuur en licht verstrekt, dat deze academie is eene voortzetting van de «Academie der konstschilders en tekenaars", opgericht in 1701 (stichting Willem v. Mieris en Carel de Moor) en waarvan de geschie denis door den seer, van A. E. N., prof. P. J. Blok in »Oud Leiden" jaargang 1913 is geschetst; die sinds 1859 in P. H.D. 2 zalen kosteloos met verlichting en verwarming te beschik king had gekregen van Mr. J. Kneppelhout, sinds het vorige jaar in groote zorgen zit, ten gevolge van het overlijden van Mevr. de Wed. Kneppelhout en de daarmede in verband staande erflating; dat ten gevolge daarvan onze vereeniging reeds verleden jaar, zelf gedeeltelijk voor kachel en verwar ming heeft moeten zorgen en nu niet meer kan voortgaan met teekenen naar gekleed en ongekleed model, omdat zij geen geld meer heeft, om naast de duurdere brandstoffen, nog de eveneens duurder geworden modellen te kunnen betalen dat zij met een zekere blijheid verwijst naar de eigen aardige overeenkomst tusschen haar en de vroegere stichting van Willem v. Mieris inzake de vrije studie naar het menschelijk model, wier voetspoor zij sinds 1896 trouw heeft gevolgd; dat vele sihilders, beeldhouwers en kunstnij veraars bij haar die vrije studie hebben beoefend, waaronder zij noemt, o. a. de Heeren: Prof. dr. W. Martin, hoogleeraar in de kunstgeschiedenis, alhier W. 0. Brouwer, Dir. v. d. kunstaardewerkfabriek te Lei derdorp W. v. d. Nat, kunstschilder, alhier Zwollo en Loeber, sierkunstenaars W. Valk, chef teekenaar te Voorschoten W. C. A. Ridderhof, leeraar M. O alhier A. Segaar, kunstschilder te Kaag H. H. Kamerlingh Onnes, kunstschilder te Oegstgeest C. v. d. Wind, kunstschilder, alhier J. J. de Gelder, drs. in de letteren, conservator prenten- cabinet alhier dat zij er op wijst, dat zij tot heden de eenigste gelegen heid te Leiden gaf, die vrije studie naar het menschelijk model te beoefenen; dat die studie een bijzonder belang is voor hen, die kunst- beroepen beoefenen, maar toch ook als een algemeen belang mag gelden, vooral in een stad als Leiden, welke zooveel kunstenaars van naam heeft voorgebracht en dus een traditie heeft te bewaren redenen waarom Zij uwen Raad eerbiedig verzoekt, ten einde haar in staat te blijven stellen, met die vrije studie door te gaan, haar een geringe subsidie van ƒ150,00 'sjaars te verleenen. Hetwelk doende enz. Het bestuur voornoemd De Voorzitter De Secretaris F. G. Verhoef. C. J. van Urk. No. 248. Leiden, 20 Juli 1920. In verband met het groot aantal leerlingen, dat zich voor plaatsing op de scholen der 2e klasse heeft aangemeld, is het o. m. noodig het groote bovenlokaal in de school der 2e klasse aan den Maresingel in tweeën te splitsen, zoodat die school 13 in plaats van 12 lokalen krijgt. Volgens den Directeur van Gemeentewerken kan dit geschieden door het plaatsen van een tusschenwand, zooals ook indertijd in de school der 3e klasse aan de Paul Krugerstraat heeft plaats gehad. Een tweetal lokalen, die resp. 25 en 28 leerlingen kunnen bevatten, wordt dan verkregen. De kosten, aan de splitsing verbonden, worden door den Directeur geraamd op ƒ3500.waarvan 25% door het Rijk wordt vergoed. De Commissie van Fabricage zou met het plaatsen van den scheidingswand willen wachten, totdat de uitslag bekend is van een door haar noodiar geacht onderzoek omtrent de vraag, of niet, nu zoovele leerlingen van de 3e klasse school aan den Maresingel naar de aldaar opgerichte nieuwe 2e klasse school zijn overgegaan en ook overigens hoe langer hoe meer verschuiving van de 3e naar de 2e klasse scholen is te con- stateeren, wederom eene school eter 3e klasse tot 2e klasse school kan worden bestemd. Ook ons College acht dit onderzoek gewenscht en heeft dan ook reeds een daartoe strekkende opdracht tot de hoofden der openbare lagere scholen gericht, doch dit neemt niet weg, dat de splitsing van het groote lokaal in de school aan den Maresingel urgent is, teneinde de leerlingen zooveel mogelijk onder dak te brengen. Op eene eventueele omzetting van nog eene 3e klasse school in eene school der 2e klasse, waarmede uit den aard der zaak geruime tijd gemoeid gaat, kan der halve niet worden gewacht. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren be grotingsstaat een bedrag van ƒ3509.— beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van een scheidingswand in het groote bovenlokaal der school 2e klasse aan den Maresingel. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 249. Leiden, 20 Juli 1920. In Uwe Vergadering van 20 Februari 1919 werd overeen komstig ons advies, opgenomen onder No. 40 der Ingekomen Stukken, besloten de volksbewassching van gemeentewege bij wijze van proef ter hand te nemen door het inrichten van een depot aan de Garenmarkt. In dat depót zou de vuile wasch van de klanten in ontvangst worden genomen, om ver volgens na telling en weging door personeel in dienst van de gemeente, aan de particuliere patroons, met wie daaromtrent eene overeenkomst zou worden gesloten, ter behandeling te worden gegeven. Na de bevvassching zou het goed weder aan het depót van de bleekers worden ingenomen en na controle aan de eigenaren worden teruggegeven. Aan de bleekerspatroons zou voor het wasschen der goe deren eene vergoeding van 18 cent per K.G. worden uitge keerd, terwijl aan de klanten 20 cent per K.G. in rekening zou worden gebracht. De kosten van inrichting van het depót en van de exploitatie op 4f cent per K.G. schattende, zou de gemeente per K.G. 2-| cent toeleggen. Met het oog op het drukke gebruik, dat van het depót werd gemaakt, is het waschbureau inmiddels, zooals U bekend is, van de te klein geworden localiteit aan de Garenmarkt, overgebracht naar het gebouw der voormalige centrale keuken in de Pasteurstraat. Afgezien van de aan deze verplaatsing verbonden kosten, heeft het waschbureau over het eerste halfjaar van 1920 een verlies opgeleverd van ƒ5000.—, mede veroorzaakt door de hoogere loonen van het personeel. Bovendien hebben de bleekerspatroons op verhooging dei- op 18 cent per K.G. bepaalde vergoeding aangedrongen, aan gezien ook hunne exploitatiekosten tengevolge van loonsver- hoogingen en bovendien door de duurdere steenkolen zijn gestegen. Aanvankelijk vroegen zij daarom eene verhooging van 2 cent per K.G., doch tenslotte namen zij voorloopig genoegen met eene verhooging van 1 cent per K.G. Teneinde nu het tekort op de exploitatie van het wasch bureau, hetwelk bij verhooging der vergoeding aan de bleekers patroons wederom zal stijgen, althans ten deele te dekken, moet tot verhooging van het aan de klanten in rekening te brengen tarief worden overgegaan. Eene verhooging van het tarief van 20 op 26 cent per K.G. lijkt ons vgorloopig vol doende, terwijl de klanten in de tegenwoordige omstandig heden geacht kunnen worden wel in staat te zijn, om dit meerdere te betalen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging goed te keuren, dat in afwijking van Uw besluit van 20 Februari 1919, inzake de volksbewassching van gemeentewege, de aan de bleekerspatroons te betalen vergoeding '19 cent per K.G. bedraagt en het aan de klanten voor het wasschen in reke ning te brengen tarief 26 cent per K.G. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 10