MAANDAG 10 MEI 1920.
257
het particulier bedrijf worden uitbetaald, te vergelijken met
hetgeen Burgemeester en Wethouders voorstellen. Neemt men
de cijfers, welke ik heb genoemd ik heb mij meer op de
minima gebaseerd, omdat op die bedragen de meisjes in
dienst worden genomen dan krijgen die meisjes ƒ415.—
in handen en nu vraag ik of dat veel dan wel weinig is.
Wat die meisjes van die f 8.per week kunnen koopen, ge
zien de uitgaven welke zij moeten doen voor hetgeen zij
noodig hebben buiten wat het gesticht verstrekt, zou ik
gaarne van den kant van Burgemeester en Wethouders
zien voorgerekend. Gij weet wel wat tegenwoordig/8.waard
is. Men kan er bijna niets voor doen en het gaat niet aan te
zeggen, dat die meisjes het daarmede wel kunnen stellen.
Wij beweren, dat die looneu van dat personeel vroeger veel
en veel te laag zijn gesteld en dat het tijd wordt, dat zij in
overeenstemming worden gebracht met de eischen, welke het
leven thans stelt.
Wij blijven er bij, dat ons voorstel de grenzen van het
redelijke niet overschrijdt.
De Voorzitter. Gij zult mij niet verlokken om te zeggen
wat ik denk van een loon van f 8.voor een dienstbode.
Ik heb alleen gezegd, dat ik in de courant heb gezien, welke
eischen van die zijde tegenwoordig worden gesteld. Ik weet
niet den naam van de dame uit Haarlem, welke in die ver
gaderingen van dienstboden de redevoeringen houdt, maar ik
heb wel eens gelezen welke eischen deze stelt.
De heer van Stralen. Te Amsterdam wordt f 10.gevraagd.
De Voorzitter. Dat heb ik niet gezien. Ik geef toe, dat er
verscheidene dienstboden zijn, die een schamel loon krijgen,
dat veel te laag is, maar, als ik de door Burgemeester en
Wethouders voorgestelde bedragen vergelijk met hetgeen
menschen, die de dienstboden niet uitbuiten, betalen, dan
blijf ik er bij, dat de cijfers in de voorstellen van Burgemeester
en Wethouders den toets dier vergelijking zeer goed kunnen
doorstaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van de heeren van Stralen en Dubbelde-
man wordt in stemming gebracht en met 20 tegen 9 stemmen
verworpen.
Tegen stemmen de heeren: Oostdam, Kuivenhoven, de
Lange, Splinter, van Gruting, A. Mulder, van Hamel, Wilmer,
L P. Mulder, Huurman, Eikerbout, Bisschop, Sijtsma, Heems
kerk, van Tol, Pera, Bots, van der Lip, van der Pot en
Leman.
Vóór stemmen Mevrouw Baart—Braggaar, de heeren Groene-
veld, Knuttel, van Stralen, de la Rie, Dubbeldeman, Oostveen,
Mevrouw Dubbeldeman—Trago en de heer van der Zeeuw.
Het amendement van den heer Knuttel wordt in stemming
gebracht en met 17 tegen 12 stemmeh verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Oostdam, de Lange, Splinter,
van Gruting, A. Mulder, van Hamel, Wilmer, J. P. Mulder,
Huurman, Eikerbout, Sijtsma, van Tol, Pera, Bots, van der
Lip, van der Pot en Leman.
Vóór stemmende heer Kuivenhoven, Mevrouw Baart—
Braggaar, de heeren Groeneveld, Knuttel, van Stralen, de la
Rie, Bisschop, Dubbeldeman, Heemskerk, Oostveen, Mevrouw
DubbeldemanTrago en de heer van der Zeeuw.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de
bezoldiging van dienstbode tot en met strijkster 1ste klasse
wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over het voorstel van Burgemeester en Wet
houders inzake de wedden van tafeljuffrouw 2e klasse, tafel-
juffrouw le klasse en linnenjuffrouw, met de daarop voorge
stelde amendementen van de heeren Dubbeldeman en van
Stralen en van den heer Knuttel.
De heer Dubbeldeman. Al zal het wel niet veel geven,
zoo wensch ik toch een korte toelichting te geven.
Ik acht het een dwaasheid om verschil te maken tusschen
de linnenjuffrouw op Endegeest en die van Rhijngeest. Dit
geldt zoowe/1 voor de tafeljuffrouw als voor de linnenjuffrouw.
De heer Knuttel. Dat is er maar één.
De heer Dubbeldeman. Dat is zoo. Het werk, dat door die
menschen verricht wordt, is hetzelfde. Of wil men weder
een klassenonderscheid maken, zoodat het publiek in Rhijn
geest, dat beter kan betalen, beter bediend wordt dan de
menschen in Endegeest? De Raad zal wel van meening zijn,
dat dit niet noodig is.
De heer Knuttel. M. d. V. Ook ik vind het onderscheid
in klassen verkeerd.
Verder acht ik geen bijzondere toelichting van mijn amen
dement noodig. Ik kan mij aansluiten bij het betoog van den
heer Dubbeldeman.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van de heeren Dubbeldeman en van Stralen
om voor de linnen- en tafeljuffrouwen de klassen te laten
vervallen en hare jaarwedden respectievelijk te brengen op
ƒ1800—ƒ2200.en 1400—1800.— wordt in stemming
gebracht en met 20 te^en 9 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren: Oostdam, Kuivenhoven, de
Lange, Splinter, van Gruting, A. Mulder, van Hamel, Wilmer,
J. P. Mulder, Huurman, Eikerbout, Bisschop, Sijtsma, Heems
kerk, van Tol, Pera, Bots, van der Lip, van der Pot en Leman.
Vóór stemmen: mevrouw BaartBraggaar, de heeren
Groeneveld, Knuttel, van Stralen, de la Rie, Dubbeldeman,
Oostveen, mevrouw Dubbeldeman—Trago en de heer van
der Zeeuw.
Het amendement van den heer Knuttel om de wedde van
de tafeljuffrouw te bepalen op 1150—'1350.met 4 één-
jaarlijksche verhoogingen van ƒ50.en die van de linnen
juffrouw op ƒ1800ƒ2000.met 4 éénjaarlijksche verhoo
gingen van ƒ50.wordt in stemming gebracht en met 17
tegen 12 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren Oostdam, Kuivenhoven, de Lange,
Splinter, van Gruting, A. Mulder, van Hamel, J. P. Mulder,
Huurman, Eikerbout, Sijtsma, van Tol, Pera, Bots, van der
Lip, van der Pot en Leman.
Vóór stemmen: mevrouw BaartBraggaar, de heeren
Groeneveld, Knuttel, van Stralen, Wilmer, de la Rie, Bisschop,
Dubbeldeman, Heemskerk, Oostveen, mevrouw Dubbeldeman
Trago en de heer van der Zeeuw.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de
bezoldiging van tafeljuffrouw 2e klasse, tafeljuffrouw le klasse
en linnenjuftrouw, wordt vervolgens zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De Voorzitter. Wij zijn nu genaderd tot de salarieering
van den Directeur der Stedelijke Werkinrichting, maar, alvo
rens verder te gaan, zal ik nu eerst in stemming brengen
de vraag of wij met de behandeling van dit punt van de
agenda zullen voortgaan of niet. Wie wil doorgaan stemt
vóór, wie wil eindigen stemt tegen.
Besloten wordt met 15 tegen 14 stemmen niet met de
behandeling van dit punt der agenda voort te gaan.
Tegen stemmende heeren Oostdam, Kuivenhoven, Mevrouw
BaartBraggaar, de heeren van Gruting, A. Mulder, Wilmer,
Huurman, de la Rie, Bisschop, Sijtsma, Heemskerk, van der
Zeeuw, van Tol, van der Lip en Leman.
Vóór stemmen: de heeren de Lange, Groeneveld, Knuttel,
Splinter, van Stralen, van Hamel, J. P. Mulder, Eikerbout,
Dubbeldeman, Oostveen, Mevrouw DubbeldemanTrago, de
heeren Pera, Bots en van der Pot.
De punten 9 tot en met 18 der agenda worden eveneens
tot de volgende vergadering aangehouden.
De Voorzitter. Bij mij is ingekomen een briefje van den
heer van der Zeeuw, gericht aan mij als Burgemeester der
gemeente Leiden, luidende:
»Ondergeteekende wenscht in de Raadszitting van Maan
dag 10 Mei a.s. de navolgende vragen tot U te richten:
Is het juist dat de muziektent in het van der Werflpark
in het vervolg alleen beschikbaar wordt gesteld tot het geven
van muziekuitvoeringen, en zoo dit juist is, waarom mogen
er geen zanguitvoeringen gegeven worden?"
Alvorens te zien hoe deze zaak zich ontwikkelt, of er een
interpellatie komt dan wel een korte vraag, wensch ik te
zeggen, dat de heer van der Zeeuw dit briefje aan een goed
adres heeft gezonden, namelijk aan mijn adres, maar dat, als
hij zijn vraag tot mij wil richten, hij niet aan het goede
adres is. Het geldt hier namelijk geen politiezaak, maar een
zaak, welke tot de competentie van Burgemeester en Wet
houders behoort.
De zangvereeniging »De stem des volks" heeft tot Burge
meester en Wethouders het verzoek gericht de tent in het
Van der Werffpark gratis te mogen gebruiken voor het
geven van zanguitvoeringen en daarop is door het College
het volgende geantwoord:
»Naar aanleiding van Uw schrijven d.d. 15 Maart j.l.,