102
nemen zoodoende een veel grooter gedeelte van de markt in
beslag dan hun collega's, die niet meer doen dan hun waren
al of niet in een kraampje uitstallen en aanprijzen zonder meer.
Wij stellen daarom voor, de eerstgenoemde kooplieden - voor
iederen vierkanten meter (of gedeelte daarvan) ingenomen
ruimte het vierdubbele f 0.25) te laten betalen van de ge
wone belasting 0 06), hetgeen ongeveer overeenkomt met
de ruimte, die zij gemiddeld op de markt meer noodig blijken
te hebben dan andere marktverkoopers.
Ook de invorderingsverordening ware door U opnieuw vast
te stellen.
De redactie van ons ontwerp wijkt eenigszins af van die
van de bestaande verordening, wat zijn oorzaak vindt in ons
streven om haar zooveel mogelijk gelijkluidend te doen zijn
aan de andere invorderingsverordeiiingen. Het tegenwoordige
artikel 3 kan, nu de kermis is afgeschaft, vervallen.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in overweging
de heffing en de invordering van de belasting, welke onder
den naam van «Marktgeld" hier ter stede geheven wordt,
opnieuw te regelen en daartoe over te gaan door vaststelling
van de navolgende verordeningen:
I. VERORDENING, regelende de heffing van eene belasting
onder den naam van „Marktgeld" in de gemeente
Leiden.
Artikel 1.
Voor het gebruik van grond op de onderscheidene markten
of elders op den openbaren weg ingenomen, wordt eene be
lasting geheven onder den naam van «Marktgeld" naar het
volgende tarief.
Art. 2.
De belasting bedraagt per dag of gedeelte daarvan
I. Op de veemarkt en de markt voor vette varkens
a. voor een paard, hit, rund, schot, vaars, pink of
graskalf
b. voor een beer, zeug of varken zwaarder dan 75 K.G
c. voor een vetkalf, veulen, muilezel of ezel
d. voor een magerkalf, nuchterkalf, varken van 75 K.G
en minder, schram of schaap
e. voor een lam, bok, geit of big
f. voor een lam, ter markt aangevoerd van 1 Augus
tus tot en met 31 December en voor een big,
zwaarder dan 25 K.G
f 0.50
0.50
0.30
0.20
0.10
0.20
Voor het gebruik van hokken is geen belasting verschuldigd.
II. Op de vischmarkt
1. Op de Vischmarkt en Aalmarkt:
a. voor een partij zeevischf 0.20
b. voor een mandje garnalen van ten hoogste |H.L. 0.06
c. voor een partij riviervisch of paling0.50
2. Op de Gedempte Voldersgracht:
a. voor een partij visch aan beide banken,
op plaats no. 1 0.50
op plaats no. 2 0-40
op plaats no. 30.30
op de overige plaatsen 0.20
b. voor een kruiwagen met droge visch0.20
c. voor een partij aal0.10
Voor het hebben van een vaste plaats gedurende een geheel
jaar bedraagt de belasting sub 2a bij vooruitbetaling:
voor plaats no. 1f ^0.
voor plaats no. 230.
voor plaats no. 320.—
voor de overige plaatsen10.
Indien een grootere oppervlakte dan ter breedte
van 1.70 Meter en ter diepte van 1.50 Meter achter
de banken of schragen wordt ingenomen, is voor de
meerdere ingenomen oppervlakte per vierkanten
Meter of gedeelte daarvan verschuldigd0.06
III. Op de markt voor gevogelte, honden en poelierswaren:
a. voor hazen, konijnen, ander wild of pluimgedierte
zonder meer (met minimum van 6 stuks) per stuk f 0.01
b. voor een hond0.06
c. voor een hondenwagen of kar (niet aangespannen) 0.15
d. voör idem (aangespannen)0.20
e. voor een vierwieligen wagen0.20
voor een paard en wagen0.30
IV. Op de Bloem- en Boommarkt:
a. voor op den grond staande potten, boomen of
planten per strekkenden Meter of gedeelte daarvan f 0.06
b. voor kraampjes en stallen per vierkanten Meter of
gedeelte daarvan 0.10
Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt
de belasting voor de goederen sub a per strekkenden
en die voor sub b per vierkanten Meter of gedeelte
daarvan2.
V. Op de Kaasmarkt:
a. voor een handwagen of kar (n
b. voor idem (aangespannen)
c. voor een vierwieligen wagen
d. voor een paard en wagen
et aangespannen)
0.15
0.20
0.20
0.30
VI. Op de Groente- en Ooftmarkt en op de Aardappelen-
markt:
a. voor een hondenwagen of kar (niet aangespannen) 0.15
b. voor idem (aangespannen) 0.20
c. voor een vierwieligen wagen0.20
d. voor een paard en wagen0.30
en verder per ingenomen vierkanten Meter of ge
deelte daarvan0.06
Voor het plaatsen van goederen, welke worden
geveild, als ook voor het markten van ooft en fruit,
bedraagt de belasting evenwel per ingenomen vier
kanten Meter of gedeelte daarvan0.075
Voor wagens van opkoopers is geen belasting verschuldigd.
VII. Op de Algemeene Weekmarkt en de Algemeene Markt:
per ingenomen vierkanten Meter of gedeelte daarvan 0.06
Echter wordt geheven van kooplieden, die door ge
regelde aanprijzing en uitlegging of toelichting van
het gebruik hunner waren toeschouwers of toehoorders
om zich heen verzamelen (z.g. standwerkers), per
ingenomen vierkanten Meter of gedeelte daarvan0.25
Art. 3.
Voor het uitstallen of plaatsen van uitdragers- en
winkeliersartikelen wordt geheven per ingenomen
vierkanten Meter of gedeelte daarvan bij vooruit
betaling:
per week of gedeelte van een week0.10
per jaar2.
Art. 4.
Voor inrichtingen, waarin publieke vermakelijkheden
of vertooningen van eenigerlei aard plaats hebben,
benevens voor machines, wagens, als anderszins, ten
dienste van die inrichtingen, is voor eiken speeldag
per vierkanten Meter of gedeelte daarvan verschuldigd ƒ0.10
Echter wordt geheven:
vóór draaimolens en dergelijke inrichtingen, per
speeldag en per stuk f 50.
voor hippodromen, glijbanen, bioscopen en der
gelijke inrichtingen, per speeldag en per stuk 80.
voor paardenspellen, door mechanische kracht
voortbewogen draai- en zweefmolens, en dergelijke
inrichtingen, per speeldag en per stuk160.
Art. 5.
Voor hetgebruik van grond voor doeleinden, niet in
de voorgaande artikelen genoemd en niet vallende
onder de verordening van 27 November 1916 (Ge
meenteblad no. 24), wordt geheven per ingenomen
vierkanten Meter of gedeelte daarvan, per dag of
gedeelten van den dag 0.06
Voor wagens, tenten, kramen en dergelijke inrichtingen,
dienende tot verkoop van waren, is die belasting slechts ver
schuldigd voor die dagen, waarop wordt verkocht.
Art. 6.
Onder jaar wordt in deze verordening verstaan het tijdvak
van 1 Januari tot ultimo December; onder week het tijdvak
van Maandag tot en met den eerstvolgenden Zaterdag.
Art. 7.
Deze verordening treedt in werking op 1 Juli 1920.
Op dat tijdstip vervalt de verordening van 10 October 1912
(Gemeenteblad no. 27), regelende de heffing van een belasting
ónder den naam van Marktgeld" te Leiden, gewijzigd bij
verordening van 16 October 1913 (Gemeenteblad no. 31).