-100
N» 159. Leiden, 10 Mei 1920.
Bij nevensgaand adres verzoeken Regenten van het Cornelis
Sprongshof, ook wel genaamd Hofje van den Heiligen Geest,
overeenkomstig het voorschrilt van art. 17, le lid, der Bouw
verordening, Uwe tpestemming tot uitbreiding van genoemd
hofje, dat gelegen is aan de üoezastraat hoek Rapenburg,
No. 135, Sectie E No. 935, door het bijbouwen van 7 woningen
en één Regentenkamer in één gebouw.
Aangezien de te bouwen woningen aan een open plein
zullen komen te liggen en de toetreding van lucht en licht
in het hofje alleszins voldoende blijft, mits het nieuwe gebouw
slechts ten minste 4 Meter van het bestaande woonhuisje No. 14
wordt geplaatst, bestaat tegen deze uitbreiding bij ons College
geen bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering dan ook in overweging aan
Regenten van genoemd hofje de verlangde vergunning te
verleenen, onder voorwaarde, dat het gebouw wordt geplaatst
op een afstand van ten minste 4 Meter van af' het bestaande
woonhuisje No. 14.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Raad der Gemeente Leiden
Komt ondergeteekende, L. van der Laan Architect te Leiden
namens de Regenten van het Cornelus Sprongshof. (van de
H. Geest.) te Leiden met verzoek om vergunning tot uit
breiding van het Hofje. Doezastraat 135. Leiden Kad. Sectie
E. No. 935., met 7 woningen en Regentenkamer volgens
bijgaande teekeningen in duplo, en situatie plan.
'twelk doende enz:
L. van der Laan.
Leiden. 27 April. 1920.
N°. 160. Leiden, 10 Mei 1920.
Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van Commis
sarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
geven wij Uwe Vergadering in overweging:
a. te besluiten tot den aankoop van de in openbare veiling
afgemijnde twee huizen en erven aan den achterweg te War
mond, kad. bekend Sectie L) nis 1158, 1159 en 1160 (ged.),
alsmede van een perceel grond aan de Haven te Warmond,
kad. bekend Sectie D nis 1160 (ged.) en 962 (ged.), op de
teekeriing nader aangegeven, voor de som van 10.200;
b. te bepalen, dat deze aankoop zal geschieden ten behoeve
van de Gasfabriek en dat deze fabriek den koopprijs aan de
Gemeente zal terugbetalen;
c. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overgelegden
suppletoiren begrootingsstaat, groot ƒ10.200.
De veilingskosten zijn bereids door de Gasfabriek betaald.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 Mei 1920.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat gebruik is ge
maakt van do door den Raad gegeven machtiging tot het
afmijnen van twee huizen en erven en een perceel grond
aan den Achterweg en de Haven te Warmond, met het gevolg,
dat het gelukt is op deze perceelen de hand te leggen. De
afmijnsom bedraagt 10.200.alzoo 300.beneden het
gestelde maximum.
De beide woningen bevatten een voorkamer van ongeveer 4X
5,5 M. waarin een bedstede en kelderkast, een kamertje van 2,8 X
2,5 M., benevens een keuken van ongeveer dezelfde afmetingen,
terwijl zich op den zolder bovendien een slaapkamertje be
vindt. De woningen thans verhuurd voor 3.50 per week,
zijn zeer goed onderhouden en net bewoond; zij bieden,daar
zij door het aanbrengen van twee, desnoods van één verbin-
dingsdeur tot één huis te combineeren zijn, voor den fitter,
die in het belang van den dienst in de naaste omgeving van
den nabij gelegen gashouder wonen moet, een uitmuntende
woongelegenheid. Ook is het bezit van het aangrenzende
terrein van belang, vooral wanneer in de toekomst door Leiden
aan Warmond electriciteit zou worden geleverdhet is boven
dien gunstig aan vaart en weg gelegen.
De verkoopsvoorwaarden en teekeniqgen gelieve U hierbij
aan te treffen.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U in
overweging te geven den Raad voor te stellen, te besluiten
tot aankoop van de twee huizen en erven aan den Achterweg
te Warmond, kadastraal bekend Sectie D nos. 1158, groot
1 A. 5 c.A. 1159, groot 61 c.A. en 1160 gedeeltelijk,
alsmede van een perceel grond gelegen aan de Haven te
Warmond en kadastraal békend in dezelfde Sectie onder nos.
1160 gedeeltelijk en 962 gedeeltelijk, een en ander voor de
söm van 10.200.en te bepalen dat deze aankoop zal ge
schieden ten behoeve van de Gasfabriek en dat deze fabriek
den koopprijs, benevens de veilingskosten, aan de gemeente
zal terug betalen.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
C. W. van der Pot Bzn., Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 161. Leiden, 10 Mei 1920.
Bij de behandeling der gemeentebegrooting voor 1917
(volgn. 89), werd ons College gemachtigd tot wederopzeggens
van het Centraal Bureau van Verificatie en Financieele Ad
viezen, ingesteld door de Vereeniging van Nederlandsche
gemeenten, gebruik te maken voor de Controle van de admi-
nistratien van den Gemeente-Ontvanger, de Bank van Leening,
de gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest en het Open
baar Slachthuis, tegen betaling van eene jaarlijksche vergoeding
van ƒ1150.— per jaar vanaf 1 Mei 1917.
Door het Centraal Bureau van Verificatie is ons nu eenigen
tijd geleden verzocht te willen bevorderen, dat de abonne
mentsprijs van 1 Mei 1920 af worde gebracht op ƒ1600.
per jaar, zulks met het oog op de hoogere salarissen van
het personeel en de hoogere reiskosten, welke door het
Bureau moeten worden betaald.
De billijkheid van dit verzoek kunnen wij niet ontkennen.
Wij geven U daarom in overweging te bepalen, dat vanaf
1 Mei 1920 voor bovenbedoelde verificatie zal worden betaald
een bedrag van ƒ1600.per jaar, welk bedrag, na gehouden
overleg met het Bureau, aldus kan worden verdeeld: Ge
meente-Ontvanger ƒ300.(nu ƒ325.— Bank van Leening
ƒ450.(nu ƒ300.Endegeest-Voorgeest-Rhijngeest500.
(nu ƒ250.Slachthuis ƒ350.(nu ƒ275.Deze kosten
worden, voor zoover zij de bedrijven betreffen, door deze
terugbetaald.
In verband met het bovenstaande, deelen wij U verder
mede, dat het ons gewenscht voorkomt, ook de administratiën
van den Markt- en Havendienst en van den Gemeentelijken
Reinigingsdienst in de controle vanwege het Verificatie-
Bureau te betrekken. Op onze desbetreffende vraag deelde
het Bureau ons mede, dat het bereid was, zich ook met de
controle van deze diensten te belasten, tegen eene vergoeding
van ƒ500.per jaar, bij wijze van proef voor den tijd van
één jaar; na gedurende een jaar deze controle te hebben
uitgeoefend, zou het Bureau den prijs met meer zekerheid
kunnen bepalen en daarin, zoo noodig, wijziging voor volgende
jaren kunnen voorstellen. Het bedrag van ƒ500.ware
volgens het Bureau aldus te verdeelen: ƒ200.voor den
Markt-en Havendienst en ƒ300.voor den Reinigingsdienst.
Met deze voorwaarden kunnen wij ons vereenigen. In de
tweede plaats geven wij U mitsdien in overweging ons te
machtigen, voorloopig voor den tijd van één jaar, gerekend
te zijn ingegaan '1 Mei 1920, ook voor de controle van de
administratiën van den Markt- en Havendienst en van den
Gemeentelijken Reinigingsdienst, gebruik te maken van het
Centraal Bureau van Verificatie voornoemd, tegen betaling
van een bedrag van ƒ500.per jaar, verdeeld als hierboven
is aangegeven.
De aan een en ander verbonden kosten zullen voor 1920
een hoogere uitgaaf vorderen van ƒ633.34, waarvan een be
drag van ƒ316.67, ten laste van de bedrijven komende, door
deze aan de gemeente wordt terugbetaald.
De op deze verhooging betrekking hebbende begrootings-
regeling bieden wij U hierbij tevens ter vaststelling aan. Op
den post voor Onvoorziene Uitgaven, waaruit een bedrag van
ƒ316.67 zal moeten worden afgeschreven, is nog 90727.
beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 162. Leiden, 10 Mei 1920.
Door Mevrouw E. RoelofsJuta alhier is tot ons College
het verzoek gericht de beschikking te mogen krijgen overk
1 '7