212
MAANDAG
3 MEI 1920.
lijn blijven en tevens precies voldoen aan het verlangen, dat
de betrokkenen zelf geuit hebben. Wat wil men meer?
Mijn amendement is bijna gelijk aan dat van den heer
Heemskerk c.s., maar wij houden daarmede beter de volgorde,
in de verhoogingen.
De heer Heemskerk. De heer Mulder zegt, dat zijn amen
dement ongeveer in de lijn van ons amendement gaat, maar
er zit toch nog eenig verschil in, waarmede ik mij niet goed
kan vereenigen.
Bij aanneming van het amendement van den heer Mulder
zouden wij dezen toestand krijgen, dat een brugwachter, die
van 2e klasse tot le klasse bevorderd wordt, er financieel niet
op vooruitgaat. Dit acht ik niet gewenscbt; het zal natuurlijk
eenige ontstemming wekken. Als een brugwachter 2e klasse
bevorderd wordt tot le klasse, dan denkt hij natuurlijk evenals
ieder ander die bevorderd wordt, dat hij er financieel eenigs-
zins beter van zal worden, want anders heeft het wel den
naam, dat men verhoogd is, maar krijgt men in werkelijkheid
niets meer. Men gevoelt toch, dat er aan een verhooging eenig
financieel voordeel verbonden moet zijn.
De heer Mulder voegt mij toe: de tijd komt toch! Maar in
elk geval blijven zij bij bevordering tot le klasse het eerste
jaar staan op hetzelfde loon, dat zij als 2e klasse verdienden.
Dit is een standpunt, dat ik niet juist acht en dat ik niet
zou willen doorvoeren, noch ten opzichte van de brugwachters,
noch ten opzichte van anderen.
De heer van der Pot. M. d. V. Waar men de meening
tracht ingang te doen vinden, dat den brugwachters een
hooger loon moet worden toegekend dan aan anderen op grond
dat zij Zondags- en nachtarbeid moeten verrichten, wensch ik
er de aandacht op te vestigen, dat dit laatste eveneens met
een aantal andere werklieden het geval is. Hoeveel zijn er
niet aan de Lichtfabrieken, die op hun beurt Zondags- en
nachtarbeid moeten verrichten?
De heer Knuttel. Niet menschen uit de eerste loongroep!
De heer van der Pot. Ja, er zullen er ook wel onderzijn,
die tot de eerste loongroep behooren. Ik denk, dat, als de
machines aan de Lichtfabrieken draaien, een smidsknecht, een
reiniger en een poetser ook weieens op Zondag en 's nachts
dienst zullen moeten doen. Bij de andere werklieden zou men
daarop nu niet gaan letten, maar wel bij de brugwachters.
Ik geloof dan ook, dat wij op die manier het verband, dat
tusschen de loonen van de verschillende catagorieën van per
soneel thans bestaat, gaan verbreken.
De heer Elkerbout. M. d. V. Als men de zaak zoo be
schouwt, wil ik er op wijzen, dat het personeel aan de
Lichtfabrieken de uren, welke het langer werkt dan 45 per
week, als overuren behoort betaald te krijgen, terwijl de
brugwachters volgens de bestaande regeling voor hetzelfde
loon nacht en dag moeten werken.
De heer van der Pot. Bij den ploegendienst is het ook zoo.
De heer Elkerbout. Bij den ploegendienst behoort een
andere regeling te worden gemaakt, gelijk aan die in het
particulier bedrijf, nl. dat het loon voor Zondag- en nacht
dienst minstens 10% hooger is dan in de gewone tijden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Knuttel wordt in stemming
gebracht en met 20 tegen 9 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren Heemskerk, Bisschop, Sijtsma,
Kuivenhoven, de Lange, Pera, Bots, van der Lip, van der
Pot, A. Mulder, Elkerbout, van Tol, Üostdam, Wilmer,
Splinter, Leman, van Gruting, van Hamel, Stijnman, en
Huurman.
Vóór stemmen de heeren van der Zeeuw, Oostveen, de
dames Dubbeldeman-Trago, en Baart-Braggaar, de heeren
van Stralen, Groeneveld, Knuttel, Dubbeldeman en de la Rie.
Het amendement van de heeren Heemskerk, Bisschop en
Van Tol wordt vervolgens in stemming gebracht en met
21 tegen 8 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heeren Heemskerk, van der Zeeuw,
Oostveen, Mevrouw Dubbeldeman-Trago, de heeren Bisschop,
Sijtsma, Kuivenhoven, Mevrouw Baart-Braggaar, de heeren
van Stralen, Elkerbout, van Tol, Oostdam, Wilmer, Groene
veld, Knuttel, Splinter, Leman, Van Gruting, Stijnman,
Dubbeldeman en de la Rie.
Tegen stemmen de heeren de Lange, Pera, Bots, van der
Lip, van der Pot, A. Mulder, van Hamel en Huurman.
Door deze beslissing worden het amendement van de heeren
van Stralen en Dubbeldeman en net amendement van den
heer A. Mulder geacht te zijn vervallen.
Beraadslaging over het voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende de salarisregeling van den Havenrecher
cheur.
De heer Knuttel. M. d. V. Ik trek mijn amendement ten
aanzien van de havenrechercheurs in. Het maakt practisch
geen verschil; in het geheel had het eenige beteekenis.
De Voorzitter. Op het voorstel van Burgemeester en Wet
houders zijn ingediend de volgende amendementen:
een, van de heeren Heemskerk, Bisschop en van Tol, om
de wedde van den havenrechercheur te stellen op 38ƒ41.
per week;
een, van de heeren Dubbeldeman en van Stralen om de
havenrechercheurs in te deelen als ambtenaren op een jaar
wedde van ƒ2000ƒ2400.— met vier éénjaarlijksche ver
hoogingen van ƒ100.
Ik deel mede, dat Burgemeester en Wethouders in het
geheel niet kunnen treden in het voorstel van de heeren
Dubbeldeman en van Stralen om aan de havenrechercheurs
zoodanig traktement te geven.
De havenrechercheurs hebben tot nog toe gelijk traktement
gehad als de agenten van politie le klasse. Bij aanneming
van het amendement van de heeren Dubbeldeman en van
Stralen zou de havenrechercheur komen op 46.per week;
hij zou dus ver uitgaan boven een hoofdagent,' die 43.—
zal krijgen.
Er wordt beweerd, dat de havenrechercheurs drukken nacht
dienst hebbenik kan mededeelen, dat zij slechts éénmaal in
de 3 of 4 weken nachtdienst hebben. Ik geef toe, zij hebben eenige
geldelijke verantwoordelijkheid, maar deze is niet zoo groot.
Nu de Raad de wedde der brugwachters met ƒ1.ver
hoogd heeft, zijn Burgemeester en Wethouders bereid de
wedde van den havenrechercheur te stellen op 37ƒ40.
per week met 3 eenjaarlijksche verhoogingen van f\.per
week en bovendien ƒ100.— kleedinggeld per jaar, ten einde
precies dezelfde verhouding te behouden, maar zij moeten
het amendement van- den heer Heemskerk c.s. afwijzen,
dat beoogt er f 2.op te leggen. Ik zou niet weten, waarom
dat noodig is. Dan zou men alle verhoudingen gaan veranderen.
Ik moet dus dringend ontraden de amendementen aan te
nemen. Het is zeer gemakkelijk op den laten avond te zeggen
wij doen er nu voor iedereen wat op, maar dat gaat niet aan.
De heer Heemskerk. M. d. V. Wij hebben gewacht met
de indiening van ons amendement totdat een beslissing ge
nomen zou zijn over ons amendement ten aanzien van de
brugwachters.
Nu ons amendement tot verhooging van de wedden der
brugwachters is aangenomen, is het logisch dat ook de haven
rechercheurs iets hooger komen te staan. Nu evenwel Burge
meester en Wethouders zelf hun voorstel eenigszins ver-
hoogen en dus in elk geval de havenrechercheurs, al is het
niet veel, dan toch ietwat geplaatst worden boven de brug
wachters in financieel opzicht, trekken wij ons amendement in.
De Voorzitter. Dan blijft alleen over het amendement
van de heeren Dubbeldeman en van Stralen. Handhaven de
heeren dit amendement? Het voorstel van Burgemeester en
Wethouders strekt thans om de wedde van den havenrecher
cheur te bepalen op 37—40.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik zie geen enkele reden,
waarom wij ons amendement zouden intrekken.
Wij zijn daarmede in overeenstemming met hetgeen de
ambtenaren gevraagd hebben in de commissie voor het ge
organiseerd overleg. Ik geloof ook inderdaad, dat het beter
is de havenrechercheurs bij de ambtenaren op te nemenhet
zijn geen werklieden meer. U wilt hen gelijkstellen met
agenten van politie.
De Voorzitter. De havenrechercheurs zijn geen werklieden
zij zijn daarom opgenomen in staat C; de Waag- en Ijk
meester is ook geen werkman.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Maar dan begrijp ik niet
welk bezwaar er tegen kan zijn die menschen een jaarsalaris
te geven Waarom wil men voor deze ambtenaren een uitzonde
ring maken tegenover de ambtenaren van de politie? Ook daar
hebben de ambtenaren jaarloonen en geen weekloonen.
De Voorzitter. Bij de hoofdagenten is het ook zoo.
De heer Dubbeldeman. Maar een havenrechercheur heeft
een veel belangrijker betrekking dan een hoofdagent van politie.