206 MAANDAG 3 MEI 1920. De heer van Stralen. M. d. V. Wij trekken die amende menten in. De voorstellen van Burgemeester en Wethouders inzake de sala risregelingen voor den agent le klasse en den hoofdagent worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over het voorstel van Burgemeester en Wet houders tot regeling van de wedden van Adjunct-Inspecteur, Inspecteur en Hoofdinspecteur der politie, luidende: Adjunct-Inspecteur Inspecteur Hoofdinspecteur f 2400 per jaar. 3000.— 4000. f 2800.per jaar 3800. 4500. f 100.— 100.— 100. 4 een-jaarlijksche 4 twee-jaarlijkschr 2 100.per jaar b 200. 250. waarop door de heeren Dubbeldernan en van Stralen voor gesteld is een amendement om de wedden van Adjunct- Inspecteur te wijzigen in 2200ƒ2600. Inspecteur ƒ3000ƒ3400.— en de klasse-indeeling te laten vervallen. Hoofdinspecteur ƒ3400ƒ3800.—. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ter toelichting van dit amendement wil ik erop wijzen, dat de commissie voor het georganiseerd overleg, die alle organisaties geraadpleegd heeft, meende dat de adjunct-inspecteur, de inspecteur en de hoofd inspecteur in een bepaalde groep ingedeeld moesten worden. Zij hebben gezegd: de door hen te verrichten arbeid is gelijk te stellen met dien van een andere groep ambtenaren, en er is geen enkele reden aan deze personen een gunstiger positie te verschaffen dan aan anderen. Ik kan, mij daarbij aansluiten; anders zou ik zeker dit amendement niet ingediend hebben. Ik acht het verkeerd, dat een ambtenaar bij de politie die ongeveer dezelfde werkzaamheden verricht als een ambtenaar bij de Lichtfabrieken, bij Gemeentewerken, enz. enz., meer salaris krijgt dan zijn collega's. Ik acht dat een verderfelijk stelsel. Het is natuurlijk niet met opzet gedaan, maar ik geloof toch dat het door Burgemeester en Wethouders gedaan is met een bepaald doel. Ik moet daartegen opkomen. Men is in het college altijd zoo zuinig; ik zou zeggen: hadt nu eens gebruik gemaakt van de gelegenheid die door de ambtenaars organisaties geboden werd. Hier was iets te besparen geweest. Ik begrijp niet dat, terwijl Burgemeester en Wethouders zoo schriel zijn wat betreft bepaalde groepen van ambtenaren en arbeiders wat straks zal blijken bij staat D hier zoo royaal zijn. Ik begrijp niet, waarvoor dat goed is en zal dat nog gaarne vernemen. Toch had ik liever den weg ingeslagen gezien, die aange wezen is door de ambtenaren, die aan het georganiseerd overleg deelgenomen hebben en deze menschen liever zien gebracht op dezelfde plaats waar ook staan andere, daarmede te vergelijken ambtenaren. De heer de Lange. M. d. V. Ik heb behoefte aan een weinig licht; kunt u mij dat verschaffen of kunnen de heeren van Stralen en Dubbeldeman mij dat geven? Ik heb hier voor mij twee gedrukte amendementen, beide mede betrekking hebbende op de salarisregeling der inspec teurs en beide afkomstig van de heeren van Stralen en Dubbeldeman. Het eene voorstel is wat de Inspecteurs betreft conform aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders, het andere niet. Ik zou nu gaarne willen weten, welk amen dement aan de orde is. De heer Dubbeldeman. Ik kan den heer de Lange het volgende mededeelen. Politie-agenten en brugwachters zijn personen, die door de organisaties gerekend worden als te behooren tot de werk lieden, en inspecteurs en havenrechercheurs zijn personen, die door de organisaties meer gerekend worden als te be- hooren tot de ambtenaren. Nu heeft de heer van Stralen in de eerste plaats onder teekend de amendementen, welke betrekking hebben op de werklieden en dat heb ik gedaan met de amendementen, welke betrekking hebben op de ambtenaren. Zoo is hier dan eerst aan de orde het amendement, dat het eerst door mij onderteekend is. Het spreekt van zelf, als wij eraan gedacht hadden, dan hadden wij het andere dat van Burgemeester en Wethouders afkomstig is laten vervallen, maar door de haast is dat verzuimd. De heer de Lange. Welk amendement is nu aan de orde? De heer Dubbeldeman. Het door mij 't eerst onderteekende. De Voorzitter. Het is ook mij opgevallen en ik heb de zaak begrepen. Ik hoop, dat u niet zoo boos op mij zult worden als uw partijgenoot de la Rie zooeven, als ik zeg, dat het wat overhaast werk is en ik het als een kleine slordigheid heb beschouwd. Het amendetnent van de heeren Dubbeldeman en van Stralen komt nu in behandeling, dat van de heeren van Stralen en Dubbeldeman is vervallen. De heer Knuttel. M. d. V. Ik wensch even tè zeggen, dat ik doof het stemmen vóór het amendement van de heeren Dubbeldeman en van Stralen niet wil te kennen geven, dat ik die lagere traktementen wel wil uittrekken. Ik heb zooeven afgezien van stemming vragen over de andere voorstellen ten aanzien van de politie, omdat ik den Raad natuurlijk niet altijd wil dwingen te stemmen, maar toch wil ik uitspreken, dat daardoor aan mijn beginsel, dat ik in het geheel geen salaris voor de politie wil toestaan, geen afbreuk wordt gedaan. De Voorzitter. De heer Dubbeldeman heeft gezegd, dat wij waren afgeweken van onze lijn en bijzonder royaal waren geweest en dat hij dat niet begreep. Ik moet zeggen, dat ik daarvan niets begrijp, want de inspecteurs krijgen een ver hooging in minimum van 30 en in maximum van 29 terwijl ten stadhuize de hoofdadministratief ambtenaar respec tievelijk 36% en 31 °/0 en een administratief ambtenaar le klasse respectievelijk 43% en 36% verhooging erlangen. De inspecteurs krijgen dus een mindere verhooging dan de andere ambtenaren. Zij hadden altijd een andere positie. De politie is indertijd uit de algemeen regeling uitgeschakeld en toen is voor haar een aparte regeling gemaakt. Indertijd had men inspecteur le en 2e klasse, maar deze laatste rang is indertijd, toen voorgesteld is de agenten 3e klasse af te schaften, tege lijk opgeheven. Men heeft hier thans een minder aantal rangen dan in andere plaatsen, namelijk adjunct-inspecteur, inspecteur en hoofdinspecteur, terwijl wij in andere plaatsen aantreffen inspecteurs le klasse, inspecteurs 2e klasse en adspirant-in- specteurs. Wij hebben gemeend, dat het minimum van den inspecteur gelijk moest zijn aan dat van den administratief- ambtenaar le klasse, namelijk 3000.— en zijn maximum gelijk aan dat van den Hoofd-Administratief-Ambtenaar, name lijk 3800.dus twee ambtenaren uit staat D als't ware gecombineerd. Zooals ik zooeven reeds met cijfers aantoonde, krijgen de inspecteurs minder verhooging dan die twee groepen van ambtenaren afzonderlijk, maar ik zie niet in waarom zij niet dezelfde verhooging zouden mogen hebben als de twee groe pen uit staat D gezamenlijk, met welke zij het best te vergelij ken zijn. Nu wil ik eens voorlezen wat die heeren in andere plaatsen krijgen. Men heeft een vergelijking willen maken met Am sterdam, maar daar krijgt een hoofdinspecteur 4800.tot 5500.een inspecteur 1e klasse 3700.— tot 4500. een inspecteur 2e klasse 2700.tot 3500.Te Arnhem is een herziening aanhangig. Te Haarlem krijgt een hoofd inspecteur 4200.— tot 4800.een inspecteur le klasse 3600tot 4200.—, een inspecteur 2e klasse 3000. tot 3600.—. In den Haag: inspecteur 2e klasse 3000.— tot ƒ3600. inspecteur le klasse 3700.— tot, 4500.— hoofdinspecteur 4700.- tot 5500.—. Dus wij blijven hier 1000.en 500.daar beneden; dat is toch niet te hoog. De traktementen zijn in marge absoluut niet hooger dan die van «Igewone secretarie-ambtenaren. Men kan misschien a l'instar van den heer Knuttel heele- maal er tegerr zijn om aan de politie hoogere traktementen te geven; dat is iets anders; maar zoodra men ervan uitgaat dat de politie evengoed recht heeft op behoorlijke bezoldiging als de anderen, kan men niet, zeggen dat de inspecteurs hier BETREKKING. 1. WEDDE. Aantal en termijn der verhoogingen. 3. Bedrag der verhoogingen. 4. Minimum. 2a. Maximum 2b. Bovendien kleedipggeld per jaar. 2c. De Inspecteur, aan wieu de rang van le klasse wordt toegekend, geniet een wedde van f 200.— per jaar meer dan die, welke kern volgens deze staat zou toekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 16