66 r - Art. 4. Het bedrag van rente en aflossing wordt jaarlijks op de begrooting der gemeente in uitgaaf gebracht en uit de ge wone inkomsten der gemeente bestreden. Art. 5. De leening wordt aangegaan bij eene onderhandsche schuld bekentenis, waarvan de vorm door Burgemeester en Wet houders en het Bestuur der Rijksverzekeringsbank in gemeen schappelijk overleg wordt vastgesteld. De gemeente verplicht zich daarbij de af te geven schuldbekentenis op eerste aanvrage van de Rijksverzekeringsbank te vervangen door obligatiën aan toonder, elk groot 1000.en voor de offi- cieele noteering ter beurze van Amsterdam zorg te dragen. De hierdoor veroorzaakte kosten komen ten laste van de gemeente Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 2