62
Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat
er voor de gemeente wel aanleiding is om dit verzoek in te
willigen. De bestaande pachtsom, zij het ook afgerond op
2y00.jaars, achten wij met de Commissie in de tegen
woordige omstandigheden alleszins voldoende, terwijl de heer
Backer ook gedurende een tiental jaren getoond heeft een
goed pachter te zijn.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te
besluiten de exploitatie van den Burcht en de Graanbeurs
voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Mei 1920, weder te
verpachten aan A. Backer, restaurateur alhier, tegen betaling
van een pachtsom van ƒ2900.— per jaar en verder onder
de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Edelachtb. Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden
geeft met verschuldigden eerbied te kennen Arend Backer,
pachter van de Burcht en de Graanbeurs Alhier, dat hij
gaarne het pachtcontract, dat op 1 Mei a.s. eindigt, voor den
duur van vijf' jaren zou willen verlengen op de oude voor
waarden, zijnde: een pachtsom van Achtentwintighonderd
Gulden per jaar, en een verhooging, ter vergoeding van rente
voor aanleg van closets en electrisch licht, zooals die tot
heden hebben gegolden.
Gedaan te Leiden den Zevenentwintigste Januari Negentien
honderd en twintig.
A. Backer.
N°. 102. Leiden, 23 Maart 1920.
Door de firma J. en A. Le Poole werd ons, toen de gemeente
door aankoop eigenares was geworden van, het complex ge
bouwen en erf aan de Garenmarkt en het Levendaal, de wensch
te kennen gegeven, om den mestput aan het Levendaal,
kadastraal bekend Sectie E no. 1529, groot 13 M2. en deel
uitmakende van het gekochte, in eigendom van de gemeente
te mogen overnemen.
Zoolang de bestemming van het aangekochte terrein niet
definitief vaststond, kon, uit den aard der zaak, aan verkoop
niet worden gedacht. Nu echter tot den bouw van de Arbeids
beurs daar ter plaatse naar de U bekende plannen is besloten
en o. i. de gemeente in het behoud van bedoelden mestput, ook
in de toekomst, geen belang meer heeft, bestaat er noch bij
de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar
dit perceeltje grond aan de firma Le Poole in eigendom af
te staan.
Overeenkomstig het advies dier commissie kan de koopprijs
op 50.per M8. of in totaal op 650.— worden bepaald,
met welken prijs de firma Le Poole genoegen neemt.
Wij geven U op grond van het bovenstaande in over
weging te besluiten, den mestput aan het Levendaal, kadastraal
bekend Sectie E no. 1529, groot 13 M2., te verkoopen aan de
firma J. en A. Le Poole alhier, voor de som van 650.
benevens de kosten van overdracht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 103. Leiden, 23 Maart 1920.
In Uwe Vergadering van 25 September j.l. (Ingek. Stukken
No. 278) werd overeenkomstig ons advies besloten nog niet
tot opheffing van de gemeentelijke warmwatervoorziening
over te gaan, doch den prijs van het warm water, van 2a
cent te brengen op 3| cent per emmer.
Ofschoon de Commissie van Fabricage evenals in Septem
ber van oordeel is, dat allengs naar afschaffing van de als
tijdelijken maatregel ingevoerde warmwatervoorziening van
gemeentewege moet worden gestreefd, aangezien de bevol
king zij het met een weinig meer moeite voldoende
warm water kan verkrijgen bij fabrieken en waterstokers,
wordt h. i. nog te veel gebruik van de warmwaterverstrek
king gemaakt, dan dat deze thans plotseling beëindigd zou
kunnen worden.
Teneinde echter de twee sproeiwagens, die onder het ver
voer van het heete water erg lijden, niet langer aan hunne
eigenlijke bestemming, de besproeiing, te onttrekken, zou de
commissie er de voorkeur aan geven den verkoop van warm
water bij wijze van overgangsmaatregel te beperken tot de
gasfabriek, alwaar vele venters water koopen, om het in de
stad weder te verkoopen. De prijs zou dan op 0.03* per
emmer bepaald kunnen blijven. Mocht men echter de voor
ziening ook door middel van de sproeiwagens willen voort
zetten, dan geeft de commissie in overweging den prijs te
verhoogen tot 0.05 per emmer, teneinde het nadeelig saldo,
door den Directeur der Gemeentereiniging geraamd op 1000
per jaar, te dekken. Bovendien acht de commissie in dat geval
nog de aanschaffing van twee nieuwe sproeiwagens met bij-
behoorende bespanning en voerlieden noodig, aangezien met
het oog op eene behoorlijke besproeiing van deze uitgebreide
gemeente, op den duur niet met de ééne sproeiwagen, welke
nog niet aan hare bestemming onttrokken is, kan worden
volstaan.
Ons College is in deze aangelegenheid verdeeld.
De meerderheid gelooft, dat er met het oog op de schaarschte
aan brandstoffen wel eenige reden is, om de warmwater
voorziening van gemeentewege nog eenigen tijd op den be-
staanden voet te handhaven. Natuurlijk zal dan echter, ten
einde het nadeelig saldo, hetgeen voornamelijk met de loons-
verhooging van de gemeentewerklieden samenhangt, te dekken
tot verhooging van den prijs per emmer tot 5 cent moeten
worden overgegaan. Trouwens, van den aanvang af is het
steeds de bedoeling geweest, dat de kosten der tijdelijke
warmwatervoorziening van gemeentewege ongeveer door de
ontvangsten zouden worden gedekt en eene prijsverhooging
tot 5 cent, b.v. met ingang van 1 Mei a.s., is dus alleszins
raiioneel.
Tot aanschaffing van twee nieuwe wagens voor de be
sproeiing, hetgeen de commissie noodig acht bij behoud van
de warmwatervoorziening op den bestaanden voet, acht de
meerderheid echter thans nog geen aanleiding. Evenals in de
afgeloopen jaren, zou zij dit jaar nog met één wagen voor de
besproeiing willen volstaan.
De minderheid van ons College kan zich daarentegen vol
komen aansluiten bij het gevoelen van de Commissie van
Fabricage. Zij wenscht dus de warmwaterverkoop in den
vervolge beperkt te zien tot de Gasfabriek tegen een tarief
van 3a cent en de beide sproeiwagens weder ten spoedigste
aan hare vroegere bestemming terug te geven.
Als College geven wij U echter in overweging goed te
keuren, dat de warmwatervoorziening voorloopig nog op den
bestaanden voet wordt bestendigd, doch dat de prijs van het
warmwater wordt gebracht op 5 cent per emmer.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 104. Leiden, 23 Maart 1920.
De woningbouwvereniging »de Eendracht" heeft tot ons
College het verzoek gericht om goed te keuren, dat de bouw
van 65 woningen en 1 pakhuis op een terrein b noorden den
Lagen Rijndijk (bouwplan 111), waarvoor bij raadsbesluit van
20 November 1919 (Ingek. Stukken i o. 344), overeenkomstig
de bepalingen der woningwet een voorschot van ten hoogste
390.300.werd toegekend, ondershands wordt opgedragen
aan den aannemer van het thans in uitvoering zijnde tweede
bouwplan, den heer A. van Houwelingen, voor de som van
345.450, met inbegrip van 3250.voor den aanleg van
de lichtleidingen, d. i. dus 5315 per woning.
In onze voordracht betreffende het genoemd raadsbesluit
werden de bouwkosten in totaal geraamd op 305250.of
4625 per woning, zoodat de door den heer Van Houwelingen
gedane offerte de raming met 40200.overtreft.
Een en ander is een gevolg van de belangrijke stijging
der prijzen van de bouwmaterialen, welke sedert het opmaken
der begrooting weder heeft plaats gehad, terwijl ook eene
nieuwe verhooging van de loonen in de bouwvakken aan
staande schijnt.
De aanbieding van den heer van Houwelingen komt ons
voor de vereeniging niettemin zeer aannemelijk voor. De
Inspecteur van de Volksgezondheid toch begroot de kosten
thans op 6540 tot 6800 per woning, zoodat het bedrag
van ƒ5315 daar nog belangrijk beneden blijft. Aangezien
bovendien bij openbare aanbesteding een gunstiger of even
gunstige inschrijving niet is te verwachten, komt het ons
voor, zoowel in het financieel belang der vereeniging, als
in dat van Rijk en gemeente te zijn, indien het werk aan
den heer van Hou welingen wordt opgedragen.
Te zijner tijd zal door ons Collegie met het oog op de
meerdere bouwkosten bij Uwen Raad een voorstel tot ver
hooging van het voorschot met 40200.worden ingediend,
doch ter voorkoming van vertraging in de uitvoering van
het bouwplan, geven wij Uwe Vergadering thans reeds in
overweging goed te keuren, dat in elk geval het bij raads
besluit van 20 November 1919 aan de woningbouwvereeni-
ging »de Eendracht" in uitzicht gestelde voorschot van ten
hoogste 390300.wordt verhoogd met ten hoogste ƒ40200.