7-2
MAANDAG 23 FEBRUARI 1920.
XIV. Voorstel tot aanvaarding van de voorwaarden, waar
onder door Gedeputeerde Staten vergunningen zijn verleend
tot den aanleg en de exploitatie van hoogspanningslijnen naar
de gemeente Katwijk en Voorschoten.
(Zie Ing. St. No. 52).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel besloten.
XV. Voorstel tot bestendiging van de overeenkomst met
Regenten van het Hopital Wallon betreffende de exploitatie
van de barak voor lijders aan besmettelijke ziekten in het
Caecilia-Gasthuis.
(Zie Ing. St. No. 56.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel besloten.
XVI. Voorstel tot verhuring van het perceel teelland in den
Boschhuizerpolder aan den Haagweg, Sectie O No. £542, aan
J. Th. Oskam.
(Zie Ing. St. No. 59.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming (over
eenkomstig het voorstel besloten.
XVII. Voorstel tot verhuring van het perceel teelland aan
de Heerenstraat, Sectie M No. 1444 ged., aan C. L. van Velzen.
(Zie Ing. St. No. 60).
Bij dit punt komt tevens in behandeling het desbetreffend
adres van de vereeniging »Tuinstadswijk".
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel besloten.
XVIII. Voorstel in zake de verdeeling van de gemeente in
kieskringen en stemdistricten in verband met te houden ver
kiezingen.
(Zie Ing. St. No. 63).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Knuttel. M. d. V. Naar aanleiding van dit voor
stel wensch ik te vragen, of Burgemeester en Wethouders
hebben overwogen, en zoo ja of zij ervan hebben afgezien,
om afzonderlijke stemdistricten voor vrouwen in te stellen of
afzonderlijke stembussen voor vrouwen te plaatsen. Deze
quaestie is in het tijdschrift «Gemeentebelangen" besproken en
daarin werd het niet in strijd met de wet geacht.
Het zou uit een oogpunt van statistiek eri historie wel van
belang zijn. Vooral nu het vrouwenkiesrecht pas begint te
wei ken, zou het zeker van belang zijn de uitwerking daarvan
na te gaan en te zien, hoe door de vrouwelijke en door de
mannelijke bevolking gestemd wordt.
De Voorzitter. Wat betreft het denkbeeld om afzonderlijke
stemdistricten voor vrouwen in te stellen, dat lijkt mij al een
bijzonder vreemd idee toe; ik begrijp trouwens het belang er
niet van. Ratiorieeler zou het dan zijn in de stemlokalen een
afzonderlijke stembus voor vrouwen te plaatsen.
Nu moge echter «Gemeentebelangen" zeggen, dat het met
in strijd met de wet is, maar dat is nog de vraag; ik weet
niet, of dat tijdschrift daarin gelijk heeft.
De heer Knuttel zegt, dat het van belang is voor de statistiek
en de historie, maar ik zou zoo op het eerste gezicht zeggen,
dat het geheim van de stemming daardoor geschonden wordt.
Intusschen, ik wil gaarne nagaan, of in één stemdistrict
met 2 bussen één voor vrouwen en één voor mannnen gestemd
mag worden, en zoo ja, of dat wenschelijk is. Ik vind het voor
mij persoonlijk best; het kan mij niets schelen, als ten minste
het geheim er niet door geschonden wordt; maar ik weet niet,
in hoever het met de wet in overeenstemming is. Burgemeester
en Wethouders zullen het overwegen.
De heer Groene veld. M. d. V. Ik had dezelfde vraag willen
stellen als de heer Knuttel.
U zegt, dat het geheim van de stemming op die manier
geschonden zou worden, maar dat is toch onjuist. Thans heeft
men toch al iets dergelijks. De kiezers worden over een groot
aantal stembureaux verdeeld. Men weet dus daardoor, hoe de
verschillende groepen kiezers in de bepaalde districten stemmen.
De Voorzitter. Ik doe den heer Groeneveld opmerken.dat
de verdeeling der kiezers over stemdistricten door de wet
gevorderd wordt, terwijl dit niet het geval is met de plaatsing
van twee of meer stembussen in één stembureaujuist het
omgekeerde is bepaald, tenzij in geval van nood.
Men zou eigenlijk, als men die richting uitging, wel 20
stembussen voor verschillende categorieën kiezers kunnen
plaatsen; men zou er bijvoorbeeld ook één kunnen plaatsen
voor de menschen boven 90 jaar; die zijn er in deze ge
meente ook.
Overigens vind ik de zaak, als zij ten minste doodonschul
dig is, van te weinig gewicht, om er zooveel over te praten
het is eigenlijk tijd verbeuzelen. Ik heb gezegd, dat Burge
meester en Wethouders de questie zulUn nagaan; maar als
men dergelijke dingen gaat uitspinnen, dan kunnen wij er
wel den geheelen middag mede bezig zijn.
De heer de Lange. M. d. V. Ik wensch op te merken, dat
de Raad geen zeggenschap heeft over de inrichting van de
stembureaux. Dat geschiedt door den Burgemeester, volgens
het voorschrift van de wet. Het is vriendelijk van U, dat U
daarover laat spreken, maar het gaat den Raad niets aan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel besloten.
XIX. Voorstel tot aanstelling van een inwonend Concierge
in het perceel Breestraat 119.
(Zie Ing. St. No. 53.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel besloten.
XXa. Voorstel tot intrekking van de verordening van 2
Februari 1920, houdende wijziging van de verordening rege
lende onder meer de samenstelling van het Bureau van Ge
meentewerken.
(Zie Ing. St. No. 54.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Knuttel. M. d. V. Ik moet zeggen, ofschoon ik het wel
verwacht had, het jammer te vinden, dat deze verordening
weer veranderd wordt. Ik vrees, dat voor de tweede betrek
king een oproep zal worden gedaan tegen een lager salaris
en wij voor de benoeming van een bouwkundig hoofdambte
naar niet de keuze zullen krijgen uit de gewenschte candi
date^ zoodat tenslotte iemand zal worden benoemd, die een
niet voldoende opleiding heeft genoten, wat aan de gemeente
lijke bouwwerken niet ten goede zou komen. Ik zou er meer
voor gevoelen de eenmaal vastgestelde indeeling te handhaven.
Komt het zoo uit, dat voor onder-directeur een bouwkundig
ingenieur wordt benoemd, dan zal mijn opmerking veel van
haar zin verliezen.
Zouden wij dit voorstel niet kunnen aanhouden totdat de
lijst van sollicitanten bekend zal zijn, omdat wij anders, als
wij voor een mager stelletje sollicitanten komen te staan,
weer aan het veranderen moeten gaan?
De Voorzitter. Wij hebben deze geheele verandering aan
gebracht naar aanleiding van het besluit, dat door den Raad
is genomen. Er is door den Raad absoluut besloten om aldus
te handelen; ik kan er echter niet verder op ingaan.
De heer Knuttel. M. d. V. Als ik uw bedoeling goed be
grijp, vloeit deze wijziging van zelf voort uit het zich terug
trekken van den heer Bolhuis.
De Voorzitter. Ja, het is door den Raad uitdrukkelijk
besloten.
De heer Knuttel. Ik herinner mij dat niet, maar dan
moeten wij deze wijziging aannemen.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
XXö. Voorstel tot vaststelling van de verordening, houdende
wijziging van de verordening van 14 November 1918 (Gem.
blad no. 43), regelende de samenstelling van de Bureaux
van Gemeentewerken, van de Gemeentelijke Reiniging en
van het Bouw- en Woningtoezicht.
(Zie Ing. St. No. 54).
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Het eeriig artikel en daarmede de gansche verordening
wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vast
gesteld.
XXI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
toekenning van een gratificatie aan de hoofdagenten en agenten
van politie en aan de brugwachters, in verband met de latere
invoering van den verkorten normalen arbeidsduur bij de
politie en den havendienst.
(Zie Ing. St. No. 48).