MAANDAG 23 FEBRUARI 1920.
67
6®. Verzoek van I. Jasperse om eervol ontslag als onder
wijzer aan de school der 3e klasse No. 5.
7°. Verzoek van Mevr. G. Pannekoekvan Bemmel om
eervol ontslag als leerares in teekenen aan de Kweekschool
voor Onderwijzers en Onderwijzeressen en aan de Meisjes
school 2e klasse.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
8°. Verzoek vari Burgemeester en Wethouders van Schagen
om adhaesie te betuigen aan een adres aan de Tweede Kamer,
inzake wijziging der Gemeentewet, in dien zin dat de Ge
meenteraden medezeggenschap hebben ten opzichte van Burge
meestersbenoemingen.
Dit verzoek luidt als volgt:
Schagen, 2 Februari 1920.
In de vergadering van den Raad dezer gemeente van 21
Januari j.l. werd, naar aanleiding van de salarisregeling van
Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers door Heeren Ge
deputeerde Staten der Provincie Noordholland, besloten, de
Tweede Kamer der Staten Generaal te verzoeken de wijziging
van artikel 59 der Gemeentewet te bevorderen in dien zin,
dat de ingezetenen der gemeente ten opzichte van de Burge
meestersbenoeming medezeggingschap zouden hebben, door
het zenden van een adres aan genoemd Ooilege van den
navolgenden inhoud:
Aan
de Tweede Kamer der Staten Generaal
Geeft met den meesten eerbied te kennen, het Gemeente
bestuur van Schagen, zulks ter uitvoering van het Raads
besluit d.d. 21 Januari 1920;
dat krachtens artikel 59 der Gemeentewet de Burgemeester
wordt benoemd door Hare Majesteit de Koningin;
dat bij deze benoeming de ingezetenen der gemeente geen
medezeggingschap hebben ten aanzien van de keuze door
Hare Majesteit te doen;
dat in het jaar 1880 -een voorstel ten opzichte van deze
aangelegenheid in Uwe Vergadering gedaan, geen meerderheid
mocht erlangen, en sindsdien de Gemeentewet op dit punt
ongewijzigd is gebleven;
dat toch het Raadscollege eener gemeente geacht kan
worden, het meest op de hoogte te zijn van de belangen der
gemeente, dus ook van de eischen die aan een te benoemen
Burgemeester moeten worden gesteld;
dat het dus billijk is dat de gemeentenaren medezegging
schap krijgen in de benoeming van een Burgemeester, welke
billijkheid nog meer naar voren komt nu de Raad volgens
evenredige vertegenwoordiging is samengesteld;
dat het ook niet billijk is te achten dat deze medezegging
schap ontbreekt, nu aan de gemeenten vrij belangrijke finan-
tiëele verplichtingen worden opgelegd door de allerwege aan
de Burgemeesters verleende tractementsverhoogingen
Redenen waarom het Gemeentebestuur voornoemd zich tot
Uwe vergadering wendt met verzoek het daarheen te willen
leiden dat de Gemeentewet worde gewijzigd in dien zin, dat
voor de benoeming van den Burgemeester eene aanbeveling
van .zoo mogelijk drie personen door den Raad wordt ingediend.
Hetwelk doende enz.,
(get.) J. Cornelissen, Burgemeester,
(get.) Roggeveen, Secretaris.
In gemelde vergadering werd verder besloten den inhoud
van dit adres ter kennis te brengen van alle gemeentebesturen
en deze te verzoeken, daaraan adhaesie te betuigen.
Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U beleefd te
verzoeken van Uwe instemming met den inhoud van het. adres
aan de volksvertegenwoordiging te doen blijken.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
J. Cornelissen.
De Secretaris,
Roggeveen.
Aan de Gemeenteraden in Nederland.
De Voorzitter. Ik wensch er den Raad even attent op te
maken, dat mijns inziens dit request weinig effect kan sorteeren,
omdat volgens de Grondwet de Voorzitter van den Raad door
de Koningin wordt benoemd, terwijl verder artikel 66 der
Gemeentewet bepaalt, dat de Burgemeester is Voorzitter van
den Raad; een wijziging van de Gemeentewet zou in deze
dus niet kunnen helpen. Maar bovendien is dit vraagstuk wel
voldoende bekend aan de staatscommissie voor herziening van
de Grondwet en ook aan die, ingesteld om wijzigingen in de
Gemeentewet voor te bereiden. Ik acht het daarom minder
gewenscht hier een staatsrechtelijk debat op të zetten, omdat
het den gang van zaken hier zou belemmeren. Zooals ik zeide,
geloof ik niet, dat, als wij aan dit adres adhaesie betuigden,
dit effect zou sorteeren. Ik heb geen minachting voor kleine
gemeenten, maar ik zie niet in waarom nu juist van de
gemeente Schagen zulk een beweging moet uitgaan. Ik kan
mij denken, dat, indien de groote gemeenten iets dergelijks
te kennen geven, dit dan ook voor de andere gemeenten van
belang zou kunnen zijn, maar men weet nooit welke de onder
grond is voor het sturen van een adres als het onderhavige
door eene vrij kleine gemeente, en daarom geloof ik, dat wij
het verstandigst doen door ons afzijdig te houden en dit adres
voor kennisgeving aan te nemen.
Het adres wordt aangenomen voor kennisgeving.
9°. Verzoek van H. van Rosse e.a., allen vischhandelaars,
om hunne winkels buiten het sluitingsuur van winkels te
doen vallen.
Dit verzoek luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, onderge-
teekenden, allen winkelhoudend vischhandelaar te Leiden
dat nu het prae-advies van Heeren Burgemeester en Wet
houders, uitgebracht op het voorstel van Uw geacht medelid
den heer P. Heemskerk om het algemeen sluitingsuur voor
winkels vast te stellen op des avonds 8 uur, door Uw College
is aangenomen, zij Uw College beleefd verzoeken die maat
regelen te willen nemen, welke er toe kunnen leiden,
dat hun winkels buiten het algemeen sluitingsuur zullen
kunnen vallen.
Voor de motieven, die hen tot dat verzoek hebben geleid
verwijzen zij UEd. beleefd naar bijgaande memorie van toe
lichting met bijlagen.
't Welk doende
Met de meeste hoogachting,
H. v. Rosse.
(Volgen de namen van 7 adressanten).
Leiden, 1 Februari 1920.
Wordt gesteld in handen van de Commissie voor de Straf
verordeningen.
10°. Adhaesiebetujging van het Bestuur der afdeeling Leiden
van den Roomsch-Ivatholieken Diocesanen Vrouwenbond in het
bisdom Haarlem aan het adres van de afdeeling Leiden van
den Bond voor groote gezinnen in zake de heffing der plaatse
lijke directe belasting.
Zal worden behandeld tegelijk met het adres.'
11°. Adres van de Vereeniging van Sigarenwinkeliers in
zake den verkoop van sigaren, tabak, enz. in vergunnings-
en verlofslocaliteiten na het verplicht sluitingsuur van winkels.
Dit verzoek luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, Johan
Bouman en Johannes Elias van der Heyden, respectievelijk
Voorzitter en Secretaris der Vereeniging van Sigarenwinkeliers
te Leiden;
dat zij Uwen Raad beleefd verzoeken, in verband met een
eventueel aannemen van het voorstel van Uw geacht medelid,
den Heer P. Heemskerk, om het algemeen sluitingsuur voor
winkels, vast te stellen op des avonds 8 uur, in de desbe
treffende verordening te willen doen opnemen de bepaling:
»dat het verboden is in vergunnings- of verlofslocaliteiten,
na des avonds 8 uur tabak, sigaren of sigaretten te verkoopen
of op eenigerlei wijze verkrijgbaar te stellen, noch voor ge
bruik ter plaatse van verkoop, noch voor gebruik elders."
Beleefd verwijzen zij naar de hierbij gaande Memorie van
toelichting.
't Welk doende enz.
UwDwdr.
Joh. Bouwman Voorzitter.
J. E. v. d. Heyden Secretaris.
Maresingel 34.
Leiden, 9 Februari 1920.
12°. Verzoek van de Leidsche Vereeniging van. Aardappel-,
Groenten- en Fruithandelaren om bij de invoering van de
8-uur-sluiting uit te schakelen de Fruitwinkels en die winkels,
waar behalve groenten ook fruit wordt verkocht.