34 N°. 71. Leiden, 4 Maart 1920. Nu het door Uwe Vergadering, in hare zitting van den 26en Januari 1920, genomen besluit, om de tegenwoordige school der 3e klasse, No. 5, op 1 Juli a. s. op te hellen en om het gebouw aan den Maresingel, waarin thans die school gevestigd is, te bestemmen voor eene nieuwe school der 2e klasse voor jongens en meisjes, door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, zal in de eerste plaats moeten worden over gegaan tot de benoeming van een hoofd der nieuwe school 2e klasse. Door enkele hoofden van scholen 3e en 4e klasse in deze gemeente en door het hoofd der school 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 2, aan de Heerenstraat alhier, den heer A. Wisse, wordt, blijkens hun in de Leeskamer ter inzage liggende adressen, verzocht om overplaatsing als hoofd naar de nieuwe 2e klasse-school. Waar nu de heer Wisse reeds gedurende eenige jaren aan eene gelijksoortige school in deze gemeente als hootd werk zaam is, komt dezen, naar onze meening, in de eerste plaats voor overplaatsing in aanmerking. Wij geven U daarom in overweging ons te machtigen, het bij artikel 29, 7e lid, der Wet tot regeling van het Lager Onderwijs bedoelde overleg met den Uistricts-Schoolopziener te openen, ten einde tot de overplaatsing van den heer Wisse van de school der 2e klasse voor jongens en meisjes, No. 2, aan de Heerenstraat, naar de nieuwe school der 2e klasse voor jongens en meisjes, aan den Maresingel, te geraken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®, 72. Leiden, 4 Maart 1920. Bij Uw besluit van 16 Januari 1919 (Ingek. Stukken no. 17) werd het aan de woningbouwvereeniging «Eensgezindheid" toegestane voorschot van ten hoogste f 552.200.ten be hoeve van den bouw van een '118-tal arbeiderswoningen aan den Zijlsingel, verhoogd met ten hoogste 59.400.terwijl de aan de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen toegekende voorschotten van ten hoogste f 764.800.voor den bouw van een 147-tal woningen en 2 pakhuizen op het Kooiterrein en ten hoogste f 173.600. voor den bouw van 30 woningen nabij het aan te leggen Volkspark, bij Uw besluit van 24 April 1919 (Ingek. Stukken no. 107) werden verhoogd resp. met ten hoogste f 64.300.— en f 14.900.Verder werd in Uwe Vergadering van 30 Januari 1919 (Ingek. Stukken no. 34) ten behoeve van het bouwplan (II) der woningbouwvereeniging «de Eendracht" benoorden den Lagen Rijndijk besloten tot verkoop aan die vereeniging van 12000 M2. bouwterrein tegen den prijs van f 1.83i per M2. en tot toekenning van een oorschot van ten hoogste f 852.786. Nu inmiddels de Koninklijke besluiten tot verhooging vari de voorschotten ten behoeve van de vereeniging «Eensge zindheid' en van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen tot de genoemde bedragen zijn tot stand gekomen en ook dat tot verstrekking van het voorschot ten behoeve van de vereeniging «de Eendracht" tot een bedrag van ten hoogste f 816.847. - J) is genomen, kan tot regeling van een en ander op de begrooting voor het dienstjaar 1919 worden overgegaan. Aangezien op deze begrooting reeds de ee'Ste annuïteit en crisisbijdrage ten aanzien van het voorschot der vereeniging «Eensgezindheid'' zijn geraamd, is het noodig ook deze posten te verhoogen. De aan het Rijk verschuldigde annu'iteb stijgt met f 2.826.55, de door de gem ente van het Rijk te ontvangen meerdere crisisbijdrage met f 1.10ö.47| en de duor de ge meente te betalen meerdere crisisbijdrage met f 1.500.64. Het meerdere bedrag der crisisbijdrage ad 394.161 1.500.64 f 1.106.47J), dat ten laste van de gemeente blijft, kan worden gevonden door vermindering van den post «Onvoor ziene Uitgaven". Verder kunnen thans de vereischte posten op de begrooting, dienst 1919, worden gebracht voor de bestratings- en rio- leeringswerken, die de gemeente in verband met de Kooi- bebouwing en het bouwplan (11) van «de Eendracht" uitvoert. De kosten van het straat- en rioleeringswerk op het Kooi terrein worden geraamd op f 133.000waarvan ten laste van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen (bouwplan der 147 woningen) 100.000.— en van de gemeente voor den aanleg van het Volkspark f 26.000.terwijl een bedrag van f 7.000.wordt noodig geacht ter verbetering van de eigenlijke Kooilaan. Ten aanzien van de voor rekening van de genoemde ver eeniging te maken werken kan derhalve worden geraamd onder de buitengewone uitgaven een post ad f 100.000.en daartegenover onder de buitengewone ontvangsten een post tot hetzelfde bedrag wegens terugbetaling der kosten door de vereeniging. Voor den' aanleg van het Volkspark werd reeds bij Uw besluit van 24 April 1919 (Ingek. Stukken n°. 107) uitge trokken een bedrag van f 43.242.50, welk bedrag nog geheel beschikbaar is. De kosten van de verbetering van de Kooilaan moeten worden gerekend te behooren tot de gewone uitgaven, weshalve wordt voorgesteld het artikel «straten en pleinen" met 7.000.te verhoogen en dit bedrag te vinden door vermindering van den post «Onvoorziene Uitgaven". Bij Uw besluit van 16 Januari 1919 (Ingek. Stukken n°. 7) werd voorts voor ophoogings- en rioleeringswerken op het bouwterrein der Eendracht (bouwplan II) op de begrooting 1919 gevoteerd een bedrag van f 50.000.—, waartegenover de pöst «Geldleening" met gelijk bedrag werd verhoogd. Aangezien deze kosten door de gemeente van de vereeniging worden terug ontvangen, kan, nu de Koninklijke beslissing omtrent het voorschot ten behoeve van «de Eendracht" is afgekomen, op de begrooting een post wegens terugontvangst daarvan worden gebracht, terwijl de post «Geldleening" weder met gelijk bedrag kan worden verminderd. Deze post kan bovendien worden verminderd met een bedrag van f 22020.—, zijnde de bovenbedoelde van de vereeniging «de Eendracht" te ontvangen koopsom van den aan haar ver kochten grond benoorden den Lagen Rijndijk. Wij bieden Uwe Vergadering mitsdien ter vaststelling aan den hiernevensgaanden suppletoiren begrootingsstaat model C, waarop de verhooging en verleening der voornoemde woning bouw voorschotten en wat daarmede verband houdt, zijn ge regeld, ter vaststelling aan. Op den post «Onvoorziene Uitgaven", die blijkens het voren staande in totaal met 7.394.16| zal worden verminderd, is nog f 69.877.50 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 73. Leiden, 5 Maart 1920. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van de Politie Gymnastiek- en Schermvereeniging alhier, om gedurende eenige uren per week het kosteloos gebruik te mogen hebben van een gemeentelijk gymnastieklokaal voor hare oefeningen, bestaat bij ons College geen bezwaar. Zonder twijfel is het in het belang van de politie, dat de agenten zich in hun vrijen tijd een paar uur per week oefenen ter bevordering hunner lichamelijke ontwikkeling. En vermits nu alle agenten van politie alhier lid van de adres- seerende vereeniging kunnen worden, is er o. i. alleszins reden om niet alleen de zaal kosteloos ter beschikking te stellen, doch bovendien de kosten, verbonden aan het aanstellen van een leider, tot een maximum van f 300.— per jaar, voor rekening van de gemeente te nemen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging het gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht met de aanwezige werktuigen, tijdelijk, tot wederopzeggens toe, op door Burge meester en Wethouders te bepalen dagen en uren aan de Politie Gymnastiek- en Schermvereeniging te Leiden kosteloos ten gebruike at te staan voor het houden van gymnastiek- en schermoefeningen en tevens te vergoeden de kosten van aanstelling van een leider tot een bedrag van ten hoogste f 300.per jaar, een en ander onder de volgende voor waarden 1. de aanstelling van den leider, alsmede de aan hem toe te kennen vergoeding behoeft de goedkeuring van Burge meester en Wethouders, terwijl de bewijsstukken van uitbe taling de/er vergoeding aan Burgemeester en Wethouders zullen moeten worden overgelegd 2. den Commissaris van Politie of een door hem aan te wijzen ambtenaar bij de Politie zal steeds toegang tot de oefeningen moeten worden verleend; van de oefeningen zal een presentielijst moeten worden bijgehouden, die aan den Commissaris van Politie op diens aanvrage ter inzage zal moeien worden verstrekt; 3. de kosten vau herstel van aan het gebouw of meubilair eventueel toegebrachte schade moeten aan de gemeente wor den terugbetaald, waarvoor de leden van het bestuur per soonlijk aansprakelijk zullen zijn; 4. het lokaal wordt voorloopig, met het oog op de brand- stoiï'erischaarschte, met-verwarmd ter beschikking gesteld. 5. alle ter zake van het gebruik door Burgermester en Wethouders gegeven of eventueel nog te geven voorschriften zullen moeten worden nagekomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. In verband met de later lager geraamde bouwkosten is het maximum bedrag van het voorschot tot dit bedrag verminderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1920 | | pagina 25