MAANDAG 23 FEBRUARI 1920.
85
brandspuit in de buurt hebben onder te brengen, wat natuurlijk
ook groote kosten met zich brengt.
De zaak is intertijd in een besloten vergadering van den
Raad behandeld; men was toen niet zoozeer tegen de aan
schaffing van een automobielspuit op zich zelf, maar men
achtte het plan niet goed voorbereid.
Daarenboven moest die spuit ƒ23.000.kosten en moest daar
enboven nog op een ander chassis gezet worden. Ik vond het plan
van den Commandant destijds zeer goed, maar het was niet
wat men noemt een volkomen nieuwe spuit; het was iets bij
elkaar gevoegds.
Wat betreft de ladder, van de noodzakelijkheid daarvan
ben ik overtuigd. De Commandant is van oordeel, dat men
moet uitrukken met de ladder, zoowel met het oog op het
redden van menschen, als met het oog op het van bovenin
spuiten. Ik laat nu het menschen redden daar, al is dit ook
van het hoogste belang, maar van het standpunt van brand-
blusschen is het van zeer groot gewicht of men bijtijds komt
dan wel dat men staat te wachten of de ladder nog eens
zal komen.
Men moet ook niet vergeten, dat men zoo'n brandspuit betrek
kelijk spoedig moet afschrijven. De techniek veroudert snel en
het is met het oog daarop beter dat de spuit in 10 jaren
afgeschreven is dan in 20 jaren. Nu wordt door de buiten
gemeenten onze brandweer dikwijls te hulp geroepen en
daarvoor wordt betaald. Hoe meer diensten van dien aard
de spuit verricht, diensten waarvoor betaald wordt, des te
beter.
De stoombrandspuit is naar Katwijk te hulp geroepen, maar
kwam daar te laat; te Leiderdorp is indertijd goede hulp ver
leend. In zoo'n geval worden niet alleen vergoed de bij zoo'n ge
legenheid gemaakte kosten, maar ook wordt zeer gaarne betaald
een percentage van de slijtage; dat is zeer billijk.
Ik zou mij niet verantwoord geacht hebben, als ik niet
mijne medewerking aan het indienen van dit voorstel had
verleend; zóó ben ik van de noodzakelijkheid overtuigd. Het
heeft als het ware van mij afgehangen, dat het voorstel van
Burgemeester en Wethouders gekomen is; de heeren zullen
begrepen hebben, dat het in het College met 3 tegen 2 stemmen
is aangenomen.
De heer Sijtsma zegt: wat de financiën betreft, staat de
gemeente er thans niet beter voor dan vóór 2 jaren.
De zaak is deze, dat wij op het oogenblik toch een goede spuit
kunnen koopen die firma schijnt volgens de ingewonnen in
formaties goed te zijn voor een prijs die lager is dan vóór
den oorlog. Men zal mij moeten toegeven, dat er weinig
dingen zijn die men thans goedkooper dan vroeger kan koopen.
Wat betreft de rijzende prijzen, dat zit 'm voornamelijk in het
feit, dat in Januari de marken hooger stonden, en in het ellen
dige «vrijblijvend" dat eerst onder de condities stond. lederen
keer krijgt men bericht, dat er zooveel marken bij moeten.
De heer Knuttel. Dat is geen goede handelwijze.
De Voorzitter. Dat zit in de onderaanbestedingen aan hen,
die bepaalde onderdeelen van zulk een spuit moeten leveren.
Men moet telkens zooveel bijbetalen, omdat die onderaan
nemers zooveel meer in marken vragen. Dat zit niet in de
daling van de marken, want dan krijgen zij zooveel meer
marken voor een gulden, maar dat zit in het rijzen van de
marken. Gesteld, dat de mark 6 cent waard wordt op een
zekeren tijd vóór de aflevering het kan gebeuren; ik zeg
evenwel niet, dat het waarschijnlijk is dan zou zulk een
fabrikant een verschrikkelijken strop kunnen hebben, want
dan zou een gulden zooveel minder marken waard zijn. De
leveranciers van de spuit en ladder moeten wel betaling in
guldens en ook vooruitbetaling vragen daarom hebben wij
ook bankgarantie gevorderd omdat zij aan degenen, van
wie zij de bankgarantie hebben, de betaling in guldens moeten
garandeeren, anders kunnen zij niet aan geld komen.
Maar tenslotte, hoe précair de valuta-kwestie ook is en al
is tijdens de onderhandelingen de toestand ongunstiger ge
worden, in elk geval is gezorgd, dat wij een spuit krijgen
goedkooper dan vóór den oorlog, terwijl wij ons tegelijk tegen
een vrij billijken prijs een ladder kunnen aanschaffen. Er
staat tegenover deze uitgave, dat wij een van onze stoom-
brandspuiten kunnen opruimen en daarvoor misschien een
vrij goeden prijs krijgen.
De heer De Lange. De stoombrandspuiten zijn niet veel
geld meer waard.
De Voorzitter. In elk geval wordt de brandweer nu zoo
ingericht, dat wij spoedig bij den brand kunnen zijn, terwijl
dat thans moeilijk is, omdat despuiten de ladder met paarden
of handkracht moeten getrokken worden.
Ik kan nog mededeelen, dat die automobielladder zoo ingericht
is, dat daaraan ook een spuit bevestigd kan worden en dat men de
straal dan van beneden af automatisch in den brand kan richten,
Het is voor mij een moeilijke keuze geweest, maar, toen
de Commandant van de Brandweer mij de zaak nader had
toegelicht, heb ik gemeend, waar er zooveel geld voor andere
doeleinden wordt uitgegeven, mijne stem niet te mogen wei
geren aan een voorstel dat beoogt menschenlevens en kost
bare goederen te redden.
Wat de stemming betreft, ook ik acht het de meest prac-
tische manier om het voorstel van Burgemeester en Wet
houders te splitsen in twee deelen.
De heer de Lange. M. d. V. Kunnen Burgemeester en
Wethouders mij inlichtingen geven over de vraag of voorde
bediening van die ladder het vaste personeel van de brandweer
moet worden uitgebreid, en of voor het bergen van de ladder
een bergplaats moet worden gebouwd. In de stukken heb ik
daarover niets gevonden.
De Voorzitter. Ik kan mij niet voorstellen, dat voor de
berging van de ladder de beschikbare bergruimte zou moeten
worden uitgebreid, maar het kan zijn. Dit weet ik we), dat,
in verband met de invoering van den verkorten werkdag,
hoogst waarschijnlijk uitbreiding van het vaste personeel
noodig zal wezen, dus ook zonder aanschaffing van die ladder.
De heer de Lange. Dus voor de bediening van de ladder niet
De Voorzitter. Neen, daarvoor is één persoon noodig en
voor de spuit ook. De heer Oostdam heeft een verkeerd idee
van de brandweer. Het is niet de bedoeling een beroeps
brandweer in het leven te roepen; een beroepsbrandweer
heeft niets te maken met eert automobiel-brandspuit. Wij hebben
een kern van geoefend personeel noodig, doch dat bestaat reeds;
die menschen zitten niet steeds acht of tien uur te wachten als er
geen brand komt, maar zij zijn voortdurend nuttig bezig door het
oppoetsen vari de spuiten, het drogen van slangen, verven van
materialen enz. Het is vast personeel, dat, als er brand is, door
vrijwilligers wordt aangevuld.
Dat is een kern van manschappen voor het onderhoud en be
diening, het aantal blijft dus hetzelfde. Maar wel geloof ik, dat er
vroeg of laat een voorstel zal komen om de vaste kern ik
meen, dat die thans uit 4 of 5 man bestaat met nog 1 man
uit te breiden. Dit zou echter anders toch ook noodig
geweest zijn wegens den verkorten arbeidsdag.
Ik zal nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders
gesplitst in stemming brengen h,et verleenen van een crediet
ad ƒ21.000.— voor aanschaffing van een automobiel-motor
brandspuit, en het verleenen van een crediet ad ƒ20.000.
voor het aanschaffen van een automobiel-reddingsladder.
Bij aanneming van het voorstel zou aan Burgemeester en
Wethouders de vrijheid gelaten moeten worden nog eens na
te gaan, hoe het staat met de aanbieding die wij vanmorgen
gekregen hebben, of die plannen goed zijn.
Ik ben het eens met den heer Huurman; het is altijd een
klein kunstje om eenigszins beneden een gedane prijsaanbieding
te gaan, wanneer deze bekend is, maar de mogelijkheid bestaat
dat het verschil groot is.
Wat betreft de mededeeling van den vertegenwoordiger,
dien wij vanmorgen bij ons gehad hebben, omtrent het dadelijk
leverbaar zijn van die spuit, daarover kunnen wij niet zoo
oordeelen, maar ik ben er niet zoo absoluut zeker van. Alles
is vrij blijvend; het kan heel goed zijn, dat er teUlml spuit
staat, en dat men, als het contract gesloten is, zegt: die spuit
is verkocht. Er is geen garage vol spuiten; er staat één spuit
die verkocht mag worden. Dus ik ben er niet zeker van, dat
men die krijgt.
üver de uitvoervergunning is ook nog niet gesproken. Die
vertegenwoordiger heeft in de courant het voorstel van
Burgemeester en Wethouders gelezen; hij is toen in eens
met zijn aanbieding uit de lucht komen vallen.
Wij vragen dus vrijheid om met hem te onderhandelen;
het is misschien moeilijk voor den Raad, maar deze zaak
moet spoedig behandeld worden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Met 25 tegen 1 stem, die van den heer Sijtsma, wordt be
sloten een bedrag van 21000.ter beschikking te stellen
van Burgemeester en Wethouders voor de aanschaffing van
een automobiel-motorbrandspuit, benevens voor den aankoop
van de noodige banden en slangen.
Met 17 tegen 9 stemmen wordt vervolgens besloten een
bedrag van 20000.ter beschikking te stellen voor de aan
schaffing van een automobiel-reddingsladder.
Vóór stemmen de heerenBots, van der Lip, van Gruting,
Oostveen, van Weeren, Kuivenhoven, de la Rie, van der
Zeeuw, van Hamel, Knuttel, Huurman, Heemskerk, Bisschop,
Dubbeldeman, Mevrouw DubbelmanTrago, Mevrouw Baart
Braggaar en de heer Groeneveld.