58
MAANDAG 2 FEBRUARI 1920.
(Pe heeren Wilmer, Knuttel, de la Rie en van Hamel waren
inmiddels ter vergadering gekomen).
De Voorzitter. Mag ik de leden van het stembureau
bedanken voor de genomen moeite'?
Namens Burgemeester en Wethouders heb ik nog het
volgende voorstel te doen, dat ook reeds in de Ingekomen
Stukken is vermeld, namelijk om »den beer D. Bolhuis, toe te
kennen, bij vervroeging, twee periodieke verhoogingen, elk van
ƒ300.— 's jaars, onder bepaling, dat deze hoógere salarieering
slechts zal plaats hebben, zoolang en voorzoo ver zijn jaarwedde
minder dan ƒ5100.bedraagt."
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
IV. Praeadvies op het verzoek van G. B. Engeltjes, om
ontslag als onderwijzer-plaatsvervangend hoofd aan de school
der 4e klasse, No. 1.
(Zie Ing. St. No. 82.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
overeenkomstig het praeadvies besloten.
V. Praeadvies op het verzoek van Mej. E. J. O. Schoondergang,
om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school der 2e klasse
voor jongens en meisjes, No. 3.
(Zie Ing. St. No. 33).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
overeenkomstig het praeadvies. besloten.
VI. Voorstel om een gedeelte van het Raamland, ter grootte
van +0.80 H.A., deel uitmakende van het perceel Sectie M.
No. 806, wederom als gemeente-tuintjes uit te geven.
(Zie Ing. St. No. 34).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel besloten.
VII. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater
Maatschappij, om toestemming tot het plaatsen van eene
grootere hoogdruk-pompmachine, ter vervanging van de beide
bestaande pompmachines in den watertoren te Katwijk.
(Zie Ing. St. No. 35).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VIII. Praeadvies op het verzoek van J. H. Meijers, om ont
heffing van het bepaalde bij artikel 19, alinea 1, der veror
dening op het bouwen en sloopèn, ten aanzien van den
zijgevel aan de Spijkerboorsteeg van den te maken aanbouw
aan de perceelen Haarlemmerstraat Nis 98 en 100.
(Zie Ing. St. No. 36.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IX. Idem alsvoren, van de Leidsche manufacturenhandel,
Resink en Co. voorheen J. van Cleef, ten aanzien van den
gevel, van een te bouwen winkel met woning, tw.ee boven
woningen en een pakhuis, ter plaatse van de onbewoonbaar
verklaarde woningen aan de Lombardsteeg Nis 7, 9,11 en 13.
(Zie Ing. St. No. 37).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
X. Idem alsvoren, van de firma gebroeders van Wijk en Co.
ten aanzien van den zijgevel aan de Rijnstraat van het op te
richten wolpakhuis aan de Hoogewoerd, hoek Rijnstraat.
(Zie Ing. St. No. 38.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Oostdam. M. d. V. Ik ben een beetje beducht, dat
die hooge gevel, welken wij zullen krijgen aan de Hoogewoerd,
niet zeer zal strekken tot verfraaiing van de straat. De gevel
in de Rijnstraat is nog eenigszins afwisselend, doordat er in
het midden ramen zijn en van onderen daar een deur; dat
breekt nog wat; maar die aan de Hoogewoerd vertoont op
de teekening tenzij er een mooiere gevelteekening. mocht
zijn niets dan een tiental looze ramen, in elk waarvan
2 kleine venstertjes, welke niet eens op oogelijke wijze zijn
aangebracht.
In geloof niet, dat die gevel daar erg sierlijk zal staan. Een
gevel van een magazijn of een fabriek behoeft niet op zich
zelf leelijk te wezende proportiën en wat een architect erbij
weet te bedenken kunnen zoodanig zijn dat men een aange
naam geheel verkrijgt, dat niet behoeft te ontsieren. Ik kan
echter uit de teekening niet zien, hoe het hier zal worden
en ik zou dan ook gaarne eenige zekerheid hebben, dat de
architect aan dien gevel eenige zorg zal besteden, opdat de
Hoogewoerd niet nog meer zal worden ontsierd, dan door de
groote fabriek reeds het geval is.
De heer Oostveen. M. d. V. Ik gevoel wel iets voor de
argumentatie en de motieven van bet College van Burge
meester en Wethouders, maar ik zou toch gaarne willen
vernemen, waarom de motieven en de conclusie van de
Gezondheidscommissie anders zijn dan die van Burgemeester
en Wethouders.
Zou het rapport van de Gezondheidscommissie niet kunnen
worden voorgelezen
De Voorzitter. Het is te lezen in de stukken.
De heer Oostveen. Neen, ik heb het niet gelezen.
De heer de Lange. M. d. V. Het rapport der Gezondheids
commissie was niet bij de stukken. Ik heb er naar gezocht,
maar niet kunnen vinden.
De Voorzitter. De zaak is, naar mij thans blijkt, deze,
dat de Gezondheidscommissie twee onderwerpen in één brief
heeft samengevat; vandaar dat het stuk ook in slechts één
portefeuille kon zijn.
Ten aanzien van deze zaak schrijft de Gezondheidscommissie:
»In antwoord op Uwe missiven, welke hierboven nader zijn
vermeld, en onder terugzending der ingesloten stukken, hebben
wij- de eer U namens de Gezondheidscommissie mede te
deelen, dat zij zich ten volle vereenigt met de adviezen door
den directeur van het bouw- en woningtoezicht uitgebracht."
De Commissie kan zich dus geheel .vereenigen met het
oordeel van den heer Nijk, terwijl Burgemeester en Wet
houders van diens oordeel eenigszins afwijken; het schrijven
van de Commissie heeft nu in dezen zin weinig waarde, omdat
zij slechts zegt: wij vereenigen ons met hetgeen de heer
Nijk wil, - maar met hetgeen de heer Nijk wenscht, hebben
Burgemeester en Wethouders zich niet kunnen vereenigen.
De heer Bots. M. d. V. De beer Nijk heeft zich gehouden
aan de letter der verordening; hij wijst er Burgemeester en
Wethouders op, dat het plan, zooals het is ingediend, zou
afwijken van de verordening, maar overwegend bezwaar heeft
hij er niet tegen; hij laat het in dergelijke zaken aan Burge
meester en Wethouders over, maar hij acht het zijn plicht
er op te wijzen, dat het niet geheel in overeenstemming met
de verordening is. Zooals de heeren echter uit de stukken
gezien hebben, betreft het hier maar een zeer klein verschil;
het betreft slechts een kleine lengte.
De Rijnstraat is kort, zoodat de toetreding van licht en
lucht geen hinder van deze bebouwing zal ondervinden, en
daarom zijn Burgemeester en Wethouders er vóór toestemming
te verleenen.
Wat betreft den gevel, ik vind dien in dit geval voor een
pakhuis nog zoo kwaad niet; dat was ook het oordeel van
den heer Nijk. Wij kunnen den wensch van den heer Oostdam
nog eens overbrengen en een wenk in dit opzicht geven, maar
verder hebben wij geen recht om voorschriften te geven.
Het is een flink pakhuis, zooals er niet veel in de stad staan.
De heer de Lange. M. d. V. Ik zal geen stemming vragen
over het voorstel van Burgemeester en Wethouders, maar
toch zou ik willen mededeelen, dat het mij niet volkomen
bevredigt, dat Burgemeester en Wethouders in dit derde
geval van dien aard dat wij vandaag behandelen een opinie
hebben, welke verschilt van die van den Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht, niet omdat het College geen ander
inzicht zou mogen hebben dan dat van dien Directeur, maar de
Directeur stelt zich naar mijn oordeel op het juiste standpunt,
meer juist dan dat van Burgemeester en Wethouders. Dat stand
punt is, dat de verordening er is om nageleefd te worden. Ik krijg
den indruk, dat Burgemeester en Wethouders zich stellen op
het standpunt, dat de verordening er is om dispensatie te
verleenen.
Indien een ander stemming vraagt over dit voorstel, stem
ik er tegen, omdat ik ook van de gedachte uitga, dat de
verordening er is om nageleefd te worden, en ik het gewenscht
vind om instemming te betuigen met het standpunt van den
Directeur van Bouw- en woningtoezicht, dat hij ten aanzien
van deze zaak inneemt. Ik weet wel, dat het moeilijk is te
zeggen waar de grenzen zijn, die getrokken moeten worden,
maar, omdat bet moeilijk is, moeten wij ons houden aan de
grenzen in de verordening. Wanneer Burgemeester en Wet
houders zich niet regelen naar de adviezen van hun deskundige,