DONDERDAG 20 NOVEMBER 1919. 333 Voor stemmen de heeren: de Ia Rie, van Hamel, Wilmer, van Weeren, Huurman, van Gruting, Knuttel, A. Mulder, Bisschop, Dubbeldeman, v. d. Zeeuw, Heemskerk, Mevrouw Baart—Braggaar, de heeren van Tol, Splinter, Huges, Bots, Pera, van der Lip, Stijnman, van der Pot en Sijtsma. Tegen stemmen de heeren: de Lange, Oostdam, Mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Eikerbout, Kuivenhoven, Groeneveld, Oostveen, J. P. Mulder en van Stralen. XVII. Voorstel tot het doen rooien en verkoopen van boomen. (Zie Ing. St. No. 327.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Knuttel. M. d. V. Ik .wil niets zeggen over het rooien van deze boomen, maar over de vervanging van deze boomen. De Voorzitter. Dat is thans niet aan de orde. U kunt daarover beter spreken bij de begrooting. De heer Knuttel. Ik meen, dat deze zaak praktisch nu aan de orde is. De Voorzitter. Het gaat hier om eene formeele kwestie. Een voorstel betreffende het rooien van boomen komt in den Raad, omdat het betreft het verkoopen van eigendommen der gemeente. De kwestie van het vervangen van de boomen, waarover U wenschte te spreken, is eene zaak van Burge meester en Wethouders, waarover zij ter verantwoording kunnen worden geroepen. Daarom is het beter er bij de be grooting over te spreken. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van Burge meester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming aange nomen. XVIII. Verordening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der Rijks Personeele Belasting te Leiden. (Zie Ing. St. no. 333 en 342.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De arti kelen 1 en 2 en daarop de gansche verordening worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld. XIX. Voorstel tot aankoop van de perceelen Vliet Nis 47, 49 en 51 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 334.) Dé beraadslaging wordt geopend. De heer Huurman. M. d. V. Ik ben het eens met de min derheid van Burgermeester en Wethouders. Ik vind ook, dat voor die huizen te veel wordt gevraagd. Het vorig jaar heeft men een groot terrein daar ter plaatse aangekocht voor uit breiding. Nu wil men nog meer aankoopen. Ik acht dit niet noodzakelijk om daarvoor f 10000.te voteeren. Er is voor uitbreiding ruimte genoeg. Ik zal dan ook tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen. De heer Bots. M. d. V. Wanneer een dergelijk aanbod aan de gemeente wordt gedaan, wordt dit door verschillende Commissies onder de oogen gezien en ook door de Directie van Gemeentewerken. Het is ons toen gebleken, dat er eeri drietal factoren zijn, die pleiten voor den aankoop van deze perceelen 1. de nabijheid van het daar gelegen gemeenteterrein; 2. is voor eene everitueele doortrekking van de Vliet naai de Boisotkade het van veel waarde dit terrein in bezit te hebben 3. de voortdurende behoefte aan ruimte voor de gemeente; Het betreft hier drie huizen onder één kap. De huur be draagt ƒ10.75. Wanneer Burgemeester en Wethouders te kennen hadden gegeven niet op het aanbod te willen ingaan, dan zeggen later de Raadsleden: het is jammer, dat Burge meester en Wethouders er geen voorstel van hebben gemaakt. Ik heb de ondervinding, dat wij nog nooit spijt hebben gehad van wat door de gemeente is aangekocht, maar wij hebben er wel eens spijt over gehad, dat wij tengevolge van het afwijzend besluit van den Raad niet zijn overgegaan tot den aankoop van een of ander perceel. Ik zou den Raad dan ook willen adviseeren mede te gaan met het voorstel van Burge meester en Wethouders. De heer Huurman. M. d. V. Ik ben het in het geheel niet eens met den heer Bots. De geachte Wetjiouder zegt, dat wij nooit spijt hebben gehad over dat wat afgekocht is. Ik geloof niet, dat het gewenscht is hierop thans in te gaan. Het is beter op zulke dingen niet terug te komen, vooral niet in eene openbare vergadering. De heer Bots heeft gewe zen op het gebrek aan ruimte, waarom hij aanbeval dit per ceel aan te koopen. Het betreft eene oppervlakte van 130 M.2 Nu is gebrek aan ruimte het argument om dit kleine stukje terrein aan te koopen. De gemeente heeft bovendien reeds zooveel eigendommen, dat men op die wijze voortgaan de de halve stad wel zou kunnen koopen. De heer Dubbeldeman. Daar is alles voor. De heer Huurman. Daar ben ik niet voor. Wanneer dit pand is aangekocht, zal, zoo uit de toelichting van den Wet houder blijkt, het worden verhuurd. Nu wil ik er op wijzen, dat men slechts 2V2% rente zal maken en dat deze aankoop voor de gemeente een strop zal worden. Ik acht het mijn plicht den Raad hierop te wijzen. Wanneer het betrof een aankoop voor de uitbreiding van het archief, dan was er voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders wel iets te zeggen, maar daarvoor hebben wij dit perceel in het geheel niet noodig. De heer Oostdam. M. d. V. De geachte Wethouder heelt als argument voor dit voorstel genoemd de mogelijkheid, om dit pand te kunnen amoveeren, ten einde van de Vliet op de Boisotkade te kunnen komen. Op de Vliet loopt evenwel nooit iemand en op de Boisotkade komt men zelden iemand tegen. Het lijkt mij daarom wat al te kras om op dien grond een bedrag van ƒ10000.te gaan voteeren. Wanneer men dit pand zou willen laten staa.n tot in lengte van tijd, dan kan ik voor den aankoop wel wat voelen. Ik ben het namelijk niet eens met den heer Huurman en vind, dat de gemeente nooit eigendommen genoeg kan hebben, vooral in de buurt van gemeentegebouwen. Men moet daar altijd over ruimte kunnen beschikken. Ik zal dan ook mijn stem geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders, indien de geachte Wethouder mij de verklaring zal willen geven, dat het tijdstip van afbraak zal worden verschoven naar de verre toekomst. De heer van der Lip. M. d. V. Ik zou nog even deze op merking willen maken, dat ons voorstel tot aankoop van deze perceelen al te veel wordt beschouwd in verband met de uit breiding van het Archiefgebouw. Men zou dan kunnen denken: daarvoor hebben wij deze panden niet direct noodig. Nu wij evenwel het aangrenzende perceel hebben (indertijd gekocht van den heer Verhoog) acht ik het gewenscht ook deze panden aan te koopen, die voor allerlei doeleinden zullen zijn te ge bruiken. Voor spoedige afbraak hoeft men heusch niet bang te zijn. Wij hebben voor zooveel dingen ruimte noodig. Ik denk bijvoorbeeld aan eene isoleerinrichting, waaraan groote behoefte bestaat. Ik weet wel, dat wordt overwogen om eene dergelijke inrichting op te richten op het aangekochte terrein aan de Langegracht, maar dat is nog niet zeker. Voor zulk eene inrichting lijken mij die panden aan het einde van de Vliet ook uitstekend geschikt. Het zou mij dan ook zeer spijten, wanneer het voorstel van Burgemeester en Wethouders werd verworpen. De Voorzitter. De heer Oostdam zegt: op de Vliet loopt niemand en op de Boisotkade komt men niemand tegen. Toen ik hier pas was, wilde ik eens naar het Archief gaan. Ik ben toen de kade van de Vliet opgewandeld, maar ik kon de buurt bijna niet meer uitkomen. En wanneer men uit dergelijke buurten eenmaal haast niet meer uit is kunnen komeD, dan spreekt het vanzelf, dat men er niet weer ingaat. Aan de eene zijde is de Vlietkade breed, maar zij wordt hoe langer hoe smaller; aan de andere zijde is midden op de straat een huis gebouwd, zoodat die doodloopt. Het is net zoo met de St. Jacobsgrachtdat zijn bepaald ellendige dingen. Men heeft in vroeger tijden alles maar volgebouwd en vroeg of laat zal men toch tot afbraak moeten overgaan. Wanneer het nu zoo ver komt, dat men een uitweg bepaald noodig heeft, dan zal men voor dit pand heel wat meer moeten betalen. Iri alle gevallen maakt men nu toch bruto nog 5% van zijn geld. De heer Huurman. Administreer U het maar eens af zonderlijk. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt in stemming gebracht en aangenomen met 22 tegen 9 stemmen. Vóór stemmen dé heeren: de la Rie, de Lange, v. Weeren, Knuttel, A. Mulder, Oostdam, Bisschop, Dubbeldeman, mevr. DubbeldemanTragö, de heeren van der Zeeuw, Heemskerk, Eikerbout, Kuivenhoven, mevr. Baart—Braggaar, de heeren Groeneveld, Oostveen, van Tol, Splinter, Bots, van der Lip, van Stralen en Stijnman. Tegen stemmen de heeren: van Hamel, Wilmer, Huurman, van Gruting, Huges, J. P. Mulder, Pera, van der Pot en Sijtsma.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 11