296 DONDERDAG 23 OCTOBER 1919. De Voorzitter. Dat zeggen Burgemeester en Wethouders toe. De heer de la Rie. M. d. V. Wanneer de heer van Hamel zegt, dat het van weinig deferentie zou getuigen tegenover den Burgemeester, wanneer wij het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet aannamen, dan vil ik daar tegenover stellen, dat deze voorstelling van den heer van Hamel van weinig deferentie getuigt tegenover de menschen, die wachten op de beslissing, die in deze zaak door den Raad zal worden genomen. De Voorzitter. Ik mag dus aannemen, dat de geheele Raad zich er mede kan vereenigen, dat dit punt van de agenda wordt afgevoerd om in de vergadering van aanstaanden Donderdag te worden behandeld? Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. (De heer Huurman was inmiddels ter vergadering gekomen.) VI. Praeadvies op het voorstel van de heeren de la Rie, van der Zeeuw en Dubbeldeman, inzake wijziging van den gasprijs. (Zie Ing. St. No. 308.) Bij dit punt komt tevens in behandeling het door de heeren Heemskerk, Kuivenhoven en Bisschop ingediende voorstel. De beraadslaging wordt geopend. De heer de la Rie. M. d. V. Naar aanleiding van dit prae advies zou ik nog enkele opmerkingen willen maken. Er wordt in het praeadvies gesproken over het al of niet juist zijn van het beginsel, mede in verband met de prijs bepalingen in het vrije verkeer. Mijns inziens is de gemeente aan prijsverhoudingen van het vrije verkeer niet verder ge bonden dan door het algemeen belang gerechtvaardigd is. Waarom vindt men bijvoorbeeld progressieve belastingheffing niet meer uit den booze? Omdat, Mijnheer de Voorzitter, wij het stelsel zóólang hebben voorgestaan en gepropageerd tot dat men er goedschiks niet meer afkon. Datzelfde zal ook gebeuren met progressieve prijsbepalingen voor de producten en diensten geleverd door de gemeenten. Men zal het zoolang mogelijk tegenhouden, doch het zal tenslotte onder den drang der sociaal-democraten tot het besef van de noodzakelijkheid komen. De tarieven in het particulierbedrijf worden ook nu reeds vaak geregeld naar de meerdere of mindere gegoedheid der afnemers. De winkeliers laten ook nu reeds, als zij er de kans toe hebben, de meergegoeden een hoogeren prijs be talen. Let U bovendien eens op de prijzen van groenten- en fruithandelaren, en op de tarieven van doktoren en apo thekers Een monopoliebedrijf, als de Lichtfabrieken, is er als het ware op aangewezen. Als de fabrieken met winst werken, wat hier toch het geval is, dan heft de gemeente een gelijke belasting van alle inkomens, want daar komt het ten slotte op neer, omdat de hoofdelijke omslag lager gehouden kan worden, naar mate de winst der fabrieken hooger is. Belastbare inkomens van ƒ150.000.en van ƒ500.om van de niet aangeslagenen niet te spreken, betalen in een dergelijke indirecte belasting. Dit moest alleen reeds voldoende motief zijn om onze regeling aan te doen nemen. Dat er winst gemaakt wordt, en meer dan oppervlakkig beschouwd zou lijken, is te zien in de balans van het afge- loopen jaar. Er is een wipst gemaakt van25.881.64® een verkapte winst (door de retributies). 65.843. en een oorlogswinst, op voorradige materialen 61.511.65 samen 153 236.29® zoodat inderdaad de Gasfabriek er niet zoo beroerd aan toe is als wel wordt voorgesteld. Maar deze wijze van cijferen, het wegcijferen van de winst, heeft de tendenz om de gas prijs onnoodig hoog te houden, en daar gaat het waarschijn lijk om. Er worden in het praeadvies vele cijfers genoemd, om het te doen voorkomen alsof ons stelsel onmogelijk is. Ik heb reeds in de Commissie gezegd: het principe van progressie staat of valt niet met de grens waarop de kostprijs wordt betaald. Doch waarom is het niet mogelijk dat de 949 aan geslagenen met meer dan ƒ3000.inkomen het verlies betalen, en wa&rom verwachten Burgemeester en Wethouders van dat kleine aantal wel het kolossale verbruik, waardoor de kostprijs van het gas moet dalen? Als het eene niet moge lijk is, moet mijns inziens ook het andere omogelijk zijn. Het is veel waarschijnlijker dat door ons systeem de kleinere verbruikers, met de lagere inkomens, meer gaan gebruiken. En dezen, met het groote aantal, zijn dan zeker in staat het noodige vergrootte gebruik daar te stellen. Daardoor zal het verbruik zooveel toenemen dat de kostprijs daalt, en wordt dus niet alléén het aantal goedkoopere meters grooter, waar voor men zoo bevreesd is, doch wordt automatisch de grens verlaagd waar men den kostprijs betaalt, en dus het aantal meters, waarvoor de verbruikers precies, en boven den kost prijs betalen grooter. Dat er een verlies van ƒ60.000,zou zijn door minder verbruik wordt daardoor tevens uitgesloten. Ook de ƒ20.000. extra administratie-kosten behooren in deze berekening niet thuis. Ze worden ook nu uitgegeven, en drukken dus niet extra op ons systeem en mogen derhalve er niet tegen worden aangevoerd. De gevolgen van het voorstel van Burgemeester en Wet houders zijn precies tegenovergesteld van het onze. Er moet ook geld bij, ongeveer evenveel als bij ons voorstel, doch de kleine verbruikers, die wij willen ontlasten, worden door Burgemeester en Wethouders nog eens extra belast, alléén om mogelijk te maken dat de grootverbruikers goedkooper gas kunnen krijgen. Het is nu de tweede maal in een paar maanden tijd dat het gas voor deze kleine gebruikers wordt opgeslagen. Tegen een dergelijke manier van doen moeten wij opkomen. Wilt ge aan ons voorstel niet, dat moet U weten, maar dat geeft U nog niet het recht om ten behoeve van de grootverbruikers, die het wel kunnen betalen, de kleinen te treflen, die toch al niets meer kunnen missen. Het is ten slotte een kwestie van betalen, en er zal betaald moeten worden door hen die het kunnen. Het is onze plicht, om daar wij het kunnen verhalen op de bezittende klasse, het moeilijke leven voor de arbeiders voor zooveel mogelijk te verlichten. Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, mocht ons voorstel worden verworpen, dan zal onzerzijds een amendement worden ingediend op het voorstel van Burgemeester en Wet houders, om het mogelijk te maken dat althans de arbeiders niet de dupe worden van de historie. De heer Heemskerk. M. d. V. Ik heb namens twee andere leden van den Raad een voorstel ingediend tot wijziging van den gasprijs. Wij toch kunnen ons niet vereenigen met het denkbeeld van den heer de la Rie c. s. om verschillende prijzen te bepalen voor verschillende categorieën van gas- verbruikers. Het komt mij voor een gevaarlijke maatregel te zijn, dien wij zouden gaan invoeren, wanneer men zou uit gaan van de stelling, .dat aan verschillende categorieën van personen de artikelen ook tegen verschillende prijzen moeten worden geleverd. Men zal op deze wijze eigenlijk nooit kun nen beoordeelen, hoe groot iemands inkomen is en wat de behoeften van een gezin zijn. Wanneer men verschillende prijzen wil laten betalen, dan is hét voor de Overheid abso luut onmogelijk om zich een oordeel te vellen over het in komen van een bepaald persoon. Er is gezegd, dat ook de winkeliers verschillende prijzen noteeren voor hunne ver schillende afnemers. Wij moeten evenwel van de grondge dachte uitgaan, dat een winkelier nooit met verlies zal gaan verkoopen, maar dat hij wel eens de een iets meer zal laten betalen dan den ander. Het zal evenwel niet bij hem opkomen om den een een artikel te geven beneden den kostprijs, welk verlies hij dan wel weer zal verhalen op een ander, die het beter kan betalen. In dat opzicht kan ik dan ook niet mede gaan met het voorstel van den heer de la Rie, maar de gedachte, die ten grondslag ligt aan het voorstel van de voorstellers vind ik wel zeer sympathiek. Hunne bedoeling is het toch om de leveringsprijs van het gas zoo laag mogelijk te houden. Hoewel ik niet mede kan gaan met hun voorstel, meen ik toch, dat wij dien weg op moeten, dat het gas tegen zoo'n laag mogelijken prijs wordt geleverd. Dit is dan ook de reden, dat ik namens de heeren Kuivenhoven en Bisschop het bekende voorstel heb ingediend. Wat is nu de be doeling van ons voorstel? Door Burgemeester en Wethouders wordt overeenkomstig het voorstel van de Commissarissen der stedelijke Lichtfabrieken voorgesteld den gasprijs te be palen op 15 cent voor gewoon gas en 15| cent voor munt- gas. Nu wordt ons medegedeeld, dat de grootst mogelijke meerderheid van de Commissie voor de stedelijke Lichtfabrieken tegen het voorstel is van de heeren de la Rie c. s., terwijl wordt gezegd, dat de meerderheid van de Commissie is voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Nu wordt op pag. 201 medegedeeld, dat de Directeur van de lichtfabrieken van meening is, dat met 14 cent voor ge woon gas en 15 cent voor muntgas voorloopig kan worden volstaan. Slechts de meerderheid der Commissie gaat mede met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, waaruit wij de conclusie mogen trekken, dat de minderheid der Commissie meer gevoelt voor het voorstel van den Directeur. Nu is bij de salarisregeling als argument naar voren ge bracht, dat de Directeur zulk een uitstekend commercieël leider is, iemand, die het bedrijf als bet ware onder de knie heeft en doodeenvoudig als modeldirecteur naar voren wordt gebracht. En nu wordt het voorstel van dien modeldirecteur van 14 en 15 cent nog overtroffen door de Commissarissen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 4