DONDERDAG 23 OCTOBER 1919. 305 De beraadslaging wordt gesloten en het amendement van den heer Knuttel om den prijs van het gas op 14 cent per M3. te bepalen, daarop in stemming gebracht, wordt ver worpen met 18 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de heerenKuivenhoven, Oostdam, van Hamel, A. Mulder, Splinter, Bots, van der Pot, van Gruting, Sijtsma, J. P. Mulder, de Lange, van der Lip, Huges, Wilmer, Huurman, Heemskerk, Bisschop en Pera. Voor stemmen de heeren: Oostveen, Groeneveld, mevr. DubbeldemanTrago, de heeren van Weeren, Dubbeldeman, van der Zeeuw, de la Rie, mevr. BaartBraggaar, de heeren van Stralen en Knuttel. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders daarop in stemming gebracht wordt verworpen met 17 tegen 11 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Oostveen, Kuivenhoven, Groe neveld, mevr. DubbeldemanTrago, de heeren van Weeren, Dubbeldeman, van der Zeeuw, Oostdam, de la Rie, mevr. BaartBraggaar, de heeren van Gruting, Sijtsma, van Stralen, Knuttel, Wilmer, Heemskerk en Bisschop. Voor stemmen de heerenvan Hamel, A. Mulder, Splinter, Bols, van der Pot, J. P. Mulder, de Lange, van der Lip, Huges, Huurman en Pera. Het amendement van de heeren Sijtsma en van Gruting om den prijs van het gas voor de muntmetergebruikers te bepalen op 14|- cent per M3., wordt in stemming gebracht en verworpen met 23 tegen 5 stemmen. Tegen stemmen de heerenOostveen, Kuivenhoven, Groe neveld, mevr. DubbeldemanTrago, de heeren van Weeren, Dubbeldeman, van der Zeeuw, Oostdam, van Hamel, A. Mulder, de la Rie, Splinter, mevr. BaartBraggaar, de heeren Bots, van der Pot, J. P. Mulder, de Lange, van der Lip, Wilmer, Huges, Bisschop, Huurman en Pera. Voor stemmen de heerenvan Gruting, Sijtsma, van Stralen, Knuttel en Heemskerk. Het voorstel van de heeren Heemskerk, Kuivenhoven en Bisschop wordt in stemming gebracht en aangenomen met 18 tegen 10 stemmen. Voor stemmen de heerenKuivenhoven, Oostdam, van Hamel, A. Mulder, Splinter, Bots, van der Pot, van Gruting, Sijtsma, 3. P. Mulder, de Lange, van der Lip, Huges, Wilmer, Huurman, Heemskerk, Bisschop en Pera. Tegen stemmen de heeren: Oostveen, Groeneveld, mevr. Dubbeldeman—Trago, de heeren van Weeren, Dubbeldeman, van der Zeeuw, de la Rie, mevr. Baart—Braggaar, de heeren van Stralen en Knuttel. VII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw van een 10-tal verpleegsterskamers op de bovenver dieping van de beide paviljoens van het gesticht »Voorgeest". (Zie lng. St. No. 309.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. De Voorzitter. Heeft thans nog een der leden iets in het belang der gemeente in het midden te brengen? De heer Knuttel. M. d. V. In de vorige vergadering heb ben wij aangenomen het besluit om aan degenen, die in gemeentedienst zijn een toeslag te geven. Nu hoorde ik dat onder de beambten van het brandstoffen- bureau een zekere onrust heerscht, dat zij daar niet onder vallen. Ik meen, dat dat wel degelijk de bedoeling is, want dat zijn menschen, die wel niet in vasten dienst zijn, maar die men toch wel geregeld los zou kunnen noemen. Ik zou over dit punt gaarne eenige inlichtingen ontvangen. De Voorzitter. Ik wil even mededeelen, dat die ambte naren hoegenaamd niet in gemeentelijken dienst zijn. Dat is eene Rijksaangelegenheid. Dat ligt dus buiten de gemeente lijke bemoeiing. De heer van der Zeeuw. Ik zou nog even willen vragen of de werksters bij de Gemeentelijke Bank van Leening ook in gemeentedienst zijn? De Voorzitter. Dames en heeren. Ik kan U deze verzeke ring geven, want ook op ander gebied zijn hieromtrent reeds vragen gericht, dat al deze zaken met de meeste nauwkeurig heid zullen worden onderzocht en degenen die maar eenigs- zins aan de gestelde voorwaarden voldoen, zullen de toelage ontvangen. De heer van der Zeeuw. Ik stel die vraag daarom, omdat de persoon, die ik op het oog had, eene quitantie moest teekenen. Daaruit zou dus blijken dat zij in gemeentedienst is. De Voorzitter. Dat wordt onderzocht. Heusch, er zal nie mand onrechtmatig worden gepasseerd. Ik zou toch wel willen vragen, dat men dit nu eens aan Burgemeester en Wethouders overliet. Meent men later nog aanmerking te moeten maken, dan kan men daarmede nog altijd komen. De heer Kuivenhoven. M. d. V. In verband met het voor stel, den vorigen keer aangenomen, aangaande den bouw van werkmanswoningen, wil ik even opmerken, dat er toen druk over gesproken is en dat men heeft gezegd, ook aan de overzijde, dat er werkelijk moest worden opgeschoten. Nu heelt men de bouwvereeniging »Ons Doel" alhier. Die vereeniging heeft al in de maand Juli haar stukken overge legd en tot nog toe heeft zij daar niet meer over gehoord. Zij zou gaarne weten, waar die stukken gebleven zijn. Zijn zij bij den heer Nijk of den heer Driessen? Langs dezen weg zou ik de aandacht van Burgemeester en Wethouders daarvoor eens willen vragen, opdat die vereeni ging een begin kan gaan maken met de uitvoering van hare plannen. De heer van der Pot. Ik kan wel zeggen, dat ik eenige malen gevraagd heb, waar dat plan van »Ons Doel" is ge bleven, maar de Directeur van Gemeentewerken moest, alvorens de exploitatierekening kon worden opgemaakt, nog berekenen hoeveel de bestratingskosten zijn, die in het plan worden opgenomen en dat duurt tot mijn leedwezen lang. Het is juist een motief geweest, zooals de heeren weten, eenigen tijd geleden, de vaak langdurige maar zeer verklaarbare ver traging van verschillende adviezen van het Bureau van Ge meentewerken, die ons er toe leidde om eene versterking van dat bureau voor te stellen, waar de Raad echter niet aan heeft gewild. Maar ik wil den heer Kuivennoven gaarne de toezegging geven ik heb het al gedaan dat ik er nog eens werk van zal maken. De heer de Lange. M. d. V. Ik moet dit argument van den geachten Wethouder betreffende de vertraging in de behande ling van deze zaak afwijzen. Deze quaestie heelt met het aan nemen van ons voorstel niets te maken. Zelfs wanneer ons voorstel was verworpen en dezen ambtenaar onmiddellijk was opgeroepen, dan zouden de sollicitanten nog nauwelijks hunne stukken hebben kunnen inleveren en hij zou nog niet zijn benoemd en nog minder in functie zijn. Dat argument snijdt derhalve geen hout. De heer van der Pot. M. d. V. Ik heb niet gezegd, dat wanneer de Raad het voorstel van Burgemeester en Wet houders had aangenomen, de plannen van »Ons Doel" nu al zouden zijn behandeld. Ik heb alleen gezegd: het feit, dat verschillende adviezen lang wegblijven heeft ons er toe geleid te komen met dat voorstel om nog een tweeden ambtenaar aan te stellen. De heer de Lange. M. d. V. Dat wil dus zooveel zeggen als: Nu dat voorstel van Burgemeester en Wethouders is verworpen, zijt gij Raad oorzaak, dat de bouwplannen van »Ons Doel" nog niet zijn behandeld. De heer van der Pot. Burgemeester en Wethouders zijn diligent geweest en hebben er een weg op willen vinden. De heer Dubbeldeman. M. d. Y. Ik zou aan Burgemeester en Wethouders willen vragen, of zij reeds een besluit heb ben genomen inzake het salaris der onderwijzers aan de scho len voor zwakzinnigen. De Voorzitter. De zaak is door Burgemeester en Wethou ders gebracht bij fle Plaatselijke Schoolcommissie en door die Commissie in behandeling genomen. Met het oog op de houding van den Minister ten opzichte van de salarissen in het algemeen en speciaal ten opzichte van de scholen voor zwakzinnigen is het moeilijk te bepalen, welke weg moet worden ingeslagen, üp het oogenblik is niet duidelijk welke regeling de Minister voor de scholen voor zwakzinnigen zal treffen. De aandacht is dus reeds op deze regeling gevestigd, doch wij zijn thans genoodzaakt af te wachten, wat de Minister zal doen. De heer van der Lip. M. d. V. Ik wil even aan hetgeen de Voorzitter heeft gezegd toevoegen, dat deze jaarwedden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 13