304 DONDERDAG 23 OCTOBER 1919. te leveren. Wanneer nu een coöperatie verschillende tarieven zou moeten gaan invoeren, dan zou men daar een eigen kohier moeten aanleggen. Hoe zal men er anders achter komen, welken prijs iemand zal moeten betalen? Men zal dan ook zijn eigen controleurs moeten hebben om na te gaan of de menschen niet liegen en dat alles brengt kosten "mede, die op den prijs moeten drukken. Ik geloof derhalve niet, dat eene coöperatie er zoo spoedig over zal denken ver schillende prijzen in te voeren. Verder nog een enkel woord over het halvecents-amende- ment van den heer Sijtsma. Ik zou willen aanraden dit niet aan te nemen, maar ons te spiegelen aan Zaandam. De Socialisten zullen het wel aardig vinden, dat ik Zaandam tot voorbeeld neem. Aldaar is de prijs voor gewoon en muntgas gelijk geweest. Men is daarvan evenwel terug gekomen. Men heeft zich gehaast voor muntgas er a cent op te leggen en men zal dit wel niet hebben gedaan zonder gegronde reden. De heer Sijtsma. Wel neen. De heer Oostdam. Dat is dan geen compliment voor de Socialisten, die zonder reden den prijs van het muntgas zou den hebben verhoogd, 't Is echter billijk, dat het muntgas wat duurder is dan gewoon gas, omdat er meerdere kosten aan zijn verbonden. Ik zal mijne stem derhalve niet kunnen geven aan het amendement van den heer Sijtsma. De heer van der Pot. M. d. V. Ik zal mij niet begeven in de politieke beschouwingen van den heer Dubbeldeman. Ik wil evenwel volstaan met te zeggen, en ik doe dat te liever waar ook ik geen partijgenoot ben van den heer Heems kerk dat m. i. de belangen der arbeiders, die eene zoo groote categorie in deze gemeente vormen, dat hunne be langen niet meer kunnen gescheiden worden van die der gemeente zelve, beter worden ingezien door den heer Heems kerk en zijne medestanders, dan door den heer Dubbeldeman, en dat hun voorstel tenslotte het belang van de arbeiders beter bevordert dan een voorstel zooals primair en secundair door de heeren de la Rie c.s. is gedaan. Mijnheer de Voorzitter. Ik heb zooeven trachten aan te toonen wat het groote bezwaar was tegen het primaire voor stel van den heer de la Rie en ik meen inderdaad aangetoond te hebben, dat waar hij den prijs wilde verlagen tot een zoo laag niveau, als daarin voorkwam, er geen sprake van is dat men den kostprijs zal kunnen terugbrengen tot dat niveau, zoodat alles wat men wint door. de meerdere afname, weer te niet wordt gedaan doordat men het aantal meters, waarop men verliest, zooveel grooter maakt. Mijnheer de Voorzitter. Wanneer ik geslaagd ben om dat aan te toonen, kan ik volstaan met te zeggen dat volkomen hetzelfde geldt voor het nu gedane voorstel, om een uniformen prijs van 13 cent in te voeren. Ik heb voor mij de cijfers, die ten deele bij het praeadvies van Burgemeester en Wethouders zijn gedrukt, nl. wat bij een zeker verbruik van het gas de kostprijs moet zijn en dan kan ik mededeelen, dat wanneer de kostprijs op 13 cent moest worden herleid, het verbruik meer zou moeten zijn dan 15 000 000 M8. terwijl op het oogenblik de 10000000 nog niet wordt gehaald. Daaruit kan duidelijk zijn, dat men zelfs met de meest optimistische verwachting omtrent de vermeerdering van het verbruik, onmogelijk bij een derge- lijken prijs de kosten van het gas zou kunnen dekken. Zelfs om tot een kostprijs van 14 cent te komen, moet het gas verbruik stijgen op 13 a 14 000 000 M8., dus ook dan nog kan van een behoorlijke dekking in de toekomst geen sprake zijn. Ik moet dus de aanneming van het primaire en secundaire voorstel van de heeren de la Rie c.s. ontraden. Mijnheer de Voorzitter. Wat nu tenslotte betreft het voor stel van den heer Sijtsma, wil ik opmerken, dat de quaestie of het verschil tusschen de gewone en muntgasmeters, een cent of Va cent moet zijn, eene aangelegenheid is, die mij be trekkelijk koud zou kunnen laten, wanneer de heer Sijtsma een voorstel had gedaan om de prijzen te stellen op 145 en 15 cent. Dan kan men in die 1/a cent weliswaar in de verste verte geen vergoeding vinden voor hetgeen daarvoor aan de muntgasverbruikers wordt gegeven, maar dan zou een der gelijk voorstel wat het totaal resultaat betreft bij mij geen bezwaar ondervinden, want zooals ik zooeven al heb doen uitkomen, verkoos ik ook het voorstel van den heer Heems kerk nog boven het bestaande tarief, tenminste wanneer hij daaraan vasthield en er niet op afgedongen zou worden, en nu heeft de heer Sijtsma daar juist op afgedongen. Wanneer het dus den heer Sijtsma alleen te doen is om die halve cent, zou ik hem in overweging geven de prijzen voor te stellen op 148 en 15, dan blijft men wat de munt gasverbruikers betreft op hetzelfde bedrag als de heer Heems kerk voorstelt. Bij 14 en 146 cent krijg ik echter .een te laag totaal cijfer. De beraadslaging wordt gesloten en het gewijzigde voor stel van de heeren de la Rie, van der Zeeuw en Dubbeldeman in stemming gebracht, wordt verworpen met 18 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Kuivenhoven, Oostdam, van Hamel, A. Mulder, Splinter, van der Pot, Bots, van Gruting, Sijtsma, J. P. Mulder, de Lange, van der Lip, Huges, Wilmer, Huurman, Heemskerk, Bisschop en Pera. Voor stemmen de heeren: Oostveen, Groeneveld, Mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren van Weeren, Dubbeldeman, van der Zeeuw, de la Rie, Mevrouw Baart—Braggaar en de heeren van Stralen en Knuttel. Het amendement van de heeren de la Rie, van der Zeeuw, en Dubbeldeman op het voorstel van Burgemeester en Wet houders om den prijs van het gas voor de verbruikers te Leiden te bepalen op 13 cent per M8., wordt in stemming gebracht en verworpen met 18 tegen 10 stemmen. Tegen stemmen de heeren: Kuivenhoven, Oostdam, van Ha mel, A. Mulder, Splinter, Bots, van der Pot, van Gruting, Sijtsma, J. P. Mulder, de Lange, v. d. Lip, Huges, Wilmer, Huurman, Heemskerk, Bisschop en Pera. Voor stemmen de heeren: Oostveen, Groeneveld, Mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren van Weeren, Dubbeldeman, van der Zeeuw, de la Rie, Mevrouw BaartBraggaar en de heeren van Stralen en Knuttel. De Voorzitter. Thans zal ik het voorstel van Burgemees ter en Wethouders in stemming brengen. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik vrees, dat de zaak zoo ge heel verkeerd zal verloopen. Wanneer mijn amendement en het voorstel van den heer Heemskerk zal zijn verworpen, dan alleen ben ik er voor te vinden mijne stem te geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Nu zal ik dat helpen afstemmen en zou ik dus den ouden toestand mede helpen handhaven. De Voorzitter. Wij volgen de gewone wijze van behande ling n.l., dat het eerst in stemming komt het voorstel van de verste strekking. De heer de la Rie. M. d. V. Ik geloof, dat U de tel kwijt is. U hebt eerst laten stemmen over ons voorstel om den gasprijs te bepalen op 13 cent. Nu wilt U overslaan de amendementen van de heeren Knuttel en Sijtsma en het voorstel van den heer Heemskerk, hoewel dit tusschen voor stellen zijn op dat van Burgemeester en Wethouders. De heer Knuttel. Ik zou eerst het amendement van den heer Sijtsma in stemming brengen en dan het geamendeerde voorstel. De Voorzitter. Dat doen wij op het oogenblik ook. De heer van der Lip. M. d. V. Zou ik ook even eene op merking in het midden mogen brengen? Wij hebben reeds gestemd over een amendement op het voorstel van Burge meester en Wethouders. Dat amendement is verworpen, dus nu komt natuurlijk het voorstel van Burgemeester en Wet houders zelf in stemming. Daarnaast hebben wij nog het voorstel van den heer Heemskerk en daarop zijn twee amendementen, n.l. één van den heer Knuttel en één van den heer Sijtsma. Dus op het oogenblik zijn wij bezig met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, nu het amendement hierop verworpen is, moet dat kan niet anders het voorstel zelf in stemming gebracht worden. De heer Knuttel. Wanneer wij zoo gaan stemmen, zullen wij straks tot de conclusie komen, dat alle voorstellen zijn verworpen. De heer van der Lip. Welnu, dan zijn ze verworpen! De heer van der Pot. Misschien kunnen wij aan het bezwaar van den heer Knuttel tegemoetkomen. Wanneer ik in overweging geef zijn amendement op het voorstel van den heer Heemskerk te beschouwen als ingediend op het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dan zouden wij er thans over kunnen stemmen. Dat is regelmatiger, omdat het een uniformen prijs beoogt van 14 cent. Maar dat kan niet het geval zijn met het amendement van den heer Sijtsma. Dat is wel degelijk een amendement op het voorstel-Heemskerk. Dan zal er dus eerst gestemd moeten worden over een uniformen prijs van 14 cent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 12