GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
193
IN6EEOMEII STUKKEN.
N°. 289. Leiden, 24 September 1919.
Tegen de navolgende voordrachten van Burgemeester en
Wethouders:
1°. tot beschikbaarstelling van nog f 5000.— ten behoeve
van de wachtgeldregeling voor werklieden in particulieren
dienst (Ingek. St. no. 200);
2°, tot het onveranderd opnieuw vaststellen van de veror
dening regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der
dividend- en tantièmebelasting, van 14 November 1918 (Jngek.
St. no. 277);
3°. tot verkoop aan den Staat der Nederlanden van een
gedeelte van het perceel Sectie L no. 537 (Ingek. Sr. no. 286)
4°. tot aankoop van de perceelen 1 t/m. 4 in de z.g. Hage-
manspoort, kad. bekend Sectie B nis. 364, 365, 366 en 367
(Ingek. St. no. 279);
5°. tot beschikbaarstelling van een een bedrag van f 25000.
voor de Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest,
Voorgeest en Rhijngeest, voor den bouw van een klein gym
nastieklokaal voor de verpleegden in Voorgeest (Ingek/ St.
no. 272);
6°. tot beschikbaarstelling voor Commissarissen der Stede
lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit van een bedrag van
1.200.000.voor de Gasfabriek en van ƒ100.000.voorde
Electriciteitsfabriek, een en ander ten behoeve van de ver
bouwing der Fabrieken (Ing. St. no. 274),
heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Zij stelt U daarom voor overeenkomstig die voordrachten
te besluiten en de daarbij behoorende begrootingsregelingen
vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 290. Leiden, den 22 September 1919.
Ingevolge het bepaalde bij art. 2 der Verordening van den
24en Maart 1910 (Gemeenteblad No. 9) hebben wij de eer U
hierbij te doen toekomen twee aanbevelingen ter benoeming
van twee leden onzer commissie ter voorziening in de vacaturen,
ontstaan door het ontslagnemen van de heeren Prof. Mr.
A. S. de Blécourt en Dr. J. H. P. v. Kerckhoff.
Vacature de Blécourt:
1. prof. Mr. G. ANDRÉ DE LA PORTE.
2. prof. Mr. D. VAN BLOM.
Vacature van Kerckhoff:
1. J. B. MEYNEN.
2. prof. Dr. J. VAN DER HOEVE.
Namens de Plaatse!. Schoolc.
W. Draajjer, Secr.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 291. Leiden, 24 September 1919.
Onder overlegging van bijgaand adres van Dr. S. G. de Vries,
geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Dr. S. G.
de Vries, op zijn verzoek, op de meest eervolle wijze ontslag
te verleenen als Curator van het Gymnasium alhier, onder
dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hem
als zoodanig aan de gemeente bewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 September 1919.
Aan den Raad der gemeente Leiden
heeft de ondergeteekende dr. S. G. de Vries te Leiden de
eer te verzoeken hem om redenen van gezondheid, ontslag
te verleenen als curator van het stedelijk Gymnasium alhier.
Hetwelk doende enz.
S. G. de Vries.
N°. 292. Leiden, 24 September 1919.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen
1°. de rekening, dienst 1918, van de Vereeniging tot bevor
dering van den Bouw van Werkmanswoningen;
2°. de begrooting, dienst 1920, van de Stedelijke Werkin
richting;
3°. de begrooting, dienst 1920, van den Armenraad;
4°. de begrooting, dienst 1920, van de Gezondheidscom
missie;
5°. de begrooting, dienst 1920, van de Plaatselijke School
commissie.
Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van die rekening
en begrootingen te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 293. Leiden, 29 September 1919.
Ter voorziening in de vacature, bij onze Commissie ontstaan
door het bedanken van den Heer Dr. J. A. N. Knuttel, hebben
wij de eer U de volgende aanbeveling te zenden
1. de Heer J. A. VAN HAMEL.
2. de Heer D. VAN GRUTING.
De Commissie voor het Stedelijk Museum,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. C. Overvoorde, Secretaris.
Aan den Raad der gemeente te Leiden.
N°. 294. Leiden, 4 October 1919.
Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van
Mej. B. A. Greeve bij ons College geen bezwaar bestaat,
hebben wij de eer Uwe Vergadering in overweging te geven
aan Mej. B. A. Greeve, op haar verzoek, eervol ontslag te
verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres aan de
openbare meisjesschool 2e klasse alhier, en dat ontslag te
doen ingaan op 1 Januari 1920.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Barbara An
toinette Greeve, onderwijzeres aan de meisjesschool 2e klasse
alhier;
dat zij sedert Januari 1879 onafgebroken als onderwijzeres
aan bovengenoemde school verbonden is geweest;
dat zij van Januari 1879 tot Juli 1880 tijdelijk is werk
zaam geweest; doch
dat zij de persoonlijke bijdrage tot inkoop van tijdelijke
diensten bij het onderwijs op 20 Maart 1907 gestort heeft;
dat zij op 10 Januari j. 1. den leeftijd van 65 bereikt heeft
Redenen waarom zij Uw geëerd College beleefd verzoekt
haar met ingang van 1 Januari 1920 eervol ontslag te willen
verleenen met recht op pensioen.
't welk doende,
B. A. Greeve.
Steenschuur 1 a, 24 Sept. 1919.
N°. 295. Leiden, 7 October 1919.
Naar aanleiding van de in Uwe Vergadering van 25 Sep
tember j.l. aangenomen, hierachter afgedrukte, motie van de
heeren Sijtsma, van Gruting en Dubbeldeman in zake het bij
besluit van ons College d.d. 14 October 1918 verleende niet-
eervol ontslag aan de brugwachters 2e klasse J. Rietkerken
en W. van Putten, hebben wij de eer U mede te deelen, dat
wij tot ons leedwezen geen vrijheid kunnen vinden aan den
in die motie uitgedrukten wensch gevolg te geven.
Na een zeer minitieus onderzoek en na rijp beraad is door
ons College ingevolge de te dezer zake geldende bepalingen
tot niet-eervol ontslag der beide brugwachters besloten en
het zou daarom in strijd met elk begrip van rechtspraak zijn,
indien thans één jaar na de berechting en terwijl reeds
eerder het geheele dossier aan den Raad is overlegd, waarna