DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1919. 207 te maken heeft met de distributie, zou ik willen vragen of het niet mogelijk is, dat voor den Directeur en den Adjunct- Directeur van het Vleesch- en Vischbedrijf die toeslag niet heelemaal kan vervallen? De Voorzitter. Zooals de heer Heemskerk terecht zegt, is het Levensmiddelenbedrijf voor verschillende zaken nog in gang; rpisschien kan het zelfs voor een deel weder in het leven worden geroepen, want zooals de heeren weten is er weder distributie van rijst voor zieken in het vooruitzicht. Wat de Vleesch- en Vischdistributie betreft, geef ik toe, dat die feitelijk op het oogenblik niet meer bestaat, maar er zijn verscheidene zaken, die nog afgewikkeld moeten worden en er is vrij veel drukte met de afwikkeling van het vries- bedrijf; zoo kan bijvoorbeeld de boekhouder nog niet ontslagen worden. Ook kan de toestand onverhoopt nog wel eens leiden tot herleving van het bedrijf. Is dat niet zoo, dan is het ook het voornemen van Burgemeester en Wethouders om dit bedrijf zoo spoedig mogelijk op te heffen en ook de salarissen te laten vervallen. Nu echter het bedrijf nog niet geheel tot stilstand is gekomen, leek het ons billijk om de salarissen te halveeren; dit kwam ons beter voor in verband met de verantwoordelijkheid en ook wat de billijkheid betreft is er niets tegen te zeggen, te meer waar de Directeur een groot aantal maanden zonder salaris heeft gewerkt. Waar debetrokken personen zelf met dit voorstel zijn gekomen en men gezegd heeft niet het volle traktement meer te willen hebben, daar vind ik het veel billijker, dat een klein salaris zal worden gegeven, totdat de geheele zaak zal zijn afge- loopen. Ik zou het eerlijk gezegd wat klein vinden, het traktement in te trekken, terwijl het werk nog niet is afge- loopen. Men moet niet vergeten, dat men ook een tijdlang gewerkt heeft zonder er betaling voor te ontvangen. ïk ge loof dan ook, dat men goed zal doen het voorstel van Burge meester en Wethouders aan te nemen. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het praeadvies besloten. XV. Praeadvies op de verzoeken van de vereeniging van den Chr. Handeldrij venden en Industriëelen Middenstand afd. Katwijk, e. a., om bij de N.-Z.-Holl. Tramweg-Maatschappij aan te dringen op verlaging van het personentarief op de lijn LeidenKatwijk. (Zie Ing. St. No. 228.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XVI. Praeadvies op de verzoeken van de Duurte-Commissie uit de Leidsche Arbeidersbeweging e. a. in zake de toekenning van een bijslag op de braridstofïenprijzen. (Zie Ing. St. No. 221.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Heemskerk. M. d. V. Ik kan mij met het prae advies van Burgemeester en Wethouders niet vereenigen. Ik had gedacht dat, evenals het vorig jaar, Burgemeester en en Wethouders zouden zijn gekomen met een voorstel om in ieder geval een toeslag te geven op den brandstoflenprijs. Er wordt gezegd, dat in dien prijs geen crisiselement meer aanwezig is, terwijl men uitgaat van het standpunt, dat de brandstoffen tegen den kostenden prijs moeten worden ge- geleverd. Daar is veel voor te zeggen. Men heeft evenwel ook bij de vaststelling van den gasprijs rekening gehouden met de bezwaren, die verbonden waren aan het zoo in eens hef fen van den vollen gasprijs, hoewel daarin toch ook geen crisiselement meer aanwezig was. Men moet niet vergeten, dat er op het oogenblik wel degelijk een economische crisis bestaat en dat het voor vele gezinnen bezwaarlijk is den kost prijs voor de brandstoften te betalen. Daarom had ik gedacht, dat Burgemeester en Wethouders in alle geval met een ander voorstel zouden zijn gekomen. Ik heb dezer dagen eens in lichtingen ingewonnen bij de brandstoftenhandelaren; daar is mij verzekerd, dat de afname door het volk en .de kleine burgerij zeer miniem is. Alleen de gegoede stand neemt de brandstoffen af. De handelaren klagen, dat zij geen ruimte hebben om de brandstoffen op te bergen. Nu wordt er ge zegd, dat, wil men rabat geven, dit aan de gemeente 24000. zou kosten. Nu is er evenwel een groot verschil tusschen wat gevraagd wordt door de Duurtecommissie en door den Chris- telijken Bestuurdersbond en den Roomsch-Katholieken Volks bond. Deze vragen niet zoo'n rabat te geven, dat de prijs van de kolen gelijk wordt aan dien van het vorig jaar, maar zij vragen slechts een aanmerkelijk rabat om de menschen in de gelegenheid te stellen brandstoffen te kunnen koopen. Hoewel de vragen op het eerste gezicht hetzelfde schijnen te bedoelen, is er toch een aanmerkelijk verschil. Het lijkt mij ook toe, dat een ander standpunt door Bur gemeester en Wethouders had moeten worden ingenomen ten aanzien van de vraag of de menschen werkelijk de prijzen kunnen betalen. Wanneer ik het goed bereken, komt het minimum aantal eenheden nog te staan op eene uitgave van f 42. Nu mogen de loonen wel gestegen zijn en misschien in sommige kringen wel wat meer geld verdiend worden, het blijft toch beslist voor velen absoluut onmogelijk om een dergelijk bedrag alleen voor brandstoffen op zij te leggen. Het spijt mij dus dat Burgemeester en Wethouders hier met een afwijzend praeadvies zijn gekomen en ik zal dan ook moeten tegenstemmen. De Voorzitter. Het is natuurlijk veel aangenamer als Burgemeester en Wethouders kunnen komen met een voor stel, waaraan aan de wenschen wordt tegemoet gekomen, dan dat zij in afwijzender) zin moeten adviseeren, maar er moet wel degelijk worden overwogen, hoever men kan gaan. Ik heb ook eens gekeken naar andere plaatsen en dan heb ik gezien, dat daar nergens sprake is van een dergelijken toeslag en dat die zelfs in andere gemeenten nog nergens ge vraagd is. Gemeentebesturen, waarvan een gedeelte der leden zelfs geestverwanten zijn van degenen, die hier het meest hebben gevraagd, zeggen zelf: dat kan onmogelijk, omdat men hier heeft te maken met de werkelijke prijzen, die zoo hoog zijn door de loonen. Dat de steenkolen duur zijn, heeft niets te maken met het behalen van woekerwinst, want wanneer wij zien naar de mijnen in Limburg, dan wordt daar toch geen oorlogswinst gemaakt. Kan men aannemen dat de hoogere loonen en de prijzen van de materialen de oorzaak zijn, dan kan men hier niet spreken van een crisiselement. Ook heb ik niet gezien, dat in de Kamer, ook van die zijde, die overal het meest heeft gevraagd, eene dergelijke vraag is gedaan;in elk geval is in niet een gemeente van Nederland, voorzoover mij bekend is, behalve hier, waar het adresseeren zoo gebrui kelijk schijnt, een dergelijk verzoek gedaan. De vorige jaren dacht men, dat deze uitgave er eene voor den oorlogstijd was. Men ging uit van de gedachte, dat men nu eenmaal dien abnormalen tijd door moest en dat men rekenen kon op een gedeelte van de oorlogswinst-belasting en het verdere tekort door leening zou kunnen dekken, maar nu zou men verlangen, dat dit wordt eene uitgave voor altijd, want het zou blijven bestaan, niet voor een paar jaar, maar zeker voor veel langeren tijd. De heeren zullen over eenigen tijd tot hun schrik op de begrooting zien, dat er voor het volgend jaar voor de «gewone" uitgaven ongeveer zes a zeven ton meer noodig zal zijn, zoodat sommigen hier voor belasting zullen moeten betalen wellicht tot 15 a 20 van hun inkomen. Ik weet niet of de heer Heemskerk heeft gelezen een stuk dat in »Het Volk" voorkomt, getiteld: »de vicieuse cirkel" en geschreven door Dr. van der Waerderi, waarin van dien kant eene ernstige waarschuwing komt om niet altijd bij de gemeenschap aan te komen, maar om zelf de handen uit de mouwen te steken; en dan geloof ik, dat men ook hier eens tot bezinning moet komen. Het is toch wel vreemd, dat men in geen enkele andere gemeente met een dergelijk verzoek gekomen is, maar het is nu eenmaal zoo, in deze gemeente vraagt men gewoonlijk meer dan in andere plaatsen. Nu zou ik gaarne een rabat willen geven, maar men moet er toch geld voor hebben en hier vraagt men werkelijk veel te veel. Wanneer wij konden aannemen, dat de kolenprijs het volgend jaar lager zou zijn, dan zou er nog iets voor te zeggen zijn, maar wij kunnen toch niet ieder jaar eene leening gaan sluiten op korten termijn. Op de begrooting komt voor een groote post voor aflossing van schulden en men moet niet vergeten, dat het deficit aan kasgeld op het oogenblik meer dan een millioen bedraagt; dit bedrag zal in 5 of 10 jaar moeten zijn afgelost. Ik zou heel gaarne rabat geven, maar het is werkelijk onmogelijk; alles is duurder geworden, de loonen zijn zeker verdubbeld, althans de laagste; de prijs der waren is weer als verleden jaar vóór den wapenstilstand, dat is ongeveer 80 hooger dan voor den oorlog. Met dubbele loonen zal men op den duur ook dubbele prijzen hebben te betalen, dat kan nu eenmaal niet anders. In dit verband wijs ik er ook op, dat op het oogenblik de vermakelijkheidsbelasting veel meer opbrengt dan hetgeen waarop men die belasting heeft geschat. Hieruit blijkt wel, dat er wel geld is, maar dat dit niet altijd op de nuttigste wijze wordt besteed. Waar men hier te doen heeft met een waarschijnlijk voor vele jaren normalen kolenprijs, daar meen ik niet anders te kunnen aanraden dan dat men het voorstel van Burge meester en Wethouders zal aannemen. De heer Wilmer. M. d. V. Ik zou eene enkele inlichting willen vragen. U heeft als Uwe overtuiging uitgesproken, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 5