DONDERDAG 1 MEl'l919. 125 Zitting Tan Donderdag 1 Mei 1919. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitterde Heer Burgemeester Jhr. Mr. N. C. DE GIJSELAAR. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van inwoners der gemeente, voorden tijd van twaalf maanden, tot leden of plaatsvervangende leden van de stembureaux voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. (120) 2° Aanwijzing van leden van den Gemeenteraad om, zoo noodig, als plaatsvervangers op te treden van den Burge meester, als Voorzitter van het stembureau in het eerste stemdistrict voor de stemming ter benoeming van de leden van den Gemeenteraad. 3° Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het stembureau in het eerste stemdistrict en van voor zitters, leden en plaatsvervangende leden van de overige stembureaux voor de stemming ter benoeming van de leden van den Gemeenteraad. 4® Benoeming van een lid van het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen. (117) 5° Benoeming van een leeraar in het schoonschrijven aan de afd. A der Kweekschool voor onderwijzers en onderwijze ressen. (83) 6° Praeadvies op het verzoek van Mr. J. E. Heeres om eervol ontslag als lid der Commissie van Toezicht op het Middel baar Onderwijs. (121) 7° Praeadvies op het verzoek van Mej. G. J. de Vries, tijdelijk leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, om verlof van 1 Mei tot half Juli 1919. (118) 8° Praeadvies op het verzoek van H. J. Bolstier om eervol ontslag als onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 5. (122) 9° Voorstel tot verhuring van een gedeelte van het perceel Vischmarkt No. 10 aan J. H. de Kruys. (123) 10°. Voorstel tot aankoop van de perceelen aan en nabij de Langegracht, Sectie B Nrs. 2084, 2085, 2086 en 2704 en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (224) 11° Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening, houdende nadere wijziging van de verordening van 31 Januari 1918 (Gem.blad No. 3), betreffende de wedde van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden b. tot intrekking van het Raadsbesluit van 14 Maart 1918, gewijzigd bij dat van 14 November 1918, in zake het uitkeeren van een toeslag aan verschillende categorieën van gemeente-ambtenaren boven hun salaris; c. in zake de nadere vaststelling van de jaarwedde van den Commissaris van Politie. (96, 98, 99 en 116) 12° Vaststelling van het 3e suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 19181919. (119) Tegenwoordig zijn 27 leden, n.l. de heeren Heemskerk, Planjer, A. Mulder, Sijtsma, Wilmer, van der Eist, van Rom- burgh, Jaeger, van Tol, Eerdmans, Zwiers, de -Boer, Briët, van Hamel, Bots, J. P. Mulder, Oostdam, van der Lip, Boot, van Gruting, van der Pot, Timp, Huurman, Pera, Hoogen- boom, Fokker en Reimeringer. Afwezig zijn de heeren Roem wegens ongesteldheid, Sasse wegens verhindering en de heeren Knappert en de Lange. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 24 April 1919 worden goedgekeurd. De Voorzitter. Mijne Heeren! Op 30 April j.l. is aan H. M. de Koningin een brief van gelukwenschen verzonden ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana, waarop een telegraphische dankbetuiging is ont vangen. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen: 1°. Beschikking van Gedep. Staten op bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1918—1919. 2®. Mededeeling van J. A. Prins J.Jzn., dat hij de benoe ming tot Regent van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Bond van Personeel in dienst van Openbare lichamen en bedrijven »St. Paulus", afdeeling Leiden St. Antonius van Padua en de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Chris telijker! Bond van Personeel in Publieken Dienst, om in de voorstellen van de Commissie ad hoc in zake de salariëering van ambtenaren eenige wijzigingen aan te brengen en nader verzoek van die bonden. 2°. Adres van de Besturen van de Samenwerkende ambte- tenarenorganisaties, in zake de ontwerp-verordening tot wij ziging van die betreffende de wedden van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden. 3°. Idem als voren van den Algemeenen Bond van Politie personeel in Nederland, afdeeling Leiden. Dit adres luidt als volgt: »Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft eerbiedig te kennen De Afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond van Politie personeel in Nederland te Leiden, ten deze domicilie hebbende ten huize van den tweeden ondergeteekende aan de van der Helmkade No. 20 te Leiden dat zij met belangstelling heeft kennisgenomen van het Rapport van de Commissie ad hoe inzake de salarieering van ambtenaren (Ingek. St. No. 96 van 8 April 1919) en van de Nota, daaraan toegevoegd door de Edelachtbare heeren P. E. Briët en Th. J. Wilmer (Ingek. St. No. 98 van 14 April 1919) benevens van de nota van den Edelachtbaren heer K. Sijtsma (Ingek. St. No. 99 van 14 April 1919). Bovendien van het door B. en W. uitgebracht praeadvies op bovenstaande in gekomen stukken; dat zij zich naar aanleiding daarvan tot Uwen Raad wendt met het eerbiedig verzoek alsnog te willen besluiten 1°. over te gaan tot het afschaften van het klassestelsel voor de dienaren van politie, beneden den rang van hoofd agent. 2°. het aanvangsalaris van de agenten van politie (proefjaar) te willen vaststellen op 26.— per week, na 1 jaar (vaste aanstelling) op f 27.per week met 7 eenjaarlijksche ver hoogingen van f 1.per week tot een maximum van ƒ34.— is bereikt; dat zij U ter motiveering van bovenstaande verzoeken be leefd verwijst naar het door hare afdeeling verzonden schrijven aan de Commissie ad hoe d.d. 6 Februari 1919 No. 224 en naar nevensgaande Memorie van Toelichting. Redenen, waarom zij zich tot Uwen Raad wendt met het verzoek, dienovereenkomstig te willen beslissen. 't Welk doende Namens de afdeeling voornoemd Y. Kuipers, Voorzitter. W. Post, Secretaris. Leiden, 29 April 1919." 4°. Amendementen van de heeren van Tol en Heemskerk op die verordening. 5°. Idem als voren van den heer Planjer. 6®. Verzoek van de onderafdeeling Leiden en omstreken van den Nederlandschen Bond van Gemeenteambtenaren om de nieuwe salarisregeling op 1 November 1918 in werking te doen treden. Dit verzoek luidt als volgt »Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edelachtbare Heeren. Hoewel de door de Commissie ad hoe voorgestelde salaris herziening slechts ten deele aan de wenschen van de secretarie ambtenaren tegemoet komt, meenen wij, dat, ten einde een spoedige afdoening niet te vertragen, wij ons moeten onthouden van het indienen van verzoeken met betrekking tot een wijziging van de voorgestelde regeling. Slechts wat betreft den datum van ingang der regeling verzoeken wij U beleefd dezen te stellen op 1 November 1918, hetgeen ons alleszins billijk voorkomt, aangezien de verhoogingen van de loonen der werk lieden en van het politiepersoneel eveneens met ingang van dien datum zijn toegekend. Hoogachtend, De Onderafdeeling Leiden en Omstreken van den Nederlandschen Bond van Gemeenteambtenaren, Rosier, Vice - Voorzitter. A. J. P. Koster, Secretaris.'''

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 1