90
DONDERDAG 17 APRIL 1919.
een derde erbij te geven, ik zal hier niets aan toevoegen, ik
meen, dat reeds voldoende gezegd is door de vorige sprekers.
De heer Pera. M. d. V. Onder meer heb ik ook bij mij
gehad den heer Barten om over deze zaak te spreken en ik
wil wel zeggen, dat de mededeelingen, die de heer Barten mij
deed. ook bij mij verwondering wekten over de voordracht,
zooals zij er uitziet. Ik heb intusschen nog een bezoek ge
bracht aan het Stadhuis om de stukken in te zien en ik moet
zeggen, dat ik, na inzage te hebben genomen van de moti
veering waarom de voordracht is samengesteld zooals zij nu
is, van oordeel veranderd ben en dat ik moet erkennen, dat
deze voordracht werkelijk aanbeveling verdient.
Wanneer wij eenvoudig hadden rekening te houden met
de uitdeeling van een bijbaantje, dan beken ik, dat bij mij
op den voorgrond zou staan de heer Barten, maar het motief,
waarom er geoordeeld is, dat de heer Ivoops den voorrang
moet hebben is van dien aard, dat er alle reden voor ons is
om met deze voordracht mede te gaan.
Deze aanbeveling is geschied zonder dat er maar iets te kort
gedaan is aan de personen of aan de bekwaamheid van de
overige sollicitanten. Er wordt geen woord te hunnen nadeele
gezegd. Alleen wordt de reden aangegeven, waarom hier de
heer Koops den voorrang moet hebben en de reden, die
genoemd wordt is van dien aard, dat iedereen moet toestem
men, dat dit werkelijk een goed motief is.
Ik wil wel bekennen, dat ik op het oogenblik ook liever
den heer Barten de betrekking had gegund, opdat hij dan nog
eene bijverdienste zou hebben, maar in aanmerking genomen
de belangen vari de Kweekschool, kan ik moeilijk anders doen
dan mij met de voordracht vereenigen.
De heer van Hamel. M. d. V. Ik zou er prijs op stellen
om deze zaak in eene zitting met gesloten deuren te be-
behandelen.
De Voorzitter. Aangezien er met dit voorstel voldoende
adhaesie wordt betuigd, zal ik de deuren doen sluiten.
De Voorzitter schorst de openbare vergadering en doet de
deuren sluiten.
Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering heropend.
De Voorzitter. Mijne heeren. Ik heropen de openbare vergade
ring en stel namens het College van Burgemeester en Wethou
ders voor, punt 2 van de agenda af te voeren. Deze benoeming zal
dan in een volgende Raadsvergadering aan de orde worden
gesteld, terwijl Burgemeester en Wethouders zorg zullen dragen,
dat het rapport omtrent de verschillende sollicitanten wordt
aangevuld en nauwkeuriger, of liever meer ampel, wordt
uitgebracht.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter. Hiermede zijn de benoemingen ten einde.
Ik dank het stembureau voor de genomen moeite.
(De heer Fokker is inmiddels ter vergadering gekomen.)
III. Praeadvies op het verzoek van N. van der Klugt om
vergunning tot het maken van een houten gebouw in den
tuin van het perceel Zijlsingel No. 38.
(Zie lng. St. No. 84.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IV. Voorstel tot verhuring van het bovenhuis Garenmarkt
No. 6a aan Mej. M. W. Hartwijk.
(Zie lng. St. No. 90.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het praeadvies besloten.
V. Voorstel tot bestendiging van de pacht van de exploitatie
van den Burcht en de Graanbeurs aan A. Backer.
(Zie lng. St. No. 91.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Heemskerk. M. d. V. Onlangs is er een aanschrijving
geweest aan de gemeentebesturen, waarin werd verzocht
namens den betrokken Minister, geen medewerking te ver-
leenen tot het verhuren van zalen of andere inrichtingen
van de gemeenten voor vergaderingen of andere bijeenkomsten,
die waarschijnlijk strijdig met de openbare orde geacht kunnen
worden en in elk geval niet mede te werken tot een verhuring,
die nadeelig zou kunnen worden voor den goeden gang van
zaken in deze maatschappij. Nu zou ik willen vragen, nu dit
voorstel tot bestendiging van de pacht van de exploitatie van
den Burcht en de Graanbeurs aan de orde komt, of er bij
deze bestendiging en eventueel ook bij latere voorstellen, die
een dergelijke strekking hebben, rekening wordt gehouden
met de missive, die van den Minister is uitgegaan.
De Voorzitter. Natuurlijk bestaat altijd het recht om een
openbare vergadering in een lokaliteit met vergunning te
verbieden. In het contract met den pachter te doen opnemen
hetgeen de heer Heemskerk voorstelt, lijkt mij hoogst be
zwaarlijk. Daar zal geen pachter op in kunnen gaan.
Ik geloof, dat men in deze in goed vertrouwen moet afgaan
op het hoofd van de politie.
De heer Heemskerk. Ik begrijp dat het hier moeilijk is een
artikel in te lasschen, maar afgescheiden van het toezicht van
den Burgemeester als politiehoofd, komt het mij toch voor,
dat er bij het uitschrijven van vergaderingen rekening moet
worden gehouden met hetgeen ik heb gezegd, omdat anders
een pachter er toe zal overgaan de gebouwen voor alle moge
lijke doeleinden te verhuren.
De Voorzitter. Wanneer het hier een gewoon gebouw
betrof, was het een ander geval. Daar kan iedere vergade
ring alleen niet eene openbare vermakelijkheid, die ook
onder politiecontrole staat plaats hebben. Maar wij heb
ben hier te maifen met eene vergunningslocaliteit en dan
heeft de politie ten allen tijde de controle.
Wanneer U bovendien niet bepaald eene wijziging in het
contract wilt brengen, is U op het oogenblik buiten de orde.
De heer Heemskerk. Ik ben niet van meening, dat dit
buiten de orde is. Het gaat hier over bestendiging van het
pachtcontract.
De Voorzitter. Dan zou het Uw bedoeling moeten zijn,
dat zoo iets in het pachtcontract werd opgenomen. Wanneer
dat evenwel niet het geval is, heeft het met de verlenging
van de pacht niets te maken.
De heer Briët. M. d. V. Ik geloof, dat de heer Heemskerk
wel gelijk heeft en dat eventueel eene voorwaarde in het con
tract zou kunnen woiden opgenomen.
Het hangt hier af van de vraag of men voldoend vertrouwen
heeft in het Hoofd van de politie, dat hij de Gemeentewet in
dit opzicht streng zal toepassen.
Wanneer dat vertrouwen er niet is, zou het voor een Raad
gewenscht zijn om eene dergelijke bepaling in het contract
op te nemen en dus hangt de zaak hier alleen af van de
vraag of er voldoend vertrouwen in het Hoofd van de politie
is en waar dat natuurlijk hier het geval is, meen ik, dat de
Raad er niet toe moet overgaan om een dergelijke bepaling
in het contract op te nemen.
Maar wanneer U ons, M. d. V. in de toekomst zoudt ver
laten en wij het ongeluk zouden hebben een anderen Burge
meester te krijgen, in wien wij minder vertrouwen hebben,
dan zou dat wel van belang zijn.
De Voorzitter, Ik ben het met U eens, dat de zaak aan
de orde is, zoodra men wil, dat eene dergelijke bepaling in
het contract wordt opgenomen. De heer Heemskerk heeft na
melijk alle recht om hier te dien einde een amendement in te
dienen, maar dan moet hij daartoe overgaan en zijn amende
ment moet worden ondersteund. Wanneer dat echter zijn
verlangen niet is, zou ik meenen, dat deze zaak met de
pachtverlenging niets te maken heeft.
Men kan erkennen, dat de Raad het recht heeft om welke
voorwaarde ook, in het contract op te nemen, maar dat zou
ik op het oogenblik niet gewenscht vinden, daar ik geloof,
dat er dan niet één pachter op in zou gaan, aangezien de
verplichtingen dan geheel zouden afhangen van de inzichten
en de willekeur van het gemeentebestuur. En, zooals ik zeg,
wanneer er dingen mochten gebeuren die verkeerd zijn, dan
bestaat, omdat het hier een vergunningslokaliteit betreft, toch
altijd nog het recht, dat de wet aan de politie toekent. Er is
dus naar mijn oordeel geen aanleiding om eene bepaling van
dien aard in het contract op te nemen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
VI. Voorstel tot bestendiging van de pacht van de exploi
tatie der buffetten in de Stadsgehoorzaal aan W. F. van
Ingen Schenau Jr.
(Zie lng. St. No. 92).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het praeadvies besloten.