DONDERDAG 17 APRIL 1919. 87 Zitting van Donderdag 17 April 1019. Geopend des namiddags te tiuee uur. Voorzitterde Heer Burgemeester Jhr. Mr. N.C. DEGIJSELAAR. Te behandelen onderwerpen: 1° Benoeming van een lid van het Bestuur der vereeniging »de Ambachtsschool". (82) 2° Benoeming van een leeraar in het schoonschrijven aan de afd. A der Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. (83) 3° Praeadvies op het verzoek van N. van der Klugt om ver gunning tot het maken van een houten gebouw in den tuin van het perceel Zijlsingel No. 38. (84) 4° Voorstel tot verhuring van het bovenhuis Garenmarkt No. 6a, aan Mej. M. W. Hartwijk. (90) 5° Voorstel tot bestendiging van de pacht van de exploitatie van den Burcht en de Graanbeurs aan A. Backer. (91) 6° Voorstel tot bestendiging van de pacht van de exploitatie der buffetten in de Stadsgehoorzaal aan W. F. van Ingen Schenau Jr. (92) 7° Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden en om streken van de Kon. Nat. Vereeniging tot steun aan Miliciens om toekenning van een verhoogd subsidie. (93) 8° Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 2 Mei 1918 in zake de aanvaarding van het Rijks voorschot ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan der Woningbouw vereniging »Ons Belang" benoorden den Maresingel en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. (85) 9° Voorstel tot wijziging der begrootingen, dienst 1918 en 1919, ten behoeve van de meerdere kosten van aanschaffingen plaatsing der noodwoningen en tot regeling van de exploi tatie dier noodwoningen. (86) 10° Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1918, ten behoeve van de kosten van uitbreiding der Centrale Keuken. (87) 11° Voorstel tot vaststelling van een 2-tal ontwerpen tot her ziening van het Uitbreidingsplan der gemeente. (88) 12° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uitbreiding van het getal agenten van politie. (94) 13° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de kosten verbonden aan de reorganisatie van den dienst der Gemeentebelastingen. (89) 14° Voorstel: a. in zake de verhooging van de jaarwedde der Wethouders b. tot vaststelling van eene verordening, regelende de pen- sionneering der Wethouders. (66) 15° Verordening tot beperking van den nachtarbeid, tevens houdende verbod van Zondagsarbeid in broodbakkerijen te Leiden. (53 en 79) 16° Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 19181919. (95) Tegenwoordig zijn 28 leden, n.l. de heeren: van der Eist, A. Mulder, Heemskerk, Briët, Reimeringer, Zwiers, Knappert, Eerdmans, Jaeger, Planjer, van Tol, Bots, J. P. Mulder, Üostdam, de Boer, Hoogenboom, Sijtsma, van Gruting, Pera, van der Pot, Wilmer, van der Lip, Huurman, van Hamel, Timp, van Romburgh, Sasse en Fokker. Afwezig zijn de heerende Lange en Roem wegens onge steldheid en Boot wegens uitstedigheid. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 14 April 1919 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Beschikking van den Commissaris der Koningin, waarhij aan den Burgemeester verlof wordt verleend om zich van 2 Mei tot 2 Juni buiten de gemeente op te houden, onder mededeeling dat eventueele verlenging van verlof aan ge noemden Commissaris kan worden aangevraagd. 2°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot het aangaan van een geldleening ad f 2.500.000.—. 3°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verorde ning tot intrekking van die op de beperking der verlichting van winkels en van de verordening tot wijziging van die op Vergunnings- en Verlofslocaliteiten en Logementen. 4°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van het Konink lijk Besluit tot nadere regeling der jaarwedden van den Burge meester, den Secretaris en den Ontvanger, en tot vaststelling van de pensioensgrondslagen van den Secretaris en den Ont vanger. 5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed gekeurde raadsbesluiten tot verhuring van eenige perceelen iand aan J. de Graaf en tot wijziging van de voorwaarden verbonden aan den aankoop van het Zuidwestelijk deel van perceel Leiderdorp, Sectie A No. 3701. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Rapport van de Commissie ad hoc in zake de salariëering van de ambtenaren in dienst der gemeente Leiden, met daarop betrekking hebbende nota's van de heeren Briët en Wilmer en van den heer Sijtsma. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 2°. Adres van de Federatie van Woningbouwvereenigingen te Leiden, in zake de oprichting van een Centraal Badhuis. Dit adres luidt als volgt Leiden 14 April 1919. Aan den Raad der gemeente Leiden. Ondergeteekenden F. Kooistra en C. Meijer, resp. voorzitter en secretaris van de federatie van woningbouwvereenigingen te Leiden, nemen de vrijheid Uw geacht College, in opdracht van genoemde federatie, te verzoeken: dat Burgemeester en Wethouders machtiging wordt ver leend nog voor het a.s. zomerseizoen tot het oprichten van een »Centraal Badhuis", waarin elke werkdag gedurende 8 uren, voor ieder de gelegenheid bestaat een bad te nemen; dat dit »Centraal Badhuis" wordt gevestigd in het centrum der stad en geheel door de gemeente wordt gesubsidieerd; dat van gemeente wege wordt bevorderd, indien een wo ningbouwvereniging een bouwwerk laat uitvoeren daarbij ook een badhuis wordt geplaatst, geëxploiteerd door het be trokken bestuur en gesubsidieerd door de gemeente. Met verschuldigde hoogachting, F. Kooistra, Voorzitter. C. Meijer, Secretaris. De Voorzitter. Mijne HeerenNaar aanleiding van dit request kan ik U mededeelen, dat de daarin genoemde zaak reedsgeruimen tijd bij Burgemeester en Wethouders aanhangig is. Ik meen hier in den Raad, in antwoord op een vraag van den heer Sijtsma, zelfs al gezegd te hebben, dat Burgemeester en Wethouders zeer instemmen met het plan om een gemeentelijk badhuis op te richten. De Directeur der Gemeentewerken heeft reeds opdracht om de voorbereidende maatregelen te treffen. Het plan was dan om het badhuis te vestigen in de Van der Werffstraat boven het gymnastieklokaal. Dat levert geen be zwaren op, terwijl die plaats tevens mooi in het midden dei- stad is gelegen. Men zou dan goedkoop kunnen bouwen en beneden het gymnastieklokaal behouden. Door de wijze van bou wen zou het niet behoeven te hinderen, dat het badhuis op de eerste verdieping is. Mocht dit plan slagen, dan zal er natuurlijk naar gestreefd worden, ook aan de andere zijde van de stad een dergelijke inrichting tot stand te brengen. Ik meen hierover reeds in het openbaar het een en ander in het midden gebracht te hebben, zoodat het adressante bekend kon zijn. En wat het laatste gedeelte van haar verzoek betreft, ook daarmede kan worden ingestemd. De Wethouder tot wiens werkkring deze aangelegenheid behoort, heeft hierover reeds met de betrokken besturen gesproken. Wanneer er geen badhuis in de bouwplannen voorkomt, zal door onze bemidde- deling getracht worden er een in te brengen, mits het niet alleen beschikbaar gesteld worde voor de bewoners van zoo'n bouwblok, maar ook voor anderen. In dit geval kunnen wij in deze zeker steun verleenen. Ik meen, dat adressante ook dit kon weten door de bespreking, die zij met den be trokken Wethouder heeft gehad. Voorts wordt de wensch uitgesproken, dat het badhuis nog dezen zomer klaar zal zijn. De heeren zullen begrijpen, dat dit niet mogelijk is. Er is aan het adres nog een memorie van toelichting ver bonden en daarom zou ik willen voorstellen om, na hetgeen ik hierover gezegd heb, het adres ter visie te leggen, ten einde de heeren in de gelegenheid te stellen van een en ander kennis te nemen. Praeadvies is naar onze meening niet noodig,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 1