DONDERDAG 30 JANUARI 1919. 21 Zitting Fan Donderdag 30 Januari 1919. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitterde heer Burgemeester Jhr. Mr. Dr. N. C. de Gijselaar. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Natuurkunde aan het Gymnasium. (21) 2° Voorstel tot openbaren verkoop van de op de Stadstim- merwerf aanwezige, buiten gebruik gestelde voorwerpen en materialen. (25) 3° Voorstel tot verhuring van verschillende perceelen. (33) 4° Voorstel om den eigenaren van een gedeelte sloot bezuiden en bewesten de Anna Paulownastraat te gelasten die sloot over een lengte van 25 M., te dempen. (26) 5° Voorstel in zake de beschikbaarstelling van gelden tot dekking van het tekort op de exploitatie der z.g. gemeen telijke volkstuintjes over 1918 en de uitgifte van die tuintjes ook in 1919. (22) 6° Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van eenige strookjes groiid, gelegen aan den Hoogen Rijndijk, vóór de perceelen Nis. 68, 70, 72, 74, 76 en 78. (27) 7° Voorstel: a. tot aankoop van de ten zuiden van den spoorweg LeidenHoofddorp aan de Zijl gelegen perceelen, Sectie A Nis. 3457, 84, 85, 360 en 3700; b. tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop be- noodigde gelden; c. tot inbreng van de sub a bedoelde perceelen in het Gemeentelijk Grondbedrijf. (28) 8° Voorstel tot aankoop van het perceel Binnenvestgracht (Geeregracht) No. 56 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (22) 9° Verordening, regelende het toezicht op in Leiden vertoe vende vreemdelingen. (24) 10° Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening tot wijziging van de verordening van 14 November 1897 (Gemeenteblad N°. 12) op de wateren in de gemeente Leiden. b. tot het doen afkondigen van deze verordening onmid- delijk nadat zij is vastgesteld. (32) 11° Praeadvies op het verzoek van den Nederlandschen Schil- dersgezellenbond ter bekoming van een behoorlijkelocaliteit voor de gemeentelijke controle op werklooze leden van vakvereenigingen. (30) 12° Voorstel tot wijziging van de Bepalingen in zake de toepassing van artikel 1638 c en d van het Burgerlijk Wetboek." (31) 13° Verordening, houdende wijziging van de verordening van 29 April 1909 (Gemeenteblad N°. 6) op de Brandweer. (23) 14° Herstemming over de motie Reimeringer in zake het op nemen van de leeraren en leeraressen in de Gymnastiek aan de openbare inrichtingen voor Gymnasiaal en Middel baar Onderwijs in dezelfde verordening als voor de overige leeraren en leeraressen van genoemde inrichtingen geldt. (1) 15° Praeadvies op het verzoek van de Woningbouwvereni ging »de Eendracht"', in zake den verkoop aan die ver- eeniging van een gedeelte grond gelegen binnen de ge meente Leiden, benoorden den Lagen Rijndijken beoosten het aan te leggen Volkspark, en het verleenen van een voorschot en eene bijdrage, als bedoeld in art. 30 der Woningwet, in de kosten van aankoop van dien grond en den bouw van een 124-tal woningen. (34) Tegenwoordig zijn 26 leden, nl. 'de heeren Bots, Zwiers, A. Mulder, Reimeringer, Heemskerk, Jaeger, Boot, van Tol, de Lange, Sijtsma, de Boer, Pera, van der Eist, Wilmer, van Hamel, van der Pot, van der Lip, van Romburgh, Eerdmans, Knappert, Oostdam, Timp, van Gruting, Hoogenboom, Huur man en Fokker. Afwezig zijn de heeren Roem, wegens ongesteldheid, J, P. Mulder en Sasse, wegens verhindering, Fabius en Briët. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 16 Januari 1919 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Bericht van W. Draaijer, dat hij de benoeming tot lid der Plaatselijke Schoolcommissie aanneemt. 2°. Mededeeling van den Minister van Onderwijs, dat de benoeming van J. H. Wattez tot tijdelijk leeraar aan het Gymnasium wordt goedgekeurd. 3°. Mededeeling van den Arrondissementsschoolopziener, dat ten behoeve van den cursus voor de hoofdakte is toege kend een subsidie van f 617.89 over het tijdvak 1 Januari tot 31 Augustus 1918 en van f 415.over het tijdvak 1 September tot 31 December 1918. 4°. Missive van Gedeputeerde Staten ten geleide van het Koninklijk Besluit, houdende goedkeuring van de verorde ning op de heffing van eene belasting op openbare vermake lijkheden. 5°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten tot aankoop van eenige percee len aan en nabij den Lagen Rijndijk en tot beschikbaarstel ling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. 6°. Missive van den Minister van Justitie ten geleide van een afschrift van het Koninklijk Besluit, houdende regeling van de jaarwedde van den Commissaris van Politie. 7°. Mededeeling van J. Noë, dat hij de benoeming tot on derwijzer aan de school der 3e klasse No. 3 aanneemt. 8°. Dankbetuiging van het Algemeen Bestuur der Vereeni- ging »Het Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres" voor de kostelooze beschikbaarstelling van de Stads-Gehoorzaal. 9®. Mededeeling van J. Baak Jzn., dat hij de benoeming tot lid der Commissie voor de Bewaarscholen aanneemt. Worden achtereenvolgens voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. een verzoek van A Bijvoet e. a., allen verpleegden in het Sanatorium »Rhijngeest" om in de conversatiezaal van de heerenafdeeling een nieuw billard te doen plaatsen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethou ders ter afdoening. 2°. een verzoek van de Duurtecommissie uit de Leidsche Arbeidersbeweging om zorg te dragen, dat de bevolking de brandstoffen bekomt, waarop zij recht heeft, of anders de noo- dige hoeveelheid hout tegen goedkoopen prijs. De Voorzitter. Ik wensch van deze gelegenheid gebruik te maken om mede te deelen, dat de heer Sijtsma omtrent dezelfde zaak een 6-tal vragen bij mij heeft ingediend. De heer Sijtsma heeft mij deze van te voren medegedeeld en gezegd, dat het zijne bedoeling was om die vragen aan het einde dei- vergadering tot mij te richten. Zij zijn dus niet gericht tot het College, dat in deze verantwoordelijk is, nl. de Brand- stoffencommissie, maar ik zal trachten haar zoo goed mogelijk te beantwoorden, omdat de brandstoffen voorziening mij als Bur gemeester en Voorzitter der Commissie bijzonder interesseert. Ik geloof evenwel, dat het het beste is deze vragen nu maar tegelijk te beantwoorden met het ingediende adres van de Duurtecommissie en zal haar thans even voorlezen. De heer van der Elst. M. d. V. De heer Briët is nog niet ter vergadering gekomen. Zou het niet goed zijn deze zaak uit te stellen, totdat hij hier tegenwoordig is? Hij is toch zeer nauw betrokken bij de brandstoflendistributie. Wellicht is het ter beantwoording van sommige vragen gewenscht, dat de heer Briët hierbij tegenwoordig is. De Voorzitter. De heer Briët heeft mij mondeling mede gedeeld verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Wij zouden, indien op het denkbeeld van den heer van der Eist werd ingegaan, de behandeling van deze zaak derhalve tot de volgende vergadering dienen uit te stellen, maar ik zie de noodzakelijkheid daarvan niet in. Waar deze zaak thans door den heer Sijtsma openlijk wordt aangebracht, acht ik het beter zijne vragen thans te behandelen en geloof wel, dat ik op de meeste vragen een voldoend antwoord zal kunnen geven. Ik zal thans de vragen van den heer Sijtsma voorlezen. Zij luiden als volgt: 1. »Was het aan de Brandstoflencommissie in het distrikt Leiden, toen zij tot de briketteering van bruinkolen en fijnkolen besloot, bekend, dat dientengevolge aan het distrikt een minder groot quantum z.g.n. zwarte eenheden zou worden toegekend, dan anders het geval zou geweest zijn? 2. Is de Commissie de briketteering op eigen initiatief begonnen en zoo ja, welke overwegingen hebben haar daartoe geleid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1919 | | pagina 1