GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
27
IKCiEKOlIEN STUKKEN.
N°. 35. Leiden, 30 Januari 1919.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen
dat zij geene bedenkingen heeft tegen
1°. het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot koste-
looze overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente
van eenige strookjes grond (voortuintjes), gelegen vóór de
perceelen Hooge Rijndijk Nis 68, 70, 72, 74 76 en 78
(Ing. Stukken No. 27);
2°. de goedkeuring van den staat, model c, tot dekking van
het tekort op de exploitatie der z.g. gemeente-tuintjes over
1918 (Ing. Stukken No. 22);
3°. den aankoop van eenige perceelen grond en water
gelegen onder de gemeente Leiderdorp ten zuiden van den
spoorweg Leiden Hoofddorp (lngek. Stukken n°. 28) en
4°. den aankoop van het perceel Binnenvestgracht n°. 56
(Ing. Stukken n°. 29).
Zij stelt U derhalve voor overeenkomstig de bovengenoemde
voordrachten te besluiten en tot vaststelling van de bij de
voordrachten sub 3 en 4 behoorende begrootingsstaten over
te gaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 36. Leiden, 31 Januari 1919.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven, ter voldoening aan het voorschrift, vervat in art. 11
van het Koninklijk Besluit van 19 November 1900 (Staats
blad N8. 202), aan Gedeputeerde Staten het volgende verslag
uit te brengen aangaande de wijze, waarop het op de ge-
meente-begrooting voor 1917 voor schoolkindervoeding toe
gestaan bedrag is besteed.
»De op de begrooting voor het dienstjaar 1917 voor school
kindervoeding uitgetrokken som werd als subsidie uitgekeerd
aan de vereeniging »Schoolkindervoeding", die zich het ver
strekken van voeding aan kinderen, ter bevordering van
schoolbezoek, ten doel stelt.
Voor het ontvangen van voedsel werden aanvankelijk
ingeschreven 564 kinderen, welk aantal in den loop van het
seizoen steeg tot 710, terwijl in het vorige seizoen slechts
538 kinderen aan de maaltijden deelnamen.
Kindereji, voor wie door de Hoofden der scholen het ont
vangen van voedsel vanwege de vereeniging »Schoolkinder-
voeding" beslist noodig werd geacht, werden dadelijk aan
genomen, terwijl naar gezinnen, ten opzichte van welke het
twijfelachtig was, of hunne kinderen voor het ontvangen van
voedsel vanwege genoemde vereeniging in aanmerking konden
komen, vooraf nog een onderzoek werd ingesteld.
De kinderen die voedsel ontvingen, waren afkomstig van
de navolgende scholen:
149 van de openbare lagere school der 4e klasse, No. 1,
aan de Haverstraat;
123 van de openbare lagere school der 4e klasse, No. 2,
in de Vrouwenkerksteeg;
35 van de openbare lagere school der 3e klasse, N°. 1, aan
het Plantsoen;
32 van de openbare lagere school der 3e klasse, No. 2, aan
de van der Werffstraat;
20 van de openbare lagere school der 3e klasse, No. 4, aan
de Duivenbodestraat
56 van de openbare lagere school der 3e klasse, No. 7, aan
den Zuidsingel;
40 van de openbare lagex-e school der 3e klasse, No. 8, aan
de Medusastraat;
12 van de buitengewone school voor lager onderwijs;
17 van de school der vereeniging voor Christelijk onderwijs
ten behoeve van on- en minvermogenden, aan de Pasteurstraat;
41 van de school der vereeniging voor Christelijk onderwijs
ten behoeve van on- en minvermogenden, aan de Middelste
gracht;
78 van de Roomsch-Katholieke Jongensschool, aan de
Pelikaanstraat
79 van de Roomsch-Katholieke Meisjesschool, aan de
Pelikaanstraat; en
28 van de Roomsch-Katholieke school, behoorende tot het
gesticht „de Voorzienigheid", aan de Hoogewoerd.
De maaltijden, die gedurende zes dagen per week gehouden
werden, vingen in het vereenigingsjaar Mei 1917Mei 1918
aan op 10 December 1917 en eindigden 15 Maart 1918.
In het geheel werden 47357 porties voedsel verstrekt, tegen
den gemiddelden prijs van 139A cent per portie. De maal
tijden bestonden uit rijstesoep, erwtensoep, bruine boonen,
gestampte pot (kool met aardappelen en vet) en gort met
suiker.
De verstrekking der maaltijden had rechtstreeks aan de
kinderen plaats en wel in het gebouw der vereeniging van
den H. Vincentius a Paulo en verder in een der lokalen
van de bijzondere school aan de Middelstegracht en van de
openbare scholen aan de Haverstraat en in de Vrouwen
kerksteeg.
De inkomsten der vereeniging beliepen f 7681.62, waarvan
f 769.aan contributies, f 12.16® aan collecten op jaar
feesten, f 244.59 aan boetegelden, f 840.85 aan giften en
bijdragen, f 115.015 aan ontvangsten van verschillenden aard,
en f 5700.— aan subsidie van de gemeente, nl., f 4200.
extra subsidie, f 450.—, zijnde 2/7 gedeelte van het gewone
subsidie over het jaar 1917 en f 1050.—zijnde 'A gedeelte
van het gewone subsidie over het jaar 1918. Het ®/7 gedeelte
van het gewone subsidie ad f 1500.over het jaar 1917 is
reeds verantwoord in het verslagjaar 1916/1917.
Uitgegeven werd een bedrag van f 6929.15®, nl., ƒ6511.68
voor voedsel en f 417.47® voor uitgaven van allerlei aard,
als: advertentiekosten, drukwerk, werkloonen, bodeloon enz.,
zoodat het tekort over vroegere vereenigingsjaren met
752.46® verminderde en mitsdien daalde tot f 89.50®.
De voorwaarden bedoeld in art. 10 van het Koninklijk
Besluit van 19 November 1900 (Staatsblad No. 202), werden
door de vereeniging behoorlijk nageleefd".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 37. Leiden; 7 Februari 1919.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
den heer J. G. Enders, orïi eervol ontslag als leeraar in het
schoonschrijven aan de Kweekschool voor Onderwijzers en
Onderwijzeressen alhier, bestaat bij ons College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij U in overweging aan den heer J. G.
Enders, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen uit zijne
hierboven genoemde betrekking en dat ontslag te doen in
gaan op 1 Mei 1919.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
De ondergeteekende Johannes, Gijsbertus Enders, Leeraar
aan de Gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen vraagt tegen 1 Mei (einde van den cursus)
1919 eervol ontslag uit bovengenoemde betrekking.
De leeraar voornoemd
J. G. Enders
Leiden 27 Januari 1919.
N*. 38. Leiden, 7 Februari 1919.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van de N. V.
Leidsche Melkinrichting »de Landbouw", om vergunning tot
het bouwen van een houten spoellokaal op steenen voet op
het terrein aan den Rijnsburgersingel, No. 23, kad. bekend
Sectie A No. 1079, bestaat bij ons College geenerlei bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
de N. V. Leidsche Melkinrichting »de Landbouw" voornoemd
vergunning te verleenen om het op bedoeld perceel te bou
wen, spoellokaal van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Den Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders der Gemeente Leiden
Verzoekt de ondergeteekende
Directeur der Leidsche Melkinrichting »de Landbouw"
Rijnsburgersingel 23 Leiden, met de verschuldigde eerbied te
mogen overgaan tot het plaatsen van een houten spoellokaal
op steenen voet en afgedekt met pannen naast het bestaande
op het terrein achter de fabriek.
Hetwelk doende enz.
N. V. Leidsche Melkinrichting »de Landbouw"
De Directeur
G. F. Noordam.
Leiden 31 December 1918.