DONDERDAG 10 JANUARI 1919.
ter, uiterlijk tot. 31 Maart, eene toeslag voor brandstoffen van
f 0.75 per week.
De uitkeeringen aan georganiseerde werkloozen geschieden
door middel van de betrokken vakorganisatie.
't Welk doende enz.,
Voor de Leidscbe Bestuurdersbond,
J. J. van Stralen, Secretaris.
T.Groene veld, Voorzitter.
Wordt besloten dit te behandelen bij punt 16 van de agenda.
12°. De navolgende adressen inzake de ontwerp-verorde-
ningen, regelende de jaarwedden van de leeraren en leera-
ressen aan de Hoogere Burgerscholen en het Gymnasium:
a. van de Nederl. Vereeniging voor Teekenonderwijs
Dit adres luidt als volgt:
«Amsterdam
Haarlem
14 Januari '19.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, ondergetee-
kenden, vertegenwoordigend het Bestuur der Nederlandsehe
Vereeniging vöor Teekenonderwijs, dat zij met groote teleur
stelling hebben kennis genomen van de voorgestelde nieuwe
salarisregeling voor het personeel aan de H. B. Scholen te
Leiden, waarin nog steeds het reeds overal verlaten standpunt
wordt gehandhaafd, n.l. dat de leerares en leeraar in het tee
kenen niet in de verordening voor het Middelbaar onderwijs
behooren te worden opgenomen
dat deze opval ting niet anders dan deprimeerend op onder
wijs en leerkrachten moet werken;
dat het motief door Heeren Burgemeester en "Wethouders
aangewend, als zou eene opname niet mogelijk zijn doordat
deze leerkrachten ook aan andere inrichtingen van onderwijs
werkzaam zijn, geenszins als doorslag gevend motief kan
beschouwd worden, daar in tal van plaatsen in ons land vele
leerkrachten in dezelfde omstandigheden verkeeren als hunne
collega's te Leiden
dat ook de leerkrachten voor teekenen even als de overige
leerkrachten gedeeltelijk worden betaald van de door het Rijk
ontvangen subsidie;
redenen waarom zij zich tot Uw College wenden met het
dringend verzoek het daarheen 1e willen leiden, dat door
weglating van het woord teekenen", uit het eerste lid van
art. 2. en het geheele art. 8; alsook door opneming in de
verordening voor de ,afd. B. van de Kweekschool voor ünderw.
en Onderwijzeressen te Leiden, deze misstanden wordt opge
heven in het. belang van het onderwijs te Leiden.
Het welk doende
B. W. Wierink. Voorz. Ned. Ver: v. T.
M. D. van Dijk. Secretaris Ned. Ver. v. Teek. Ond.
Aan den Raad der gemeente Leiden."
b. van de Vereeniging van leeraren in de Gymnastiek
c. van M. H. Nederburgh c.s. leeraren en leeraresseri in
teekenenen gymnastiek aan openbare inrichtingen voor
gymnasiaal en middelbaar onderwijs;
d. van M. H. Nederburgh c.s. docenten der Hoogere
Burgerschool voor meisjes;
e. van het voorloopig bestuur der Vereeniging van leeraren
aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool voor
Jongens.
Dit adres luidt als volgt:
«Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, het Voorloo
pig Bestuur der Vereeniging van Leeraren aan het Gymnasium
en de H. B. S. voor Jongens te Leiden, dat zij met waardee
ring hebben kennis genomen van de voorstellen van B. en
W. in zake de salarisregeling der leeraren aan genoemde
inrichtingen,
dat zij nochtans de vrijheid nemen Uwe vergadering te
verzoeken in de voorgestelde verordeningen de volgende wij
zigingen aan te brengen
I Artikel II de splitsing van leeraren in 3 groepen te
vervangen door eene splitsing in 2 groepen n.l. in:
a) als is voorgesteld.
I) leeraren, die minder dan 18 lesuren 's weeks hebben.
II Het salaris der leeraren genoemd sub b te bepalen,
zooals vastgesteld is in alinea 4 van artikel 3 voor de leeraren
met 1218 lesuren.
III a) Op te nemen eene bepaling, waardoor het voor
komen wordt, dat een leeraar, die minstens drie jaar ach
tereen behoord heeft, tot de groep, bedoeld in artikel 2 sub a
terugvalt tot de groep, bedoeld in artikel 2 sub b.
bte bepalen, dat aan een leeraar behoorende tot artikel
II sub 6., die minstens 3 jaar achtereen een bepaald aantal
lesuren heeft gehad, ook bij vermindering van aantal lesuren
het bij dat aantal behoorende salaris zal worden gegarandeerd.
IV Om de inwerkingtreding der Verordening te stellen
op 1 September 1918.
Het Voorloopig Bestuur
J. Verwer
Voorzitter.
D. E Bosselaar
Secretaris.
V Ook verzoeken wij nog opneming in de verordening
der salarisregeling der leeraren voor gymnastiek en teekenen
voor zoover ze aan Gymnasium en H. B. S. zijn aangesteld.
J. Verwer.
D. E. Bosselaar.
Aan den Raad der Gemeente Leiden
Wordt besloten deze adressen te behandelen bij de punten
19—21 van de agenda.
13°. Amendement van de heeren Hoogenboom en van der
Eist op de artikelen 2 en 3 van de ontwerp-verordening,
regelende de jaarwedden van de leeraresseri en leeraren der
Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
Wordt besloten dit te behandelen bij punt. 21 der agenda.
14°. Amendementen en motie van den heer Reimeringer
op de ontwerp-verordeningen, regelende de jaarwedden van
de leeraresseri en leeraren aan de Hoogere Burgerscholen en
het Gymnasium.
Wordt besloten deze te behandelen bij punten 1921 van
de agenda.
15°. Verzoek van de vereeniging ter behartiging van de
belangen der vrouw om eene betere verhouding te brengen
in de salarissen van de mannelijke en vrouwelijke leerkrachten
aan het Gymnasium en Hoogere Burgerscholen.
Wordt besloten dit te behandelen bij punt 11 der agenda.
16°. Verzoek van de Werkliedenvereeniging «Recht en Plicht"
om de jaren, gedurende welke sommige gemeentewerklieden
zijn werkzaam geweest in dienst van de pachters der Gemeente
reiniging van Ülden en Blok, te beschouwen als in vasten
gemeentedienst te zijn doorgebracht.
Wordt in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld
ter fine van praeadvies.
Aan de orde is nu
I. Benoeming van een leeraar in de Hoogduitsche taal- en
letterkunde aan het Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 2.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Zwiers, J. P. Mulder,
Wilmer en Knappert verzoeken het stembureau te willen
uitmaken?
Wordt benoemd met 27 stemmen de heer Dr. G. G. Kloeke,
terwijl op Mej. M. P. Fellinga 2 stemmen werden uitgebracht.
II. Voorstel tot bestendiging van Mej. C. H. Kool in de be
trekking van tijdelijk leerares in de geschiedenis en aardrijks
kunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
(Zie Ing. St. No. 3.)
Wordt benoemd met 26 stemmen Mej. C. H. Kool; 3 bil
jetten waren van onwaarde.
III. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No 3 (vacature v. d. Hoogt.)
(Zie Ing. St. No. 18.)
Wordt benoemd met 28 stemmen de heer J. L. van Heteren
een biljet was van onwaarde.
IV. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e
klasse No. 3 (vacature Peters).
(Zie Ing. St. No. 18.)
Wordt benoemd met 27 stemmen de heer J. Noë; een stem
was uitgebracht op den heer Jouwersma en een biljet was
van onwaarde.