DONDERDAG 16 JANUARI 1919.
11
veel hadden verdiend. Alleen ter beantwoording van die vra
gen is onze commissie ingesteld, dus niet om de geheele
gestie van het Crisiscomité te onderzoeken.
De Voorzitter. Ik zou aan hetgeen de heer Briët heeft
gezegd nog een enkel woord willen toevoegen.
De heer Heemskerk en de heer Knappert hebben tegen
overgestelde opinies geuit omtrent de bijdragen in de kosten
van de twee Steuncomités. Naar mijn bescheiden meening heeft
de heer Heemskerk in deze het meeste gelijk, maar ik ben
het met hem toch nog niet geheel eens.
Het is niet te wijten aan de bijdragen van de gemeente,
dat particulieren ophouden met bij te dragen, maar het is
juister te zeggen, dat-toen de bijdragen van particulieren
minder werden, de gemeente is komen steunen.
Ik geloof echter omgekeerd ook weder, dat wanneer het
Steuncomité uit de gemeentekas gaat putten, dit voor particu
lieren een motief is om op te houden. En waarom? Omdat
zij dan ook door middel van de gemeentekas een evenredig
gedeelte in de kosten bijdragen.
Nu kan men zeggen dat de kosten zoo hoog zijn, waar wat
is daar aan te doen?
Ook kan men wenschen na te gaan hoe de gestie van de
twee Steuncomités is. Voorzoover ik weet, geloof ik, dat er
altijd goed en plichtmatig wordt gesteund.
Ik wil er nog een ding aan toevoegen en dat is, dat de
voorschotten, die gevraagd worden, niet altijd behoeven te
zijn eene afspiegeling van de uitgaven in de vorige maanden,
omdat de Steuncommissie ook een massa voorschot heeft te
verleenen voor uitgaven, die geheel door het Rijk worden
terugbetaald, maar waarvoor zij op het aangewezen moment
geen middelen heeft, zoodat ik waarschijnlijk binnen korten
tijd zal komen met een ander voorstel, nu niet meer om bij
wijze van voorschot aan het Steuncomité een bijdrage te
verleenen, maar, om als het ware aan dit Comité te geven
een bedrijfskapitaal, dat zij geheel moet teruggeven. Dan
zouden wij iedere maand na afloop een rekening krijgen
voor de werkelijke kosten.
Ik bedoel dit. Vooral nu, met de demobilisatie, heeft het
Steuncomité bedragen te betalen, die het terugkrijgt van het
Rijk, maar het Steuncomité moet die uitgaven in ieder geval
doen. Men heeft de voorschotten gaarne van de gemeente,
daar men anders genoodzaakt zou zijn geld op te nemen. Dit
is dan ook de reden, waarom het bedrag verhoogd moet
worden van f 5000.op f 12500.—. Ik geloof, dat het beter
zal zijn deze twee zaken uit elkandef te houden door eene
zekere som aan kasgeld te geven, die integraal wordt terug
betaald. Op deze wijze weet men iedere maand hoeveel er
betaald wordt. Het bedrijfskapitaal kan integraal terugkomen,
want het zijn voorschotten, die gedaan worden ten behoeve
van het Rijk. Ik hoop, dat wanneer ik met een dergelijk
voorstel kom, ik nadere inlichtingen zal kunnen verstrekken
over wat verlangd wordt; men behoeft er zich evenwel niet
ongerust over te maken, dat het geld niet goed zou worden
beheerd.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van Burge
meester en Wethouders zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
XVII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 10 Juli 1913 op de winkelsluiting (Gemeenteblad No. 21.)
(Zie Ing. St. No. 10.)
Beraadslaging over artikel 1 luidende: In het eerste lid
van artikel 1 wordt in plaats van »9 uur" gelezen »8 uur"
en in plaats van »12 uur" wordt gelezen »11 uur".
De heer van Romburgh. M. d. V. Is het niet mogelijk
art. 1 in twee gedeelten in stemming te doen brengen, want
ik ben wel voor het eerste gedeelte, maar niet voor het tweede.
De Voorzitter. Daar heeft U gelijk in. Het is billijker,
aangezien er twee principes in dit artikel zijn vervat.
De heer van Romburgh. M. d. V. Ik heb bezwaar tegen
de 8-uur sluiting en daarom doe ik dit voorstel.
De Voorzitter. U is dus van het zelfde gevoelen als Bur
gemeester en Wethouders. Dit is mij zeer aangenaam.
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou slechts dit willen opmer
ken, dat men geheel vrij is voor of tegen te stemmen onaf
hankelijk van het feit, hoe men de vorige maal gestemd
heeft over de motie.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het eerste gedeelte van artikel 1 luidende: »in het eerste
lid van artikel 1 wordt in plaats van »9 uur" gelezen »8 uur"
wordt in stemming gebracht en verworpen met 15 tegen 14
stemmen.
Tegen stemmen de heeren de Boer, van Romburgh, Eerd-
mans, van der Lip, Jaeger, Fokker, van Hamel, Timp, van
Gruting, Huurman, Hoogenboom, Sasse, Zwiers, Reimeringer
en Boot.
Vóór stemmen de heeren van Tol, J. P. Mulder, Bots, Pera,
Wilmer, A. Mulder, Sijtsma, van der Pot, Briët, van der Eist,
Knappert, Heemskerk, de Lange en üostdam.
De Voorzitter. Nu dit votum is gevallen, stel ik de Com
missie van de Strafverordeningen voor om in het eerste lid
van art. 1 te lezen inplaats van 12 uur 11 uur.
De heer Fokker. U zegt, dat de Commissie van de Straf
verordeningen voorstelt, hetgeen U laat volgen, maar ik ben
ook lid van die Commissie en ik ben daaromtrent niet geraad
pleegd, maar ik ben als minderheid van gevoelen, dat nu de
Raad het principe van de terugbrenging van het sluitingsuur
van 9 uur op 8 uur heeft verworpen, er ook alle reden is te
vermoeden dat de Raad ook het voorgestelde sluitingsuur op
Zaterdag ook zal verworpen.
Met Uw voorstel zou ik daarom niet zonder nadere óver
weging kunnen medegaan.
De heer van der Lip. Met de conclusie van den heer
Fokker ben ik het niet eens.
De heer Fokker zal zich herinneren de debatten, die hier
eenigen tijd geleden over dit onderwerp zijn gehouden. De
meerderheid van Burgemeester en Wethouders was tegen de
8-urige sluiting, maar eenstemmig waren wij er voor om het
sluitingsuur des Zaterdags op 11 uur te stellen. Dat gaat
heel goed. Wij hebben een-enquete gehouden en daarbij is
gebleken, dat verschillende winkeliers overwegend bezwaar
hadden tegen de 8-urige sluiting en daarom wilde de meer
derheid van Burgemeester en Wethouders hiertoe niet advi-
seeren, maar bijna alle winkeliers hadden gaarne des Zaterdags
eene sluiting om 11 uur, en waar nu bijna algemeen verlangd
werd, dat het sluitingsuur des Zaterdags tot 11 uur vervroegd
zou worden, meenden Burgemeester en Wethouders, dat
daartegen geen bezwaar bestond en ook in den Raad is tegen
deze wijziging geen stem opgegaan. Dus ik meen, dat men
best kan stemmen voor het eene gedeelte van het artikel,
terwijl men tegen het andere gedeelte is.
De Voorzitter. Dan zal art. 1 dus luiden »In het eerste
lid van art. 1 wordt inplaats van »12 uur" gelezen »11 uur."
Zonder hoofdelijke stemming wordt het aldus gewijzigde
artikel aangenomen.
Art. 2 en daarna de gansche verordening worden daarop
achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
XVIII. Voorstel inzake de verhooging van het aan de woning-
bouwvereeniging «Eensgezindheid" toegekende voorschot in
de uitvoering van het door haar ondernomen bouwplan aan
den Zijlsingel, en van de baar toegekende bijdrage in de ter
zake verschuldigde annuïteit en tot wijziging van eenige aan
het verleenen van dat voorschot verbindende voorwaarden.
(Zie Ing. St. No. 17).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer J. P. Mulder. Ik zou een vraag willen doen.
Wanneer dit voorstel wordt aangenomen, stemmen wij er
dan in toe, dat aan vereenigingen, die met een zelfde doel
worden opgericht, zich bewegende op het terrein van den
woningbouw en heelemaal niet over kapitaal kunnende be
schikken, ook dergelijke bijdragen worden gegeven? Want
wat zie ik? De eerste eisch van de gemeente bij deze ver-
eeniging was 30 000.en nu is het tenslotte naar ik meen
slechts een f 4500.Kan nu eene vereeniging die niets be
zit ook aanspraak maken op die uitkeering van Rijk en
gemeente
De heer van der Pot. Daar is op het oogenblik nog geen
precedent voor. Het eene geval, waarbij 100 is gegeven,
betrof eene vereeniging die reeds eerder bouwplannen had
uitgevoerd en in de kosten 5 had bijgedragen.
Toen heeft de Raad gezegddaar de vereeniging voor het
eerste plan 5 heeft gestor t, laten wij dan nu '100 geven,
maar met de conditie: beschikbaarstelling van woningenvoor
gemeentepersoneel. Wanneer er nu eene vereeniging meteen
eerste bouwplan tot de gemeente komt en vraagt om 100%,
dan zal deze kwestie onder de oogen gezien dienen te wor
den. Tot heden heeft een dergelijk geval zich nog niet voor
gedaan. Het is voorloopig niet ons plan daaraan te voldoen,